Bestuur agrarisch adviesbureau krijgt 1,5 jaar cel voor mestfraude
Drie bestuursleden van een agrarisch adviesbureau dat fraude mogelijke maakte, zijn veroordeeld tot celstraffen van 1,5 jaar. De rechtbank Oost-Brabant acht ze schuldig aan valsheid in geschrifte. Met de hulp van het frauduleuze bedrijf konden boeren veel meer mest uitrijden dan is toegestaan.
Dat deden de bestuursleden door bijvoorbeeld melkcijfers te vervalsen, zodat een klant meer fosfaatrechten kon krijgen. Hoe meer fosfaatrechten een boer heeft, hoe meer mest het vee van een boer mag produceren. Ook werd er voor een klant een andere inhoudsmaat opgegeven voor een mestsilo, zodat een ingewikkeld en duur vergunningstraject kon worden omzeild.
Een vierde bestuurder is veroordeeld tot de maximale taakstraf van 240 uur. Alle bestuursleden moeten geloven aan een beroepsverbod van drie jaar. Zij mogen in die periode geen agrarisch advies geven. Bovendien krijgt het bedrijf een geldboete van 400.000 euro, waarvan 200.000 euro voorwaardelijk.
Doelbewust onjuiste informatie aangeleverd
Het Limburgse adviesbureau ondersteunde klanten bij vergunning- of subsidieaanvragen, het voeren van een mestboekhouding en het nakomen van administratieve verplichtingen. Het bureau heeft volgens de rechtbank een bedrijfscultuur gecreëerd waarbij de besturing 'niet is gericht op de naleving van wet- en regelgeving, maar het realiseren van de wensen van de klant'.
Volgens de rechtbank betekende het meedenken met de klant het overtreden van de wet. "Door het plegen van valsheid in geschrifte is door verdachten het vertrouwen aangetast dat overheidsinstanties in documenten moeten kunnen stellen bij het uitvoeren van hun taak", zegt de rechter. "Er is doelbewust onjuiste informatie aangeleverd om eigen voordeel te behalen."
'Grenzen van de wet overschreden'
In 2017, 2018 en 2019 werden volgens de rechtbank diverse documenten vervalst en gebruikt. "Binnen het bedrijf werd door bestuurders een werkwijze gehanteerd waarbij de grenzen van de wet werden opgezocht en overschreden, wanneer de belangen van de klant dat verlangden", stelt de rechtbank. Daarmee heeft het bedrijf de 'integriteit van het systeem van regulering en toezicht' aangetast.