Elk jaar een dag minder winter mede door sterke afname koude oostenwind
Ieder jaar gaat er in Nederland ruim een dag van de winter af. Dat wil zeggen: een dag met winterse temperaturen. Daarnaast kent de winter in ons land tegenwoordig vaker westenwind en minder vaak koude noorden- en oostenwind.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het KNMI, in antwoord op vragen van RTL Nieuws. Daar komt bij dat de wind, als die nog wél uit het noordoosten waait, een stuk warmer is geworden. Vandaag begint de winter. Maar de kans dat dit een strenge winter wordt, is flink kleiner dan dertig jaar geleden.
Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de wind, in combinatie met klimaatverandering. Waaide de wind gedurende de vorige eeuw in de meeste jaren voor meer dan 40 procent uit het noorden of oosten, tussen 2011 en 2020 is dit gedaald tot gemiddeld nog maar 25 procent.
Westenwind
De hoeveelheid westenwind daarentegen nam in die periode juist flink toe. Gedurende de hele vorige eeuw waaide de wind gemiddeld minder dan de helft van het jaar uit het westen. Nu is dat toegenomen tot meer dan 60 procent. De hoeveelheid zuidenwind is nauwelijks veranderd.
Peter Siegmund van het KNMI zegt: "Nederland warmt twee keer zo snel op als het mondiale gemiddelde. In de winter is de opwarming versterkt doordat er vaker westenwind en minder vaak noord(oosten)wind is. Bovendien valt er door de grotere hoeveelheid westenwind meer neerslag."
Om te begrijpen hoe het klimaat in Nederland verandert, is het volgens Siegmund dus ook belangrijk om te weten hoe de wind(richting) verandert.
'Verloren winterdagen'
De situatie in Nederland staat niet op zichzelf. Ook in andere landen op het noordelijk halfrond zijn er minder vaak winterse temperaturen, stelt de organisatie Climate Central in een recente analyse.
Klimaatverandering, veroorzaakt door het verbranden van olie, kolen en aardgas, zorgt voor steeds meer winterdagen met temperaturen boven nul, oftewel 'verloren winterdagen'.
In het onderzoek is gekeken naar de dagelijkse minimumtemperatuur in 123 landen gedurende december, januari en februari in de afgelopen tien jaar (2014-2023). Daaruit blijkt dat de winter in bijna al die landen duidelijk is veranderd als gevolg van klimaatverandering.
Minder vorstdagen
44 landen hebben ten minste één extra week met dagen boven het vriespunt gekregen, oftewel minder vorstdagen tussen december en februari.
Met andere woorden: de door de mens veroorzaakte opwarming zorgt voor een week extra winterdagen zónder vrieskou. 25 landen, waaronder Frankrijk, Italië en ook Nederland, hebben jaarlijks te maken met tussen één en twee weken aan verloren winterdagen.
En dan zijn er nog landen met elk minstens drie weken aan verloren winterdagen, zoals Denemarken, Estland en Litouwen.
Uitschieters
Enkele steden steken er helemaal bovenuit: die hebben er ongeveer een maand zonder vorst bijgekregen, zoals Turijn, Fuji (Japan) en Bergen in Noorwegen. In die laatste stad, Bergen, gaat het om jaarlijks 29 extra dagen boven nul als gevolg van door mensen veroorzaakte klimaatverandering.
Minder winterkou heeft invloed op sneeuwval, wintersport, watervoorziening, lenteallergieën en gewassen. Ook speelt het een cruciale rol in de levenscycli van dieren en insecten en beïnvloedt het ecosystemen in de rest van het jaar, stelt Climate Central.
Vrieskou in Nederland
Om in Nederland echte vrieskou te krijgen is traditioneel (noord)oostenwind nodig. Daarbij wordt vaak koude lucht aangevoerd uit landen met lagere wintertemperaturen. Bij winterse oostenwind is het hier doorgaans koud, droog en zonnig.
De temperatuur ligt dan 's nachts en soms ook overdag ruim onder het vriespunt. Als de wind wekenlang uit die hoek komt, kan het overdag zelfs meer dan 10 graden vriezen, en ’s nachts kouder worden dan -20.
Minder dan één ijsdag per jaar
Als de uitstoot van broeikasgassen niet snel daalt, neemt in Nederland het aantal koudste dagen (ijsdagen waarbij ook overdag de temperatuur niet boven nul komt) af: van zes nu tot drie in 2050 en minder dan één eind deze eeuw.
Dit zijn ook de omstandigheden waarbij een Elfstedentocht in het vizier komt. Maar de kans hierop is enorm geslonken, zelfs meer dan gehalveerd. Inmiddels is de laatste Elfstedentocht (4 januari 1997) bijna 28 jaar geleden.
Vuistregel Elfstedentocht
Om nog kans te maken op een Elfstedentocht is een lange periode met vorst nodig. Een vuistregel is dat de temperatuur gemiddeld over vijftien dagen in De Bilt onder de min 4,2 graden moet liggen.
Ook in een wintersportoord als het Duitse Winterberg, voor veel Nederlanders niet eens zo ver rijden, zijn de gevolgen van klimaatverandering merkbaar, zie je in deze video:
Vaak gingen Elfstedentochten gepaard met noordoostenwind. Maar juist in Noord-Europa stijgt de wintertemperatuur het meest. Hoewel nog niet helemaal uitgesloten, is de kans op lange tijd noordoostenwind en bijbehorende lage temperaturen dus een stuk kleiner geworden.