Arrestatieteam: twijfel of aanhouding Michael P. strookte met bevoegdheden
Het arrestatieteam betwijfelde of de arrestatie-instructie van het Openbaar Ministerie bij de aanhouding van Michael P. wel strookte met de bevoegdheden van het team. Zo valt te lezen in het onderzoeksrapport dat de Rijksrecherche opstelde in de zaak Anne Faber.
Michael P. ontvoerde, verkrachtte en doodde Anne Faber vorig jaar. Het lichaam van de 25-jarige Utrechtse vrouw werd na een vermissing van bijna twee weken in oktober 2017 in Zeewolde gevonden.
De Rijksrecherche heeft vanwege de hardhandige aanhouding van P. een 578 pagina’s tellend rapport opgesteld. RTL Nieuws heeft het Rijksrecherche-onderzoek ingezien. Zowel vanuit het verhoorteam als vanuit het arrestatieteam zijn tegenover de Rijksrecherche kritische opmerkingen gemaakt. De onvrede van het arrestatieteam richt zich met name op de aanhoudingsstrategie van het Openbaar Ministerie (OM).
Arrestatieteam niet eens met opdracht
Zo is de teamleider van het Arrestatie- en Ondersteuningsteam Midden Nederland (AOT) het oneens met de opdracht die zijn team in oktober 2017 van het OM kreeg. De officier van justitie wilde dat het arrestatieteam onmiddellijk aan Michael P. zou vragen waar de toen vermiste Anne Faber was.
"Ik had daar moeite mee omdat wij weg willen blijven van zaken als verhoor. Dat is zeer ongebruikelijk. Wij zijn er om de verdachte aan te houden en om hem over te brengen, maar niet om hem een verhoor af te nemen", zo zegt de teamleider. Voor zijn sectiecommandant was het 'zeker een dilemma, omdat hij iets moest doen wat wij normaal nooit doen'.
Van het OM hoefde het arrestatieteam P. niet op zijn zwijgrecht te wijzen.
Niet laten leiden door emotie
De werkwijze bij de aanhouding van P. was volgens de teamleider op meer punten afwijkend. "Wat mij wel heeft verbaasd, is dat er gesproken werd over de inzet van een hond en dat de verdachte 'extra hard moest worden aangepakt', omdat wij daar altijd ver van weg willen blijven. We willen ons niet laten leiden door de emotie van een zaak."
Michael P. mocht niet mishandeld worden. Maar de officier van justitie had vooraf wel toestemming gegeven om hem ‘stevig beet te pakken’.
Tijdens de rechtszaak in juni kwam aan het licht dat de 'bijzondere toestemming' van de officier van justitie aan het arrestatieteam, nergens schriftelijk is vastgelegd. De opdracht 'was zeker achteraf bezien onvoldoende concreet geformuleerd voor het team dat met de uiteindelijke uitvoering was belast', heeft het OM erkend.
Te veel van het goede
Uit de verklaringen van arrestatieteamleden bij de Rijksrecherche, blijkt dat binnen het team twijfel ontstond of de arrestatie-instructie wel door de beugel kon. “Ik weet dat de sectiecommandant behoorlijk in een spagaat zat. Wat verwachtte de teamleiding van hem en hoe zou zich dat verhouden naar eventuele bevoegdheden”, zegt de teamleider.
Een teamlid dat betrokken was bij de aanhouding van Michael P., zegt: "Formeel gezien bevonden wij ons sowieso in een grijs gebied. Zo is tijdens een evaluatie op een later moment besproken dat wanneer zo'n situatie zich weer in de toekomst voordoet, dit wel iets beter dichtgetimmerd moet worden."
Het OM concludeerde op basis van het Rijksrecherche-onderzoek dat het arrestatieteam strafbare feiten had gepleegd. Er werden uiteindelijk geen politiemensen vervolgd, maar vijf van hen zijn wel langere tijd als verdachte aangemerkt.
De indruk bij het arrestatieteam was hierdoor dat politiemensen de dupe werden van een te onduidelijke opdracht vanuit het OM, zo vertelt één van de leden: "Dit staat niet op papier en dat zijn wel dingen die vrij cruciaal zijn, vooral wanneer Justitie opdracht geeft, maar later misschien bedacht dat het toch iets teveel van het goede is geweest. Deze zaak leeft echt wel binnen ons team en heeft voor collega’s wel zoiets van: ‘Nou wordt er door Justitie een spelletje gespeeld’. Ik heb daar zelf overigens niet zoveel last van. Mijn collega's kregen het gevoel dat Justitie haar keutel introk."
DNA-match
De officier van justitie gaf de 'bijzondere toestemming' omdat er hoop was dat Anne Faber op dat moment nog in leven zou zijn. Elke seconde telde; volgens de officier was het een kwestie 'van leven of dood'.
De 25-jarige Utrechtse was op dat moment al meer dan een week spoorloos. Ze was tijdens een fietstocht in de omgeving van Utrecht plotseling verdwenen. Dagenlange, grootschalige zoekacties hadden geen resultaat.
De politie kwam Michael P. op het spoor na een DNA-match. Hij werd op 9 oktober 2017 aangehouden bij de kliniek in Den Dolder waar hij toen verbleef. Onderweg naar het cellencomplex was hij geblinddoekt, z'n handen waren geboeid en hij verzette zich niet. Desondanks kreeg hij pijnprikkels doordat aan zijn handboeien werd gedraaid. En er werd gedreigd dat een politiehond hem zou bijten, als hij niet zou vertellen waar Anne Faber was.
Schouder gebroken
Volgens het Openbaar Ministerie liep hij tijdens het transport een gebroken schouder op, een zogeheten avulsiefractuur. De Rijksrecherche heeft niet kunnen ophelderen door wie en hoe de breuk is ontstaan.
Tegenover het arrestatieteam ontkende Michael P. dat hij iets te maken had met de verdwijning van de 25-jarige Anne Faber. Hij werd medisch onderzocht en vervolgens met zijn gebroken schouder naar een verhoorkamer van de politie gebracht.
Verhoor lastiger door aanpak
Ook bij het verhoorteam is ongenoegen ontstaan over de manier waarop P. is aangehouden. Eén van de verhoorders zegt tegen de Rijksrecherche: "Ik realiseerde me dat wij hier een enorme kluif aan kregen, vanwege de aanpak van het arrestatieteam."
Een gedragskundige die de twee verhoorders ondersteunde, vult aan: "Toen wij gehoord hadden op welke wijze P. was aangehouden, kwam bij mij de vraag: wat voor effect heeft dit op het verhoor en is de verdachte bereid om met de verhoorders in gesprek te gaan? Hierdoor zou het lastiger kunnen worden."
Wat het verhoorteam vreesde, gebeurde ook: P. zweeg in eerste instantie. Tijdens de rechtszaak noemde P. hiervoor als reden: 'omdat ik boos was, omdat ik ben mishandeld tijdens de arrestatie'. Twee volle dagen later bekende Michael P. alsnog waar hij het lichaam van Anne Faber had begraven: in een bos bij Zeewolde.
Het Openbaar Ministerie laat in een reactie weten dat het betreurt 'dat vertrouwelijke stukken publiek zijn gemaakt'. “De gang van zaken rondom de aanhouding van Michael P. maakt onderdeel uit van twee zaken die momenteel onder de rechter zijn. Dat is voor ons reden om verder niet inhoudelijk te reageren.” Om dezelfde reden wil ook de politie niet inhoudelijk reageren.
28 jaar cel
Ook de advocaten van Michael P., Niels Dorrestein en Sander de Korte, willen inhoudelijk niet reageren op de berichtgeving van RTL Nieuws. Deze week was de eerste zitting in het hoger beroep tegen Michael P.. Reden om in beroep te gaan, was onder meer de hoogte van de straf. Michael P. vindt het onterecht dat de rechtbank geen strafvermindering heeft gegeven vanwege de hardhandige arrestatie en zijn schouderbreuk.
De rechtbank Midden-Nederland heeft Michael P. in juli veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar en TBS met dwangverpleging. P. kreeg die straf voor de ontvoering, de verkrachting en het doden van Anne Faber.
Afgelopen week bleek dat Michael P. wil dat agenten van het arrestatieteam dat hem aanhield, strafrechtelijk worden vervolgd. Hij is daarom een zogeheten artikel 12-procedure gestart. Daarmee beoogt hij dat het gerechtshof een bevel geeft aan het Openbaar Ministerie om vervolging in te stellen.