Bloembollenboer wil best zonder gif – maar wil de klant dat ook?
Er is steeds meer vraag naar gifvrije bloembollen. Dat komt mede door de maatschappelijke discussie over gezondheidsrisico's door de bollenteelt. Maar het aanbod is klein. John en Johanna Huiberts gingen tien jaar geleden volledig om van gangbaar naar bio, met succes. Zijn collega's zijn echter huiverig. Waarom?
Als je een biobol koopt, is er een grote kans dat die bij John Huiberts vandaan komt. Deze boer uit het Noord-Hollandse Sint Maartensvlotbrug verkoopt 75 procent van alle biologische bloembollen in Nederland. "Als je bij de Intratuin biologische bollen koopt, komen die bij ons vandaan", zegt Huiberts trots.
Er is meer vraag dan aanbod, constateert hij al een tijdje. "De vraag is zo groot dat we het haast niet meer kunnen bijbenen."
Dat is een geluk voor Huiberts, die tien jaar geleden nog met de handen in het haar zat. Als gangbare boer zag hij dat de grond uitgeput raakte. "Er kwamen allemaal ziektes, terwijl ik alles deed zoals ik het op de opleiding had geleerd. Ik ploegde netjes, gebruikte kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Maar we bleven last houden van allerlei plagen."
Eén van die plagen: aaltjes. Die kropen in de bollen, die daardoor onverkoopbaar werden.
Geen weerstand tegen ziektes
Narigheid die hij zelf over zich had afgeroepen, weet hij nu. De bollen waren bekleed met een antischimmelmiddel en kregen extra stikstof en kalium toegediend om snel te kunnen groeien. Daardoor nam het nitraatgehalte toe, wat de plant aantrekkelijk maakte voor bladluis – waar weer tegen gespoten moest worden. Tegelijkertijd was de bodem steriel, het bodemleven nihil. Er was geen weerstand tegen ziektes.
Kan het ook anders, vroeg Huiberts zich af. Hij besloot een cursus te volgen over gezond bodembeheer. "Ook ben ik de bodem gaan meten. Er bleken bijna geen positieve schimmels en bacteriën meer te zijn. Ik dacht toen: dat kun je niet oplossen met chemische middelen."
Het roer moest om. De bodem moest weer gaan leven. "Een gangbare kweker gebruikt kunstmest en chemie om de plant te voeden. Als bioboer voed je de bodem die vervolgens de plant voedt." Er moesten dus bacteriën en schimmels gekweekt worden.
Bodemleven blijft intact
Inmiddels zijn we tien jaar verder. Het grote zichtbare verschil: zijn akkers zijn nooit meer kaal. De grond is altijd bedekt met een groenbemester, klaver bijvoorbeeld. Een speciale plantmachine tilt de grond op, plaatst de bollen, en legt de grond er weer bovenop. Zo blijft het bodemleven intact en spoelen voedingsstoffen minder weg. In een video op YouTube laat Huiberts zien hoe dat werkt.
Nadeel is dat de gifvrije bollen duurder zijn. "Als ik gangbaar was blijven boeren, dan zou ik roofbouw plegen op dit land. Die bollen zijn dan goedkoper, maar iemand moet uiteindelijk de prijs betalen voor de schade."
De pesticiden in de gangbare teelt belanden in drinkwaterbronnen, insecten hebben het moeilijker en omwonenden krijgen de stoffen binnen. "Ons water komt schoner uit onze akker dan gangbaar. Wij helpen de drinkwaterbedrijven, zou je kunnen zeggen."
De eerste vijf jaar was het keihard werken en doorzetten, jaren waarin hij aanvankelijk tonnen verlies draaide. "Het was een onzekere tijd. Ik had minder opbrengst en hogere kosten, maar je moet wel rendement halen om vaste lasten te betalen. Het is maar goed dat je niet alles van tevoren weet. Anders was ik er misschien niet aan begonnen. Maar je krijgt er ook veel voor terug."
Magneet voor vogels en insecten
Zijn landschap wordt nu omschreven als een magneet voor vogels, vlinders en andere insecten. Een enorme rijkdom. En dan te bedenken dat hij geen bioboer is geworden om de wereld te verbeteren. "Het doel was gewoon om zoveel mogelijk bollen te verkopen", zegt hij.
Hoe kijkt hij naar gangbare boeren die werken zoals hij vroeger deed? "Ik weet dat het heel makkelijk is om hulpstoffen te gebruiken zoals pesticiden. Dat geeft een gevoel van veiligheid. Mensen gaan ook naar de dokter, dan krijg je een penicillinekuurtje, waarom zou je dat niet ook in de landbouw gebruiken? We leven in een vrij land, ik veroordeel niemand."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
In het maatschappelijk debat wordt wel geoordeeld en veroordeeld. "Ik weet er te veel van", schreef GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet op X begin deze maand toen ze vanuit de trein naar een bollenveld keek. De laatste maanden is veel ophef over de lelieteelt, bijvoorbeeld in het Drentse Boterveen of in het Limburgse Sevenum, waar bezorgde omwonenden naar de rechter stapten.
"Ik heb veel gangbare bollenkwekervrienden", zegt Huiberts. "Als ik ga zitten zeuren dat ze het anders moeten doen, moet ik nieuwe vrienden zoeken. Als een bollenkweker interesse heeft, kan-ie komen koffiedrinken. Dan laat ik alles zien. Ik heb nergens een octrooi op. Ik gebruik gewoon de natuurwetten. Maar ik ga niet zeggen dat-ie het ook zo moet doen."
'Hij wil een voorbeeld zijn'
Liedewij Loorbach bevestigt het beeld: Huiberts is een boer die anderen niet graag terechtwijst, vertelt ze. Loorbach is van Sprinklr, een online winkel voor biologische planten. Een dag eerder is ze nog bij hem langs geweest om een nieuwe bestelling te doen. "We hebben op 50 procent groei aangekocht. Wij verdubbelen ieder jaar."
Huiberts maakt 'eindeloos tijd om rondleidingen te geven', vertelt Loorbach. "Hij wil een voorbeeld zijn. Dat is zijn aanpak."
Van Loorbach mag het wat meer 'schuren'. "Wij zijn een missiegedreven bedrijf. Alle winst gaat naar onze missie."
Luxeproducten
Die missie is: herstel van de biodiversiteit. "Wij vinden: planten, en dus ook bloembollen, zijn luxeproducten. Ik snap het argument dat je vanwege de voedselzekerheid, en ook als er oorlog uitbreekt, enigszins zelfvoorzienend moet kunnen zijn en dat chemicaliën nodig zouden kunnen zijn. Maar dat argument kun je niet gebruiken voor bloemen en planten. Wij vinden dat je dan het zekere voor het onzekere moet kiezen en geen chemicaliën moet gebruiken."
Huiberts noemt ze een 'voorvechter' die ingaat tegen de stroom die na de Tweede Wereldoorlog is ingezet, waarin het draait om opschalen en voedselzekerheid. "John laat zien dat het met veel bloed, zweet en tranen ook biologisch kan. Iedereen die zegt: het kan niet, tegen die mensen kun je nu duidelijk zeggen: het kan wél."
Maar is dat niet heel makkelijk gezegd? Zitten consumenten wel te wachten op die biobollen? We vragen het Peter Leijten. Samen met zijn neef Jochem Stengs teelt hij gangbare bollen in de Noordoostpolder. Vijf jaar geleden startten ze een biologische tak met tulpen: Tulipsgreen. Een soort proeftuin, noemt hij het. Eerst op een halve hectare, inmiddels gaat het om 5 hectare.
"De vraag naar biologische bollen is nog niet extreem", zegt Leijten. "Het is niet zo dat het explodeert. Het groeit wel, hoor. Wat opvalt, is dat mensen die kiezen voor biologisch heel trouw zijn. Als je die eenmaal als klant hebt, dan blijven ze terugkomen."
'Gifbollen vind ik een vreselijk woord'
De motivatie van Leijten en zijn neef om óók biologisch te telen, ligt verscholen in het feit dat ze denken nog wat te kunnen leren. "Alle kwekers zijn ermee bezig: hoe kunnen we minder middelen gebruiken en toch ons gewas gezond houden? Er is veel discussie over de gezondheidsrisico's van gewasbeschermingsmiddelen. De hele bollensector trekt dat zich aan."
Gewasbeschermingsmiddelen, noemt hij de pesticiden dus. "Gifbollen, dat woord vind ik echt vreselijk. De middelen zijn er om het gewas te beschermen tegen ziekten en plagen. Als je ziek wordt dan gebruik je een medicijn, dan gebruik je ook niet het woord gif?"
Ziekte van Parkinson
Ook de ziekte van zijn vader speelt een rol om minder gebruik te maken van pesticiden. "Hij heeft nu de ziekte van Parkinson. Dan denk je weleens: zou het komen door gewasbescherminigsmiddelen? Dat is nog niet te bewijzen, maar het is wel een van de motivaties om daar kritisch naar te kijken. In de jaren 60 werden boeren er nog veel meer aan blootgesteld, mijn vader ook. Als de wind verkeerd stond, kreeg je de stoffen zo in je nek."
Leijten wil 'zijn jongens' daar niet aan blootstellen. "Wij hebben ook een spuit, best wel een gevaarte als je dat niet gewend bent, maar die zorgt er met luchtondersteuning voor dat het middel precies komt op de plek waar je het wil hebben. Ons doel is om de omgeving daar niet aan bloot te stellen."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Leijten wil dus zo min mogelijk pesticiden, maar gaat vooralsnog niet helemaal om, zoals zijn collega in Noord-Holland. "Wij zullen voorlopig ook gangbaar blijven telen. Alles omgooien naar bio, dat zie ik momenteel niet zitten."
Vraag en aanbod
Maar waarom dan niet? Hij zegt dat het een kwestie is van vraag en aanbod. Zo wordt de helft van zijn afzet geëxporteerd, vooral naar China en Japan. "Deze landen stellen hele hoge fytosanitaire eisen. Ik kan daar met mijn biopartijen nog niet aan voldoen. En daarnaast helpt het niet mee dat er vanuit deze landen totaal geen vraag is naar biologisch geteelde producten."
Sterker nog: Leijten móet wel spuiten tegen een luis die een vervelend virus verspreidt, legt hij uit, anders nemen dit soort Aziatische landen de bollen niet af. Het merendeel van de bloembollen is voor de export.
Dat klopt, zegt boer Huiberts. "Nederland is een exportland. Wij dansen naar de pijpen van de landen die onze producten afnemen. Wij zijn afhankelijk van die landen." Eigenlijk, zegt deze bioboer, zou je wat aan dat systeem moeten doen. "Maar daar is niemand mee bezig." Peter Leijten beaamt dit.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Zelf zit hij zijn tijd wel uit. Huiberts is 62 en op zoek naar een opvolger. Als die niet wordt gevonden, zijn straks bijna nergens biologische bollen te vinden. "Als ik 30 was, zou ik zeggen: ik ga kijken om uit te breiden naar China. Maar we hebben onze handen al vol aan de Nederlandse en Belgische markt. De dagen zitten al vol."
Er zouden dus nog wel wat gifvrije bollentelers bij mogen komen, want er is vraag genoeg. Toch zal het merendeel gangbaar blijven telen, verwacht Huiberts. "Het gaat de verkeerde kant op, omdat wij goedkoop voedsel willen. Wij hebben ook een tijdje biologische worteltjes geteeld, maar op een gegeven moment dacht ik: dit heeft geen zin meer."
Handelingsperspectief
De biologische markt zal klein blijven, maar wel groeien, verwacht Liedewij Loorbach van Sprinklr. "Er zijn steeds meer zorgen over pesticiden, vooral door mensen die in de buurt van bollenvelden wonen. Die verhalen komen steeds meer naar buiten. Het aankopen van biologische bollen geeft mensen handelingsperspectief. Ze vragen: wat kan ik zelf doen om het gebruik van pesticiden te stoppen?"
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.