Olivier (14), moedige sportfanaat en onverbeterlijke optimist, is overleden
Olivier Lamers, die in augustus nog enthousiast vertelde over zijn sportieve toekomst nadat hij het hele behandeltraject voor botkanker had doorlopen, is overleden. Terwijl hij revalideerde van een beenamputatie, kwamen in september onverwacht uitzaaiingen aan het licht. Olivier is 14 jaar geworden.
Olivier, sportfanaat in hart en nieren, had deze zomer alweer plannen voor een skireis. Na de lange schoolvakantie, als Olivier had geleerd opnieuw te lopen en rennen met zijn nieuwe beenprothese (in recordtempo, uiteraard), zou hij het sporten zo snel mogelijk weer oppakken. "Hockeyen natuurlijk", zei hij daar toen over in een zondaginterview van RTL Nieuws. "Fietsen ook. Voetballen met vrienden. Snowboarden...."
Een zwemprothese moest er ook komen, vond Olivier, maar dan wel eentje waarmee je kunt rennen en van de kant het water in kunt springen. "Baantjes trekken is een beetje saai", zei hij er lachend bij.
Het ging goed met Olivier, heel goed zelfs
Dat was op 30 juli van dit jaar. Het interview vond toen plaats op een zonnige dag, buiten op het terras van een vakantiewoning op de Veluwe, met vader Armand Lamers en moeder Machteld Mentink. Zijn jongere broers Ceder en Quirijn speelden in het zwembad.
Het ging goed met Olivier. Heel goed zelfs, zeker als je bedenkt dat hij herstelde van botkanker en een operatie. Eind 2023 had er opeens een pijnlijke bult op zijn enkel gezeten; hij kreeg een chemobehandeling, en op 26 april werd zijn been onder de knie geamputeerd. In dat traject werd hij niet alleen gesteund door familie en vrienden, maar ook door de hockeyers van Oranje - wat Olivier 'echt prachtig' vond.
Maar dat was allemaal achter de rug. Klaar, gedaan. Nu vertelde hij hoe hij anderen wilde inspireren met zijn (aanstekelijke) optimisme en doorzettingsvermogen. Hij vertelde hoe hij de toekomst voor zich zag.
Veel sporten dus, zoals hij dat al zijn hele leven deed. Daarom had hij gekozen voor amputatie van zijn onderbeen. Het been redden had ook gekund, maar dat zou dan altijd kwetsbaar blijven voor de zware belasting die bij sporten komt kijken. Sporten was zijn lust en zijn leven, dus koos hij voor een prothese – die hij toen nog maar een paar dagen had. Hij zag een korte periode van aanpassen voor zich, en dan hup, gewoon weer door... niemand die hem tegen kon houden.
Het onwerkelijke nieuws
Nu, een paar maanden later, vertelt zijn moeder Machteld over de periode na de zomer. "Hij ging na de zomervakantie weer fulltime naar school. Hij trainde voorzichtig weer mee met zijn hockeyteam. Olivier genoot enorm van het gewone leven en zijn vrijheid. Met school zijn ze nog naar Londen geweest. Olivier ging gewoon mee, soms in een rolstoel omdat hij nog geen lange stukken kon lopen op de prothese. Hij vond het geweldig. Zijn vrienden waren bij hem, hij zat er in een gastgezin."
Een dag na die trip had Olivier nog een logeerfeest met vrienden, op een zaterdag. Twee dagen later, op maandag 16 september, hoorden ze bij een routinecontrole in het Prinses Máxima Centrum het onwerkelijke nieuws: de kanker bleek uitgezaaid naar de longen. Een scan liet zien dat er meerdere plekjes zaten.
"Dat was een klap", zegt Machteld, "het kwam onverwacht, juist omdat het herstel na de operatie zo goed ging en hij de beste kans leek te hebben. Maar ook daar ging hij positief mee om. Hij nam het zoals het kwam en maakte er het beste van."
Er stonden hem nog meer tegenvallers te wachten. Olivier kreeg een complicatie bij de chemokuur. "Hij ging heel snel hard achteruit, op een gegeven moment was hij zelfs niet meer aanspreekbaar. Vreselijk. Onwerkelijk. In één week ging hij van een op het oog kerngezonde jongen naar een doodzieke patiënt."
Onvergetelijke weken
Tijdens het behandeltraject kreeg hij een infectie en kroop hij 'door het oog van de naald'.
"Overigens kreeg Olivier ook in deze moeilijke periode opnieuw een kaart van de Oranje-hockeyers", vertelt Machteld.
Door de bestralingen knapte Olivier opeens behoorlijk op. Hij kreeg zijn energie terug, waardoor hij nog kon genieten van een op maat gemaakte 'Opkikkerdag'.
"En hij kreeg ook zijn eetlust terug", zegt Machteld. "We zijn toen nog naar het Vondelpark geweest en hebben op het terras gezeten. We hebben nog samen kipnuggets gemaakt en croissantjes gegeten. We zijn zelfs nog op een korte vakantie in Zeeland geweest. Dat we die goede periode nog hebben gekregen, is een enorm cadeau. Het waren echt twee onvergetelijke weken."
De realiteit haalde hem echter toch weer in: een PET-scan eind november wees uit dat de kanker 'werkelijk overal' zat. "Van top tot teen. Er was gewoon niets tegen opgewassen."
Olivier verloor zelfs in deze periode zijn gevoel voor humor niet. Zijn broertje Ceder dacht aan een scheerapparaat, omdat bij hem de baardgroei nu begint. "Hij zei tegen Ceder dat die het scheerapparaat van Olivier wel kon krijgen. 'Dat heb ik waarschijnlijk al voor de laatste keer gebruikt', zei hij tegen zijn broertje."
De laatste nacht
Een week later, op woensdag 4 december, overleed Olivier.
In zijn laatste weken heeft Olivier nog een Make-A-Wishdag gehad. Met zijn vriendengroep, vijftien man sterk, gingen ze naar een gamehal in Purmerend – want ja, zolang je er was, moest je iets van het leven maken. De dag werd afgesloten bovenop de A'DAM-toren aan het IJ, waar ze op de schommels hebben gezeten die je op het dak van het gebouw over de rand laten bungelen. Aansluitend was er een diner met de familie. "Hij genoot daar enorm van", zegt zijn moeder.
Olivier koos zelf het moment voor palliatieve sedatie. Eerst kwamen zijn beste vrienden nog langs. Toen was het tijd. "We hadden afgesproken dat we met z'n vijven die laatste nacht in zijn kamer zouden slapen. De hond lag ook op bed. We hebben de matrassen op de grond gelegd en zijn bij hem gebleven. We waren er de volgende middag bij toen hij zijn laatste adem uitblies."
Olivier heeft geen pijn gehad, zegt Machteld. "En hij bleef tot het eind zoals we hem kennen: rustig, realistisch."
"Het afgelopen jaar is geen verloren jaar geweest met Olivier", zegt Machteld. "We hebben intens veel tijd samen doorgebracht. Hoewel een puber normaal gesproken los zou moeten komen van zijn ouders, heeft hij ons tijdens zijn ziekte noodgedwongen heel dichtbij laten komen. Dat was prachtig en ondanks het verdriet alsnog een zeer dierbare herinnering."
"Het is nog steeds onwerkelijk", zegt Machteld nu, zes dagen na zijn overlijden. "Het is zo jammer dat we hem niet beter hebben kunnen maken. Hij heeft intens geleefd en daarbij veel mensen geraakt en aan elkaar verbonden. Dat had natuurlijk nog veel langer en meer moeten zijn, maar dat heeft helaas niet zo mogen zijn."