VVD'er Dijkhoff richt actiegroep VON op voor 'milde meerderheid'

Voormalig VVD-bewindspersoon Klaas Dijkhoff heeft samen met drie oud-VVD-campagnestrategen een actiegroep opgericht om de democratie in Nederland te versterken. De stichting Voor Ons Nederland (VON) wil naar eigen zeggen een megafoon bieden voor de 'stille milde meerderheid', deze groep verenigen en hiermee tegenwicht bieden aan 'populistische en antidemocratische krachten'.
De actiegroep is een initiatief van Dijkhoff en wil, zo schrijft Dijkhoff samen met een van de strategen, Mark Thiessen, in een ingezonden stuk in het NRC, 'draagvlak en oplossingen' bieden. "Zodat onze democratie beter levert en de strijd aankan met de antidemocraten".
Geen politieke beweging
Het is niet de bedoeling dat de groep een eigen politieke beweging wordt, maar het doel is om de binnenlandse politiek als een soort denktank te beïnvloeden en om mee te denken en te praten over allerlei thema's.
Bij Voor Ons Nederland zijn ook andere oud-politici van andere partijen betrokken. Zo zijn oud-Europarlementariër voor D66 Marietje Schaake, voormalig PvdA-leider Lodewijk Asscher en oud-ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers betrokken bij de beweging.
VON wordt daarnaast gesteund door Nederlanders uit verschillende disciplines, zoals bondscoach Ronald Koeman, zanger Xander de Buisonjé, acteur Frank Lammers en schaatser Jutta Leerdam.
Volgens Thiessen is het idee van de groep dat betrokkenen bij de actiegroep over allerlei onderwerpen kunnen meepraten en expertise kunnen aandragen. "Denk aan thema’s als de demografie over twintig jaar, regelgeving, democratie", zegt Thiessen tegen het NRC, "Of het idee dat we over tien, vijftien jaar de goedkoopste energie van de wereld kunnen hebben."
'Concrete en uitvoerbare' plannen
VON wil ideeën ophalen uit de samenleving om Nederland vooruit te brengen en die vertalen in 'concrete en uitvoerbare' plannen voor de politiek.
Een woordvoerder legt uit dat de actiegroep de komende periode een goed beeld wil krijgen van onderwerpen die voor veel mensen belangrijk zijn. Daarna moeten daarover gesprekken op gang komen. Op welke manier dat gebeurt, bijvoorbeeld via onlineplatforms of tijdens fysieke bijeenkomsten, is volgens haar nog niet duidelijk.