Opnieuw zware aanvallen op Hezbollah: wat wil Israël in Libanon bereiken?
Voor de derde dag op rij voert Israël zware bombardementen uit op Hezbollah, dat ook terugschiet. Wat wil Israël bereiken? "Het belangrijkste doel van Israël is om te zorgen dat Hezbollah Noord-Israël niet meer aanvalt met raketten", zegt Midden-Oostendeskundige Peter Malcontent van de Universiteit Utrecht.
"Het liefst wil Israël dat het zuiden van Libanon 'Hezbollah-vrij' wordt", zegt Malcontent. "Dus dat daar geen gewapende strijders meer rondlopen. Het is alleen de vraag of dat lukt."
Honderden doden
Er worden nu dagelijks grote aanvallen uitgevoerd op Hezbollah, met name om raketinstallaties en leiders van de organisatie uit te schakelen. De Israëlische minister van Defensie spreekt over 'het begin van een nieuw tijdperk van deze oorlog'. Sinds maandag zijn volgens Libanon 569 mensen om het leven gekomen, onder wie 50 kinderen. Tienduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen voor de zware bombardementen.
Israël zegt gerichte aanvallen uit te voeren, maar er komen ook burgers om het leven. "Israël accepteert dat er burgerslachtoffers vallen, en dat betekent dat deze aanvallen keihard zijn voor de bevolking in Libanon", zegt Malcontent.
Er wordt al bijna een jaar lang geschoten langs de grens, maar tot voor kort bleef de reactie van Israël beperkt. "Ongeveer 60.000 mensen zijn uit Noord-Israël geëvacueerd en zitten al bijna een jaar lang verspreid over het land. Binnen Israël was er toenemende kritiek van de oppositie, omdat de regering er weinig tegen deed. Daar moest iets aan gedaan worden", zegt Malcontent.
"We brengen de bewoners van het noorden weer veilig terug naar hun huizen", zei de Israëlische premier Netanyahu onlangs in een videoboodschap.
"Zo'n doel formuleren is makkelijker dan het waarmaken", zegt Midden-Oostenverslaggever Pepijn Nagtzaam. "Die mensen kunnen pas weer naar huis als Hezbollah geen bedreiging meer vormt, en er geen raketten meer vliegen boven het noorden van Israël. Maar Hezbollah is veel groter dan Hamas, en het zuiden van Libanon is een moeilijk gebied voor het Israëlische leger om in te opereren."
Plannen lang voorbereid
Het offensief van Israël begon vorige week, toen duizenden piepers en portofoons van Hezbollah ineens ontploften. Meteen daarna volgden ook aanvallen op meerdere leiders van Hezbollah en op raketinstallaties in het zuiden van Libanon.
"Israël weet dat het Hezbollah niet helemaal kan vernietigen, daarvoor is de organisatie te groot en te veel verspreid", zegt Nagtzaam. "Maar ze kunnen het Hezbollah wel heel moeilijk maken. Als hoge commandanten worden uitgeschakeld, dan is de organisatie tijdelijk stuurloos. En als Israël alle communicatiemiddelen opblaast terwijl Hezbollah dacht dat die piepers en portofoons veilig waren, dan zorgt dat voor paniek."
Naast het uitschakelen van communicatiemiddelen en leiders probeert Israël ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk raketten worden afgevuurd vanuit Zuid-Libanon. Daarom wil Israël van dat gebied graag een bufferzone maken waar geen Hezbollah-raketten of strijders zijn.
'Gigantisch aantal raketten'
"Hoe dichter Hezbollah wapens bij de grens heeft staan, hoe makkelijker het Israël kan bestoken", zegt Malcontent. "Als ze verder van de grens zitten, dan heeft Hezbollah meer geavanceerde raketten nodig om die aanvallen uit te voeren." De organisatie heeft naar schatting tussen de 120.000 en 200.000 raketten die ze kan afvuren, een gigantisch aantal. Het grootste gedeelte daarvan heeft een klein bereik.
"Voor zo'n bufferzone moeten er eigenlijk grondtroepen naar Libanon gaan", zegt Nagtzaam. "Vanuit de lucht kan Israël dat gebied moeilijk onder controle houden." Toch lijkt een grondoffensief voorlopig niet waarschijnlijk, zeggen zowel Nagtzaam als Malcontent, al zinspeelt het Israëlische leger wel op een grondoperatie.
De aanvallen op Libanon lijken voorlopig niet te stoppen. Hezbollah heeft de afgelopen weken wel een klap gekregen, maar Israël heeft zijn doelen nog niet bereikt. "Niemand verwacht dat het hierbij blijft", zegt Nagtzaam. "Niet aan Israëlische zijde, en ook niet aan Libanese zijde."
Bekijk hieronder een video van Pepijn Nagtzaam, die onlangs meeging met een vrijwillige brandweer aan de zuidgrens van Libanon: