Gevangene 38 uit cel 13 overleefde deze martelgevangenis in Syrië: 'We sliepen boven op elkaar'
Martelingen, gedwongen verhoren en erbarmelijke omstandigheden: zo behandelde het regime van de gevluchte dictator Assad zijn gevangenen tot de val van het regime. Verslaggever Omar Diab van RTL Nieuws bezocht de beruchte martelgevangenis in Damascus, Far' Falastine, en sprak daar met gevangenen. 'Degenen die erin gaan, zijn verloren. Degenen die eruit komen, zijn voor altijd een ander mens'.
De gevangenis is te bereiken via een klein weggetje. Aan beide kanten van de weg staan aaneengesloten betonblokken, als bescherming tegen mogelijke aanvallen.
Overal op de weg zijn nog blokkades waar je zigzaggend langsheen moet richting de hoofdpoort van de gevangenis. Die is gemaakt van 50 centimeter gewapend beton en wordt elektrisch bediend. De poort zitten tussen een dikke muur van vijf meter hoog. Daarbovenop ligt prikkeldraad.
Afdeling 234
Bij de ingang zit een man op een oude stoel. "Welkom in Far' Falastine (vertaald: de Palestijnse afdeling red.), ofwel afdeling 235 van de militaire geheime dienst van Assad", zegt Abu Omar op verbitterde toon.
Hij zat hier drie maanden vast. "Ik ben hier nu om de pijn van de martelingen te herdenken", zegt hij. "Misschien om dit gruwelijke hoofdstuk van mijn leven af te sluiten, zodat ik me op de toekomst kan richten."
Gevangenis voor Palestijnen
Abu Omar is Syrisch-Palestijns. Hij woonde enkele kilometers van de gevangenis in het Yarmouk-kamp, waar veel Palestijnse vluchtelingen zitten. "Het is geen toeval dat de gevangenis vlak bij Yarmouk is gebouwd. Het is speciaal bestemd voor Palestijnen", zegt hij.
Far' Falastine heeft wereldwijd een vreselijke reputatie. De afdeling werd in 1969 opgericht. Sinds de jaren negentig komen er verhalen naar buiten over gruwelijke martelingen van Palestijnen en andere Arabieren in de gevangenis. Na het begin van de burgeroorlog in 2011 werden ook Syrische gevangenen naar Far' Falastine gebracht.
Nooit meer iets gehoord
Duizenden Palestijnen en Syriërs zijn er verdwenen, zonder dat hun families ooit iets hebben gehoord. "In Syrië zeggen we altijd deze zin als we het over deze gevangenis hebben: 'Degenen die erin gaan, zijn verloren. Degenen die eruit gaan, zijn voor altijd een ander mens'. Alleen mensen die geluk hebben, zoals ik, overleven deze gevangenis", zegt Abu Omar.
Volgens de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties heeft het regime van Assad sinds 2011 meer dan 130.000 van zijn tegenstanders gevangen gezet. Assad beschikte over tientallen gevangenissen die bedoeld waren om Syriërs te onderdrukken. Het precieze aantal is niet bekend, omdat er ook geheime gevangenissen waren, zoals in kelders of overheidsgebouwen.
10.000 gevangenen vrijgelaten
Inmiddels zijn de meeste gevangenissen gevonden door de rebellen. Ongeveer 10.000 gevangenen werden de afgelopen week bevrijd, maar een veelvoud daarvan is verdwenen.
"Ik ben bang dat we ze nooit meer zullen vinden," zegt een hoge functionaris van de rebellen. "Waarschijnlijk zijn ze allemaal omgekomen in de gevangenissen van Assad." Dit zou het aantal slachtoffers van de Syrische burgeroorlog op zeker 600.000 brengen.
Zo kondigden de rebellen vorige week de verovering van Damascus aan:
Een deel daarvan kwam in deze gevangenis, Far' Falastine. Als je door de hoofdpoort bent, kom je via de bewakingskamer bij de gevangenis. "Dit is het meest menselijke slachthuis van Assad in Damascus", zegt een van de rebellen die het gevangenis bewaakt.
Abu Omar laat de cel zien waar hij vastzat. Die is te bereiken via verschillende gangen, omringd door ijzeren hekken. "Dit was mijn cel", wijst hij. "Nummer dertien."
120 mensen in cel
De cel is tien meter lang en vier meter breed. De muren zijn vochtig en er hangt een scherpe geur, die doet denken aan urine. "Hier zat ik met ongeveer 120 mensen", zegt Abu Omar.
Op de muur staat een schema met nummers met namen ernaast. "Dit zijn de nummers die aan de gevangenen zijn gegeven", zegt hij. "Je mocht je naam niet zeggen tegen andere gevangenen. Je moest jezelf voorstellen met het nummer dat je was gegeven. Ik was gevangene nummer 38 in cel 13," legt hij uit.
Met nagels in muur
Het schema is in de muur gekerfd met de nagels van de gevangenen, vertelt hij. "De gevangenen tekenden dit schema zodat hun naasten wisten dat ze hier waren, voor het geval één van hen overleed door martelingen of naar een andere gevangenis werd overgebracht."
Abu Omar loopt een gang in waar kleine cellen zijn, twee meter lang en anderhalf meter breed. "Dit is het gedeelte waar gevangenen eenzaam werden opgesloten", zegt hij. De cellen hebben geen ramen en geen wc's. De muren staan vol met Koranverzen, kalenders en andere teksten, zoals 'het jaar is om'. Op de grond staan plastic bakjes met urine erin.
In deze video legt Abu Omar uit hoe hij in Far' Falastine werd gemarteld:
Er waren veel manieren van martelen door het regime van Assad. Elke officier had zijn eigen stijl, zegt Abu Omar, terwijl hij de kamer van zijn voormalige cipiers binnengaat. Op muur staat 'goden van de martelingen' geschreven.
De 'shabeh-positie'
Abdullah, die tot afgelopen maandag in de gevangenis zat, kent de 'goden van de martelingen' maar al te goed. "Ze hebben de 'shabeh-positie' op mij toegepast", zegt hij.
Deze vorm van marteling dwingt de gevangene in een pijnlijke en ongemakkelijke houding. Er wordt dagenlang, soms maanden, onophoudelijk luide muziek afgespeeld, het hoofd van de gevangene wordt bedekt met een zak. Slapen wordt onmogelijk gemaakt, de gevangene raakt totaal gedesoriënteerd. Ook worden ze getrapt en geslagen.
Abdullah toont twee littekens op zijn gezicht. "Ze staken een spies in mijn gezicht", zegt hij, waarna hij zijn rug laat zien: "Hier ook."
Voor Abdullah en Abu Omar is het tijdperk van repressie nu voorbij. "Eindelijk geen onrecht meer", zegt Abu Omar, waarna hij wegloopt, weg van die vreselijke gevangenis.