Sekte verklaarde hem voor gek, maar toch werd Jan politieman: 'Ze wilden me laten verdwijnen'
Jarenlang werd Jan van der Winden (54) voor gek verklaard, opgesloten en opgejaagd door de gesloten gemeenschap waarin hij opgroeide. Uiteindelijk wist hij uit de wurggreep van de beweging te ontsnappen en het imago van 'gekke Jantje' van zich af te schudden. "Ik voelde altijd dat er iets niet klopte."
"In zekere zin werd ik al gek geboren." Jan komt ter wereld op een psychiatrische afdeling, waar zijn moeder op dat moment is opgenomen vanwege haar depressie. "Het ging een periode niet goed met haar. Ik denk dat de antroposofische beweging voor haar voelde als een warm bad. Het gaf haar de veiligheid en geborgenheid die ze nooit had."
Jan is vier als zijn - inmiddels gescheiden - moeder hem meeneemt om een nieuwe man te ontmoeten. Al snel wordt duidelijk dat ze deze meneer wel heel lief vindt. "Ik vond het maar niks. Ik had een hele sterke band met mijn moeder en had altijd het gevoel dat ik haar – op een kinderlijke manier - moest beschermen."
Boos en dwars
Maar hoe boos en dwars Jan ook doet, de nieuwe liefde van zijn moeder komt al snel bij het gezin in huis wonen. Met hem, vult ook de antroposofische ideologie steeds meer het landelijk gelegen huis aan de rand van Driebergen. Alles – van onderwijs tot kleding en voeding – moest passen in de spirituele levenswijze zoals de Oostenrijkse filosoof en geesteswetenschapper Rudolf Steiner (1861-1925) die zou hebben bedoeld.
De antroposofie gaat ervan uit dat de geestelijke wereld toegankelijk is via innerlijke ontwikkeling. De ziel wordt gezien als verbindende factor tussen het aardse leven en de kosmos. Het verschilt hoe streng mensen de leer aanhouden. Sommigen brengen hun kinderen alleen naar de vrije school. Anderen gaan een stap verder en eten enkel biologisch, halen uitsluitend speelgoed in huis van natuurlijke materialen zoals hout, gaan naar een antroposofische huisarts en dragen paarse jurken en geitenwollensokken.
De nieuwe stiefvader van Jan - die inmiddels overleden is - was er een van de laatste soort. Als directeur van de vrije school in Zeist, had hij aanzien binnen de beweging. Ook zijn moeder was werkzaam op de school. Eerst als lerares, later als ondersteuner voor kinderen met leerproblemen.
Voetbal lekgestoken
"Ik voelde altijd dat er iets niet klopte. Deze wereld paste niet bij mij. Ik wilde voetballen, maar ook dat mocht niet." Als Jan toch met een voetbal op school verschijnt, wordt deze voor zijn ogen door een leraar lekgestoken. "'Als je voetbalt, schop je tegen de aarde', werd me nadrukkelijk verteld. Ik vond dit heel pijnlijk. Deze voetbal had ik van mijn biologische vader gekregen."
Jan verzet zich steeds meer tegen alle regels die hem worden opgelegd. Maar zijn drukke gedrag en kattenkwaad zorgen er juist voor dat hij meer wordt onderdrukt en uitgesloten. Fysiek geweld was geen uitzondering, zowel thuis als door docenten op school. "Ik werd regelmatig aan mijn oren de klas uitgesleept en in afzondering op de gang gezet. Op sommige dagen zag ik maar een half uur het klaslokaal. Soms bonkte ik uit frustratie met mijn hoofd tegen de muur. De overtuiging 'ik mag niet bestaan' nam plaats in mijn gedachten."
"Ik kon bij niemand terecht. Mijn biologische vader mocht ik een tijd niet zien. Ik begon het uiteindelijk normaal te vinden."
'Ik had maar één standje: verzet'
Als Jan vijftien is krijgt zijn moeder darmkanker. Jan moet toezien hoe zijn moeder wordt behandeld met alternatieve geneesmiddelen zoals kruidendrankjes en etherische oliën. "Pure kwakzalverij, we weten allemaal dat dit geen kanker geneest. Ik had maar één standje en dat was verzet. Door de deuren hardhandig dicht te gooien en te schreeuwen, maakte ik duidelijk dat ik het er niet mee eens was dat mijn moeder in een antroposofische kliniek lag."
Jan loopt steeds meer in de weg en wordt als lastpak gezien. Terwijl zijn moeder langzaam wegkwijnt, besluit zijn stiefvader dat het beter is als hij in de zorgvilla van de antroposofische huisarts gaat wonen: te midden van allerlei psychiatrisch patiënten. Zij schrijft hem het antipsychoticamiddel Haldol voor, een medicijn dat hallucinaties en onrust vermindert. "Ik wist niet wat het was, dus at het maar op."
Ziek en verdwenen
"Zo werd ik langzaamaan geframed in een ziektebeeld, waar ik niet aan kon ontkomen. De gesprekken met mijn antroposofische therapeuten kwamen weer terecht bij mijn stiefvader. Dat was ook het beklemmende eraan."
Opeens zit Jan – totaal verdoofd door de hoge dosering medicatie in zijn bloed- in de auto met zijn stiefvader en een brede man die hij niet kent. Waar ze heen gaan weet hij niet. Wat hij wel ziet, is dat de nummerborden langzaam overgaan van geel naar wit. Ze zijn in België en Jan wordt achtergelaten bij een antroposofische woongroep – die later een instelling voor verstandelijk gehandicapten blijkt te zijn. "Ze wilden me duidelijk laten verdwijnen. Anders had ik ook naar een instelling om de hoek gekund."
Jan weet te ontsnappen en belandt weer in de villa van de antroposofische huisarts. "Ik zie het nog voor me: ik stond in de wachtkamer en trof de huisarts onder aan de trap. In het voorbijgaan zei ze terloops tegen me: 'Je moeder is dood'. Ik zakte in elkaar toen ik het hoorde. Ik weet nog dat ik huilde zonder tranen. Ik was totaal naar binnen gekeerd."
'Alle onderdrukking kwam eruit'
Het is de druppel voor Jan die de week erna zijn spullen pakt en ergens buiten zijn tent opzet om de nachten door te komen. Terwijl hij naar het plafond staart, grijpen de emoties hem naar de keel. "Ik had het gevoel dat ze mijn moeder hadden vermoord. Alle onderdrukking kwam eruit. Ik werd als vanzelf naar de villa teruggevoerd." Daar gooit Jan een stuk of tien stenen door de ramen naar binnen.
Hij wordt opgepakt en belandt in een psychiatrisch ziekenhuis in Utrecht. "Ik kwam daar binnen als een verwarde jongen. Ik begon op een bepaald moment ook echt te geloven dat er iets mis met mij was. Ik durfde niet te vertellen wat me allemaal was overkomen."
Uiteindelijk komt Jan terecht bij psychotherapeut Rini. De eerste die hem recht aankijkt en dwars door Jan heen prikt. "Hij was de eerste die tegen me zei: 'Jan, volgens mij is er helemaal niets mis met jou'. Ik geloofde hem aanvankelijk niet. Ik zat toch aan de medicatie? Moet je nagaan wat voor invloed de beweging had gehad."
Eindelijk bewijs
Nu Jan beseft dat er een andere toekomst voor hem is weggelegd dan die van 'gekke Jantje', besluit hij zich – op aandringen van een politieman – aan te melden bij de politieacademie. "Ik vond het enorm spannend. Wat als het verleden me in zou halen? Wat als ze zouden ontdekken dat ik 'gek' was?"
Met vochtige ogen vertelt Jan over het moment dat hij de uitslag van de selectieprocedure thuisgestuurd krijgt. "Ik kon het niet geloven. Ik was toegelaten en las alleen maar positieve resultaten over mezelf. Ik moest ervan huilen. Ik was niet gek. En dat was niet alleen erkend, nu had ik ook bewijs: hier op het papier voor me."
Het gaat naar omstandigheden goed met Jan. Hij bouwt aan zijn toekomst en krijgt een leuke vriendin: Aster. Ook zij heeft banden met de antroposofie, maar pas als Jan ontdekt dat ze onderdeel uitmaakt van dezelfde harde kern waar hij zulke slechte ervaringen mee had, is het te laat: Aster blijkt zwanger. Dochter Myrthe wordt geboren. En kort daarna zoon Thies.
"Je kunt iemand wel uit de sekte halen, maar de sekte niet uit iemand. Wat ik ook probeerde, Aster trok steeds meer naar haar familie toe. Ik vond het verschrikkelijk om te bedenken dat mijn kinderen hetzelfde lot stond te wachten als ik. In deze context kon ik niks voor hen betekenen. Ik moest daar weg."
Rechtszaken en valse aangiften
Voor de tweede keer vertrekken uit de gemeenschap gaat niet zonder slag of stoot. Er gaan jaren voorbij waarin Jan rechtszaken voert om zijn kinderen te zien en verschillende valse aangiften te boven moet komen. "De beweging deed er alles aan om me koest te houden en te framen: ik was gek en wat ik over hen zei klopte niet.
Ik voerde een continue strijd om me hieruit te vechten. Ik keek altijd over mijn schouder, klaar voor de volgende aanval. Dat maakte me angstig en bang. Het ingewikkelde is dat juist erkende instanties zoals scholen, huisartsen en psychiaters ingezet worden tijdens deze manipulatie. Ze spannen samen en winden instanties buiten de gemeenschap ook om hun vinger."
Met behulp van de politie en de juiste advocaten weet Jan uiteindelijk de voogdij over zijn zoon te krijgen. "Ik ontving steeds meer alarmerende signalen van hem. Er ontstond eenzelfde dynamiek rondom hem als om mij vroeger. Ik herkende mezelf in Thies, ook hij verzette zich. Gelukkig heb ik de persoon kunnen zijn voor mijn zoon die ik nooit had: iemand die hem hielp om los te komen uit de greep van de beweging."
Sektespecialist politie
Deze hulp biedt Jan nu ook aan anderen. In de jaren dat hij zich probeert los te vechten van de antroposofische beweging, weet hij de politieopleiding af te ronden. Stap voor stap verovert hij zijn plek binnen het politiekorps. 'Gekke Jantje' groeit binnen het korps uit tot vertrouwenspersoon en specialist op het gebied van sektes en gesloten gemeenschappen. "De politie was altijd mijn veilige haven. Ik gun anderen ook die daadkrachtige politie die ik zelf heb ervaren toen ik gevaar liep."
Waar dat mogelijk is, want Jan merkt – tot zijn verdriet – wel dat de aanpak van sektes hier een ingewikkelde zaak is. Door een gebrek aan wetgeving dreigt Nederland volgens andere landen een heus 'sektewalhalla' te worden. "We zijn gewend dat een boef een bivakmuts draagt. Maar in dit geval kan het de leraar of priester zijn. Als je weet wat er speelt en er dieper induikt, kom je bijna altijd strafbare feiten tegen." Mede dankzij Jan zijn jarenlange toewijding, opent het eerder gesloten overheidsmeldpunt stichting Fier medio 2025 weer haar deuren. Hier kunnen slachtoffers van sekten en familie terecht voor hulp.
Naast zijn werk bij de politie richtte Jan samen met zijn huidige partner Gerrie een jaar geleden ook een eigen coachingbedrijf op, waaruit ze lezingen geven over het onderwerp en personen met een sekteverleden begeleiden. "Heel veel mensen ervaren zo’n gesloten gemeenschap als een gevangenis. Je hoeft niet altijd letterlijk thuis opgesloten te zitten. Het kan ook een kerkgemeenschap of levensovertuiging zijn die je gevangenhoudt."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.