NYT: Israëlisch leger schoot hulpverleners Gaza door borst of hoofd

Opnieuw is er meer duidelijk geworden over de moord op vijftien hulpverleners in de Gazastrook vorige maand. Uit autopsierapporten die The New York Times heeft ingezien blijkt dat zeker vier van hen door het hoofd zijn geschoten, zes werden in de borst of rug geraakt. De meeste slachtoffers hadden meerdere schotwonden.
De dood van veertien Palestijnse paramedici en hulpverleners en één medewerker van de Verenigde Naties zorgde voor internationale ophef. De vijftien mannen werden op 23 maart in het zuiden van de Gazastrook doodgeschoten en in een massagraf gedumpt.
Herkenbare uniformen
Allemaal droegen de hulpverleners een uniform van De Rode Halve Maan, het Rode Kruis of de Palestijnse Civiele Nooddienst, blijkt uit de autopsierapporten waar The New York Times de hand op heeft weten te leggen.
Het Israëlische leger zei in eerste instantie dat ze op het konvooi begonnen te schieten omdat het onherkenbaar was. Later werd die verklaring aangepast en zei het leger dat een 'gevoel van dreiging' leidde tot de moord.
Videobeelden wezen er al op dat het leger loog, legde correspondent Pepijn Nagtzaam eerder uit:
Elf van de mannen hadden schotwonden, blijkt uit de autopsierapporten. Ook waren er slachtoffers die waren getroffen door granaatscherven. Verschillende lichamen misten ledematen. Het lichaam van één man mistte beide benen, schrijft The New York Times.
'Oorlogsmisdaad'
Het Israëlische leger meldde in eerste instantie dat negen van de gedode mannen bij Hamas of de Islamitische Palestijnse Jihad actief waren. Later werd dat aantal verlaagd naar zes. Hiervoor werd geen bewijs geleverd.
Het Israëlische leger wilde tegenover The New York Times niet reageren op de autopsierapporten.
Na het incident riep de Palestijnse Rode Halve Maan op tot een onafhankelijk internationaal onderzoek en zei 'dat het aanvallen van hun ambulancekonvooi een volwaardige oorlogsmisdaad is'.