Pijnlijk maar waar: hoe meer kippen buiten scharrelen, hoe meer PFAS in de eieren

Een jaar geleden lieten hobbykippenhouders massaal hun eieren testen op PFAS. Wat zijn we inmiddels wijzer? Eén pijnlijke conclusie is: kippen die veel buiten rondscharrelen, hebben over het algemeen (veel) hogere PFAS-waarden.
Dat blijkt uit onderzoek, onder andere van Ivar Lanting van de Antea Group, die PFAS-onderzoek doet voor diverse overheden.
Vorig jaar rond deze tijd kreeg Lanting veel eieren opgestuurd van hobbykiphouders om te testen op PFAS. Om de resultaten beter te kunnen duiden, vroeg hij de kippenhouders destijds om aanvullende informatie. Hoe leefden de kippen? En wat kregen ze te eten?
"We hebben inmiddels wat meer achtergrondinformatie", zegt Lanting. "Het blijkt dat hoe meer kippen vrij rondlopen, hoe hoger de concentraties PFAS in de eieren." Ook eieren van oudere kippen bevatten hogere PFAS-waarden.
Type voer
Er werd ook gekeken naar het type voer. Kippen die uitsluitend voer uit de winkel kregen, hadden 'echt lagere waarden', aldus Lanting. Lager dus dan kippen die deels zelf naar voedsel zochten. Verder werden ook planten onderzocht, zoals gras en bladeren waar kippen van eten. "Dat bleek niet de bron te zijn."
Wat dan wel? Dat antwoord is er nu ook. Kippen zijn er dol op: regenwormen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat wormen in de grond hoge PFAS-waarden bevatten. Kippen eten de wormen, waardoor PFAS, vooral de stof PFOS, in de eieren terechtkomt.
PFAS: handig en giftig
PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) is een verzamelnaam voor een groep chemische stoffen. PFAS hebben handige eigenschappen: ze hebben een water- en vetafstotende werking. Ze worden verwerkt in bijvoorbeeld blusschuim, pannen met een antiaanbaklaag of regenkleding.
Nadeel: PFAS breken niet of nauwelijks af in het milieu. Door milieuvervuiling kunnen ze in voedsel en drinkwater terechtkomen. Zo kunnen mensen ze binnenkrijgen en kunnen de stoffen zich langzaam ophopen in het lichaam.
Dus als je eieren eet van kippen die een goed leven hebben, krijg je meer PFAS binnen, is de conclusie. Ook een jaar na het advies van het Voedingscentrum blijft daarom gelden: eet zo min mogelijk eieren van eigen kippen. Daaraan kan nu worden toegevoegd: scharrelen de kippen vrij rond en eten ze wormen? Wees dan extra voorzichtig.
Jacob de Boer, hoogleraar Milieuchemie en Toxicologie aan de Vrije Universiteit, eet vanwege de hoge PFAS-waarden zelf ook geen vrije-uitloopeieren meer. "Heel erg tegen mijn zin in, overigens."
Hij legt uit waarom PFAS in je bloed ongewenst is. "Het tast het immuunsysteem aan. Mensen met veel PFAS in hun bloed hebben vaker last van leverschade en problemen met de schildklierfunctie."

Vorige maand werd bekend dat de helft van de omwonenden van chemiebedrijf 3M in het Antwerpse havengebied te hoge PFAS-waarden in het bloed heeft. Opvallend was dat mensen die eieren uit het gebied aten, hogere concentraties hadden.
"Daar is besloten om het advies om geen eieren te eten, te handhaven", zegt De Boer. "De waarden waren iets gedaald ten opzichte van een paar jaar geleden, wat suggereert dat dit een goede beslissing was."
Hoe kom je van PFAS af?
Twee vragen blijven openstaan: waar komt PFAS vandaan, en hoe raak je het kwijt? PFOS, een specifieke PFAS dat veel in eieren wordt gevonden, is voor zover bekend nooit in het productieproces van DuPont/Chemours gebruikt - een bedrijf waar in de omgeving veel PFAS in de grond zit. Wat dan wel de bron is van PFOS in de leefomgeving is onduidelijk.
En hoe komen we er vanaf? Volgens De Boer verdwijnt PFAS grotendeels uit je lichaam als je lang wacht.
"Het zijn forever chemicals; ze blijven extreem lang in het milieu. In het menselijk lichaam hangt het af van het type PFAS. Sommige, zoals PFOS, hebben een halfwaardetijd van vijf jaar. Stel dat je een waarde van 100 microgram per liter in je bloed hebt, dan zakt die na vijf jaar naar 50 en na tien jaar naar 25. Dat betekent dat het 15 jaar duurt voordat je onder de norm zit—mits je geen nieuwe PFAS binnenkrijgt."
Maar dat laatste is onmogelijk. PFAS zit overal. In de lucht, in de weilanden en in het oppervlaktewater, zoals ook wordt uitgelegd in deze video:
Ondertussen blijft PFAS overal om ons heen aanwezig, en zal het nog lang in de grond blijven zitten. "Er zijn enkele methoden om PFAS uit de bodem te verwijderen maar die zijn extreem duur", zegt Lanting. "Dat is ook nog volop in ontwikkeling."
Zowel Lanting als De Boer noemen fytosanering als mogelijke oplossing: een techniek waarbij planten, bomen en meststoffen worden ingezet om vervuiling uit de grond te halen. "Je laat bepaalde planten groeien die de schadelijke stoffen opnemen, en die voer je dan af", legt Lanting uit.
Werkt dit ook voor PFAS? Daar wordt nog onderzoek naar gedaan, zegt Lanting.
Dweilen met de kraan open
Zolang PFAS nog steeds in producten wordt gebruikt en door fabrieken wordt uitgestoten, is het dweilen met de kraan open, zegt hoogleraar De Boer. Een wereldwijd verbod is volgens hem de enige echte oplossing.
"Als je slechts een paar PFAS-varianten verbiedt, stappen fabrikanten over op andere soorten. Dat zag ik eerder gebeuren bij brandvertragers en stoffen in de textielindustrie, zoals broomverbindingen. Die werden eind jaren 90 verboden, maar daarvoor in de plaats kwamen 70 nieuwe varianten, waarvan sommige net zo schadelijk waren. Dat zal met PFAS ook gebeuren. Daarom is een wereldwijd verbod noodzakelijk."