Fatima zoekt haar broer tussen de rottende lichamen in Syrië: 'Zijn naam is Hussein'
De stank is enorm in het mortuarium van het Mujtahid-ziekenhuis in Damascus. Er liggen lichamen, of alleen ledematen, uitgedroogd of nog rottend. De lichamen zijn van doodgemartelde Syriërs zonder naam. Families, die al jaren in onzekerheid leven, zoeken hier wanhopig naar hun geliefden. Een reportage van verslaggever Omar Diab.
WAARSCHUWING: dit verhaal bevat expliciete beschrijvingen en foto's die als schokkend kunnen worden ervaren.
Mensen lopen huilend het mortuarium uit, met hevige armbewegingen, scheldend. Een vrouw houdt zich vast aan de muur en braakt haar maag leeg. "Als je geen vermiste hebt of iemand die gevangenzat, bespaar jezelf dit", zegt ze als ze een beetje is bijgekomen. "Dit is heel gruwelijk."
35 lichamen
Net als veel anderen is Fatima naar het ziekenhuis gekomen om te zoeken naar geliefden. Er zijn 35 lichamen van gevangenen die in de beruchte Saydnaya-gevangenis ('het menselijk slachthuis') zaten, naar het mortuarium gebracht. Daarvan zijn er 20 geïdentificeerd en opgehaald door hun families.
"Ik zoek mijn broer", vertelt Fatima. "Hij werd in 2014 opgepakt bij een controlepost van het leger van Assad. Sindsdien hebben we niets meer van hem gehoord. Het enige dat we weten is dat hij in Saydnaya vastzat." Als ze opnieuw het mortuarium in loopt en een lichaam ziet, valt ze flauw. Ze wordt naar buiten gedragen, waar ze bijkomt en water krijgt.
Ook Zahra is bij het mortuarium. Ze zoekt twee broers en twee neven. Ze werden opgepakt in Homs en zaten sinds 2013 in Saydnaya. Na de val van het regime is ze direct naar die vreselijke gevangenis gegaan. "Ik had gehoopt dat ze nog zouden leven", zegt ze. "Maar ze waren er niet. Daarom ben ik nu hier. Er is altijd hoop."
Rechts in het mortuarium bevinden zich tien koelcellen met lichamen van soldaten van het leger van Assad. Aan de linkerkant ligt een brancard met een lichaam erop.
Overal zijn de ontbindingskenmerken duidelijk zichtbaar. Het gezicht is bleek en de neus en mond zijn donker, bijna zwart. De borst is paarsblauw en de buik opgezwollen. In de ruimte hangt een geur van bedorven vlees en verrotte eieren. De penetrante geur dringt diep je neus en keel in.
Achter de koelcellen bevindt zich een klein kamertje waar 14 lichamen liggen, de meeste uitgemergeld. Op alle lichamen zijn sporen van marteling te zien. Sommige lichamen missen ogen. "Die zijn eruit gehaald bij de marteling, vlak voor ze stierven", zegt forensisch arts Mustafa.
Hij wijst naar losse ledematen die op de grond liggen. "Grof geamputeerd," zegt hij kortaf. "Vermoedelijk ook bij de martelingen."
Sommige lichamen zijn uitgedroogd, andere zijn in verre staat van ontbinding. Er lopen maden uit. De botten zijn door het rottende vel zichtbaar. Volgens arts Mustafa zijn de slachtoffers weken tot maanden dood.
De lichamen werden in een klein ziekenhuis bij Saydnaya aangetroffen, vertelt Mustafa. Ze werden gevonden zonder namen, zonder identiteit. "Alles wat we vonden, waren nummers die op de borst waren geplakt."
'Hij is er niet'
Fatima heeft intussen een derde poging om het mortuarium te betreden, ondernomen. Ze heeft de lichamen kunnen zien en loopt betraand weer naar buiten. "Hij is hier niet", zegt ze waarna ze een foto van haar broer laat zien op haar telefoon. "Zijn naam is Hussein."
"We zijn al drie dagen naar hem op zoek," zegt ze. "Moge Allah Assad straffen. Hij heeft ons hart gebroken." Ook Zahra heeft haar vier familieleden niet gevonden. "De lijken zijn zo verminkt en ontbonden dat het moeilijk is om er iemand in te herkennen."
Van alle dode lichamen worden foto's gemaakt. Deze hangen aan de muren van het ziekenhuis. "Als we hun naasten niet kunnen vinden binnen enkele dagen, worden ze op een respectvolle manier begraven", zegt arts Mustafa. "Zoals ze niet werden behandeld, toen ze nog leefden."