Israëlische kolonisten pikken Palestijns gebied in: 'Meer illegale buitenposten dan ooit'
Het aantal Israëlische buitenposten op de Westelijke Jordaanoever neemt rap toe. Ze bestaan vaak uit niet meer dan een caravan of eenvoudig huisje op een heuveltop, maar zorgen er wel voor dat de Palestijnen steeds meer van hun grondgebied verliezen.
Sinds de Gaza-oorlog uitbrak op 7 oktober na de bloedige aanslagen van Hamas, zien Israëlische kolonisten hun kans schoon om steeds meer Palestijns grondgebied in te nemen. Dat gebeurt niet alleen door middel van het stichten van nederzettingen, die soms zijn uitgegroeid tot volledig bewoonde dorpen en steden, maar ook door zogenoemde buitenposten.
Terwijl de meeste aandacht uitgaat naar de Gazastrook, vestigen kolonisten meer van deze provisorische bouwwerken. Het gaat in veel gevallen om één of meer (sta)caravans of plukjes vluchtig gebouwde huizen op hoger geleden gebied, zoals op heuveltoppen. Die worden bewoond door vaak zwaar bewapende Israëliërs.
Het doel daarvan is dat de kolonisten die ze bewonen het omliggende land beter kunnen controleren, legt Midden-Oosten-verslaggever Pepijn Nagtzaam uit. "Het begint vaak met één caravan of cabine, en dan komen er meer bij. De kolonisten die ze er wonen, komen vervolgens samen en zeggen dan: dit gebied is nu van ons."
Uit onderzoek van de Britse omroep BBC met behulp van satellietbeelden en berichten op sociale media blijkt dat er momenteel minstens 196 van deze buitenposten zijn op de Westelijke Jordaanoever. Afgelopen jaar kwamen er zeker 29 bij, een record.
Ook blijkt uit het BBC-onderzoek dat buitenposten steeds vaker in verband staan met geweld en intimidatie van Palestijnse gemeenschappen. De kolonisten die ze bewonen, zouden ook gesteund worden door organisaties die banden hebben met de Israëlische regering.
In strijd met internationaal recht
Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag oordeelde vorige maand dat Israëlische nederzettingen in bezette Palestijnse gebieden in strijd zijn met het internationaal recht. Het hoogste juridische orgaan van de VN vindt ook dat Israël de verplichting heeft om alle kolonisten te evacueren en dat alle aangebrachte schade in Palestijns gebied moet worden gerepareerd.
Daarmee staat zwart op wit dat wat Israël doet niet mag, zegt hoogleraar internationaal recht Cedric Ryngaert. "Het hof bestaat uit de beste internationale juristen uit verschillende landen en is daarmee bijzonder gezagvol. Het is echter ook een beslissing die niet bindend is. Deze uitspraak is een advies aan de algemene vergadering van de VN. Er bestaat geen wereldpolitiemacht of iets dergelijks die dit gaat handhaven."
In de praktijk gebeurt er dus weinig tot niets tegen de bouw van buitenposten. "Iedere religieuze, ultrarechtse Israëliër kan nu de Westelijke Jordaanoever inrijden en zo'n buitenpost installeren", zegt Nagtzaam. "Ze doen dat naar eigen zeggen om het land veilig te stellen voor het Joodse volk. En veiligheid komt met aantallen, zo zie je dat een buitenpost door de komst van steeds meer families uiteindelijk kan uitgroeien tot een volledig dorp."
Ruim 700.000 kolonisten
De huidige Israëlische regering - de meeste rechtse ooit - heeft vorig jaar een wetswijziging ingevoerd waarmee het proces voor het bouwen van nieuwe kolonistenwoningen op de bezette Westelijke Jordaanoever gemakkelijker is gemaakt. Het gevolg: bestaande nederzettingen in het gebied worden verder uitgebreid, inclusief checkpoints en barrières. Intussen wonen er ruim 500.000 kolonisten op de Westelijke Jordaanoever (op bijna 3 miljoen Palestijnen) en nog eens zo'n 200.000 in Oost-Jeruzalem.
Hierdoor wordt de bewegingsvrijheid van de Palestijnen ingeperkt. Zij kunnen minder makkelijk door hun eigen gebieden reizen. Dat leidt tot nog meer spanningen in de regio. Zo braken al snel na de wetswijziging gevechten uit tussen Israëlische soldaten en Palestijnse strijders bij een vluchtelingenkamp in de stad Jenin - nog ver voor de Gaza-oorlog.
Steun van het leger
Israël vindt dat nederzettingen (en ook barrières zoals hekken en muren) wel mogen worden gebouwd, omdat ze zouden bijdragen aan de veiligheid in het gebied. De buitenposten zijn ook volgens Israëlisch recht illegaal, maar in plaats van het verwijderen ervan krijgen kolonisten juist geregeld steun van het Israëlische leger.
De ultrarechte Israëlische ministers Bezalel Smotrich (Financiën) en Itamar Ben-Gvir (Veiligheid) maken er geen geheim van dat wat hen betreft uiteindelijk de volledige Westelijke Jordaanoever wordt ingelijfd door Israël. Beide ministers wonen overigens zelf ook in zwaarbewapende nederzettingen.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu baarde eergisteren opzien door een kaartje dat hij gebruikte tijdens een persconferentie. Daarop was de Westelijke Jordaanoever ingekleurd als Israëlisch gebied. Nagtzaam: "Dat laat misschien wel zien hoe de huidige regering de Westelijke Jordaanoever ziet: niet als Palestijns gebied, maar als onderdeel van Israël."
Wat niet betekent dat de rest van Israël er hetzelfde over denkt. "Er zijn ook veel Israëliërs die tegen dit beleid zijn. Zij begrijpen heel goed dat dit illegaal is en dat het Israël op de lange termijn vooral schade kan toebrengen. Oppositieleden en burgers spreken zich hier tegen uit, maar ze zijn in de minderheid."