Zeker 440 donorkinderen van LUMC hebben meer dan 25 halfbroers of -zussen
In ieder geval 440 nakomelingen die zijn verwekt via de zaaddonorbank in Leiden blijken meer dan 25 halfbroers of – zussen te hebben. De administratie van de bank, die in 2004 werd opgeheven, blijkt heel onvolledig. Zo is het van 102 personen niet te herleiden van welke donor het zaad is gebruikt.
Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) naar de zaaddonorbank van het toenmalige Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL). Om incest en inteelt te voorkomen, mochten spermadonoren in Nederland maximaal 25 kinderen verwekken. Bij het AZL is die grens dus vaak overschreven.
Gevoel van bedrog
In totaal kwamen er 1173 nakomelingen voort uit de donorbank. Gisteravond werd het rapport met ouders en donorkinderen besproken. "Bij betrokkenen heerst een gevoel van bedrogen te zijn door het nieuws over de onvolledige administratie en het overschrijden van het maximumaantal nakomelingen", schrijft het LUMC. Het centrum zegt zich te realiseren dat de bevindingen een grote impact hebben.
"We nemen onze verantwoordelijkheid door, voor zover mogelijk, openheid van zaken te geven en daarmee zoveel mogelijk duidelijkheid te kunnen geven aan alle betrokkenen", zegt LUMC-bestuurder Martin Schalij in een verklaring.
"Het rapport heeft ook uitgewezen dat er eerder dan in 2023 aanwijzingen zijn geweest van een onvolledige administratie. We realiseren ons dat - met de kennis van nu - eerder naar deze aanwijzingen gehandeld had moeten worden om betrokkenen te informeren. Dat dit niet is gedaan, betreuren we ten zeerste", vervolgt hij.
Kunstmatige inseminatie
Het AZL/LUMC heeft van 1977 tot 2004 een donorbank gehad voor kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID). Naar aanleiding van verzoeken van KID-nakomelingen om informatie over donoren, is het archief van de donorbank in 2023 geanalyseerd. Toen bleek dat bij negen van de 115 donoren het toegestane maximumaantal van 25 nakomelingen per donor is overschreden.
Naar aanleiding van de bevindingen riep het LUMC moeders en nakomelingen begin dit jaar op om zich te melden. Een kwart van alle betrokkenen heeft op de oproep gereageerd. De meeste verzoeken tot meer informatie waren afkomstig van ouders, gevolgd door nakomelingen en donoren.