Ratten hier, ratten daar, 'maar noem het niet te snel een plaag'
Ratten, erg veel ratten: verschillende Nederlandse steden worstelen ermee. Deze week meldt ook Terschelling dat de rat sinds kort is teruggekeerd op het eiland. De gemeente wil het dier zo snel mogelijk verjagen. De weerzin is groot, maar is het wel zo erg dat de rat in ons midden leeft? We spraken enkele deskundigen.
We hebben de aanwezigheid van de rat voor een belangrijk deel aan onszelf te wijten, zegt Bastiaan Meerburg, rattendeskundige en voormalig directeur van Kenniscentrum Dierplagen (KAD). "Dat de rat op veel plekken rondloopt, is een exponent van onze slordigheid", zegt hij. "Hoe meer afval wij laten rondslingeren, hoe makkelijker de populatie zich voortplant en kan groeien."
De rat is op zichzelf helemaal geen probleem, vindt hij. Ratten hebben namelijk ook een functie. Ze ruimen bijvoorbeeld kadavers van dode dieren op. "Maar het moeten er niet te veel worden", zegt Meerburg. "Niet zo veel dat ze overlast voor mensen beginnen te geven. Alles draait om de aantallen."
Een rat is nog geen plaag
Ook Dave de Jonge, teamleider Dierplaagbeheersing bij de GGD Amsterdam, zegt dat de aanwezigheid van ratten op zichzelf niet het probleem is. "Als ze met een miljoen exemplaren in het riool zitten, is dat prima. Maar je wil ze niet te vaak zien en horen."
Bij beheersbare aantallen zijn ze zelfs goed voor de leefomgeving, vindt hij. "In de riolen eten ze bijvoorbeeld de vetten op die mensen wegspoelen. Ze hebben hun rol in ons ecosysteem."
Hij benadrukt dat het uitroeien van ratten daarom niet het doel is van het beleid; dat is het bestrijden van overlast. Ratten uitroeien zou niet eens lukken, maar belangrijker: je moet het niet willen. Dus als we een paar ratten door een stadspark zien rennen of langs waterkanten zien scharrelen, moeten we volgens hem niet te snel van een 'plaag' spreken. Het is pas een plaag wanneer de overlast toeslaat.
Overlast betekent volgens De Jonge vooral: ratten die onze woningen en directe leefomgeving binnentrekken. "In Amsterdam zitten ratten ook in de huizen. In kruipruimtes en spouwmuren bijvoorbeeld. Dan hoor je ze, zie je ze, en dan is het onprettig."
Op dit moment vindt hij het woord plaag te zwaar voor de situatie in de hoofdstad: "Ze zijn er, en ook best veel, maar veel overlast is er niet."
Slechte reputatie
Volgens Bastiaan Meerburg speelt de slechte reputatie van het knaagdier mee bij de weerzin die we vaak instinctief voelen tegen ratten, maar hij noemt die reputatie tegelijk 'niet geheel onterecht'. "De reputatie is deels gebaseerd op 'slechte pers', om het zo te zeggen. In films is de rat bijna altijd de slechterik - met uitzondering van de film Ratatouille dan. Hij leeft in riolen, dat vinden we een vies idee. Hij komt op vuil af. Tegelijk is het natuurlijk wel zo dat ze ziekteverwekkers bij zich kunnen dragen en die verspreiden. Dus de weerzin is ook begrijpelijk."
Dat begon met de builenpest, hoewel die technisch gezien werd verspreid door de rattenvlo die op ratten meeliftte. De pest is allang uitgeroeid, tegenwoordig verspreidt de rat nog wel andere besmettelijke ziektes, zegt Meerburg, met name onder landbouwhuisdieren. Denk aan varkenspest, salmonella en mond- en klauwzeer.
Maar het knaagdier is ook voor mensen niet helemaal onschadelijk: "Een aantal jaar geleden zaten er grote populaties ratten bij zwemwateren in Nederland", zegt Meerburg, "toen werden mensen die daarin zwommen ziek door leptospirose." Die ziekte, ook bekend als de ziekte van Weil, wordt door een bacterie veroorzaakt en is van dieren op mensen overdraagbaar.
Reguliere symptomen zijn heftige hoofdpijn, koorts, spier- en gewrichtspijnen en misselijkheid; in ernstige gevallen kunnen besmette mensen last krijgen van lever- en nierproblemen of hersenvliesontsteking.
De Jonge zegt dat Amsterdam om die reden speeltuinen en zwemwater extra goed in de gaten houdt: "Dat zijn potentiële plekken waar het mis kan gaan. Kinderen stoppen zand in hun mond waar mogelijk bacteriën in zitten."
Volgens Meerburg blijkt uit onderzoek dat mensen die veel ratten in hun leefomgeving zien, minder gelukkig zijn en meer stress ervaren. Geen wonder dus dat we de rat liever kwijt dan rijk zijn. "Het klinkt ouderwets", zegt Meerburg, "maar door meer reinheid en properheid in onze leefomgeving, kunnen we de populatie zelf beperken."
Door de kruipruimte
Ook De Jonge van de GGD wijst op het belang van rondslingerend voedsel en afval. "Dat is een moeilijk probleem in steden. Horecaondernemers zetten afval buiten, in het centrum zetten bewoners hun afval eens per week aan de weg om opgehaald te worden. Tegenwoordig zijn er vaak mensen op zoek naar blikjes in afvalbakken, ook daardoor slingert er van alles op straat. Ik zeg weleens: ratten hebben 'bed and breakfast nodig'. Bed is de natuur, die is overal. Hun breakfast is het eten dat wij laten slingeren."
Volgens De Jonge kunnen Nederlanders ook zelf veel meer doen om ratten buiten woningen te houden. "Als mensen bestrijders bellen, denken ze vaak: die lost het op voor mij. Maar zoals gezegd is uitroeien geen duurzame oplossing. Het is simpelweg niet haalbaar. Ratten komen vaak de kruipruimte in door de loze ruimte rond leidingen die het huis binnenkomen. Aan een centimeter hebben ze vaak genoeg. Dat kun je heel eenvoudig oplossen door er staalsponsjes tussen te proppen."
Veel mensen gebruiken purschuim om hun woning 'ratproof' te maken, weet De Jonge, maar 'daar lachen ratten om'. Hun tanden, zegt hij, zijn zo hard als porselein en pur beschouwen ze als een feestmaal.
Op het Waddeneiland Terschelling hadden ze een tijdlang geen ratten, maar een paar dagen geleden meldde de gemeente dat het dier nu toch is opgedoken. Het eiland wil het dier zo snel mogelijk weer verjagen en vraagt bewoners melding te maken wanneer het knaagdier wordt gespot.
Dat de rat de oversteek heeft gemaakt naar Terschelling, hoeft voor de biodiversiteit op het eiland in elk geval niet verstorend te zijn, verwacht Meerburg. Hij wijst erop dat de diersoorten op het eiland dezelfde zijn als in de rest van Nederland, waar de rat ook naast andere soorten bestaat. "Er zijn wel eilanden geweest in de Stille Zuidzee waar populaties van vogels uitgeroeid werden omdat de eieren uit de nesten werden geroofd door ratten, maar dat risico speelt op Terschelling minder."