'Een dodenmars': experts vrezen desastreuze gevolgen van aanval op Gaza-Stad

Terwijl Israël voorbereidingen treft voor een grootschalige aanval op Gaza-Stad, verslechtert de humanitaire situatie in de Gazastrook in rap tempo. Steeds meer Palestijnen vluchten voor het geweld, maar raken klem tussen hongersnood en bombardementen. Volgens experts dreigt een 'dodenmars' als het offensief verdergaat.
In de aanloop naar het Israëlisch offensief op Gaza-Stad wordt de situatie voor burgers met de dag nijpender. Vrijdag bevestigde de internationale voedselwaakhond IPC dat er nu officieel sprake is van hongersnood in delen van Gaza. Dat speelt vooral in Gaza-Stad.
Volgens hoogleraar humanitaire studies Thea Hilhorst bij Erasmus Universiteit is dat vooral een signaal naar de wereld, want de ramp speelt al veel langer. "De hongersnood is echt al aan de orde, al maanden eigenlijk. Dus het is niet een nieuwtje. Maar de officiële verklaring is wel een extra signaal. Nu is het echt."
Honger vaak niet doodsoorzaak
Tot nu toe zijn volgens het ministerie van volksgezondheid in Gaza 289 hongerdoden bevestigd. Maar dat is een enorme onderschatting, zegt Hilhorst: "Het dodental is heel veel hoger dan wat er gezegd wordt tot nu toe". Zij legt uit dat mensen die honger lijden veel vaker omkomen door iets anders, bijvoorbeeld een infectieziekte. "Honger is vrijwel nooit een rechtstreekse doodsoorzaak, maar altijd indirect". Honger speelt dus vaker een verzwakkende rol, wat niet altijd in de cijfers te zien is.
Sinds de aankondiging van Israëls offensief op Gaza-Stad, zijn Palestijnen massaal op de vlucht geslagen. Maar er is voor de meeste Gazanen geen plek om heen te vluchten. Zo'n 86 procent van de Gazastrook is in Israëlische handen.

Daarnaast is het niet mogelijk voor iedereen om de lange tocht naar het zuiden te maken. "Veel mensen zijn te zwak om opnieuw te vluchten. Ze zeggen: dan sterf ik maar hier. Ze zitten vast tussen de honger en de bombardementen", zegt Hilhorst.
Dodenmars
Hoogleraar Maurits Berger van de Universiteit Leiden schetst het scenario van massale verplaatsing zonder uitweg: "Je zou een soort dodenmars krijgen. Mensen die al doodgaan van de honger en vervolgens gedwongen worden om te vertrekken. Ik kan geen ander woord bedenken dan dodenmars."
Uit interne Israëlische militaire bronnen, onthuld door The Guardian, +972 Magazine en Local Call, blijkt dat 8900 van de 53.000 slachtoffers Hamas-strijders waren. 17 procent dus. Dat betekent dat 83 procent van de doden burgers zijn.
Het is een uitzonderlijk hoog percentage in vergelijking met andere conflicten. In Oekraïne gaat het bijvoorbeeld om zo’n 10 procent burgerslachtoffers. Het Israëlisch leger ontkent de gegevens niet, maar betwist wel de interpretatie.

Hilhorst is nauwelijks verbaasd. Zij wijst op de manier van oorlogsvoering: "Israël maakt voortdurend gebruik van hele zware militaire middelen. Voor één Hamas-strijder accepteren ze soms twintig burgerdoden. Dat vinden zij acceptabel, maar dat is het natuurlijk niet".
Berger wijst erop dat het niet alleen om aantallen gaat: "We weten uit rapporten dat Israëlische militairen doelgericht op burgers hebben geschoten. Op journalisten en op hulpverleners. Dat is het gruwelijke element hier."
Dat bleek vandaag opnieuw. Bij een Israëlische aanval op het ziekenhuis in Khan Younis zijn zeker vijftien mensen omgekomen, onder wie vier journalisten.
Wat wil Israël bereiken?
Hoewel Israël inmiddels het grootste deel van Gaza onder controle heeft, is het doel van het offensief volgens de experts onduidelijk. "Er is geen langetermijnvisie. Militair gezien is niet duidelijk wat Israël precies wil bereiken", zegt Berger.
Ook binnen Israël luidt er kritiek tegen het offensief. Zo schreven zeshonderd oud-leiders van de Israëlische geheime- en veiligheidsdiensten laatst een open brief aan de Amerikaanse president Trump. Daarin roepen zij hem op de oorlog in Gaza te stoppen.
Beide experts waarschuwen voor de gevolgen op de lange termijn. "Je weet nu al dat dit de volgende generaties woedende Palestijnen opleidt. Die gaan zich tegen Israël keren. Veiligheid wordt zo juist niet bereikt", zegt Berger. Hilhorst benadrukt de noodzaak van een duurzame vrede: "Uiteindelijk moet je toch verder als buren, maar dat besef ontbreekt nu volledig."
Internationale druk neemt toe
Berger stelt dat de huidige toestand Israëls geloofwaardigheid verder doet afbrokkelen: "Israël zit internationaalrechtelijk echt aan de verkeerde kant. Zelfs landen die Israël traditioneel door dik en dun steunen, beginnen nu scheurtjes te vertonen.” Traditionele bondgenoten erkennen steeds vaker de Palestijnse staat, zoals Frankrijk en Australië.
Ook in Nederland zorgt de kwestie voor politieke spanningen: minister van Buitenlandse Zaken Veldkamp trad recent af over het sanctiedebat rond Israël. Volgens Hilhorst kan sanctiedruk uiteindelijk effect hebben: "Maar als er dan toch weer een groot aantal landen overgaan tot sancties, is Israël daar toch wel gevoelig voor. Op lange termijn zal Israël de druk gaan voelen.”