Akkoord over Europees landbouwbeleid, subsidie afhankelijk van duurzaamheid

De EU-landen en het Europees Parlement zijn het eens geworden over de verdeling van honderden miljarden aan landbouwsubsidies voor 2023 tot en met 2027. Het akkoord, dat drie jaar op zich liet wachten, moet de Europese landbouw klimaat- en milieuvriendelijker maken. Hoeveel steun boeren krijgen, is voortaan deels afhankelijk van de vraag hoe duurzaam ze werken.
Tot nu toe is de steun die een boer krijgt afhankelijk van de oppervlakte van zijn land. Dat gaat veranderen. De inkomenssteun wordt flexibel. 20 procent, en twee jaar later 25 procent van de inkomenssteun wordt afhankelijk van de vraag hoe duurzaam de boer te werk gaat.
Lidstaten mogen zelf kiezen of ze met deze zogeheten ecoregelingen bijvoorbeeld biologische, precisie- of boslandbouw willen aanmoedigen. De nieuwe regels gaan in 2023 in, maar de landen krijgen wat tijd om de overgang te maken.
De Nederlandse eurocommissaris Frans Timmermans spreekt bij een persconferentie over een 'gamechanger'. "80 procent van het geld ging naar 20 procent van de boeren maar nu kunnen ook kleine boeren meedoen. Er gaat echt wat veranderen. Het is niet perfect, maar toch een grote stap in de juiste richting."
"De onderhandelingen waren soms hard", zeggen de onderhandelaars van het parlement. Ze liepen vorige week nog vlak voor de eindstreep spaak, maar zijn nu alsnog geslaagd. "Het vervult me met grote voldoening om te kunnen zeggen dat het ons is gelukt!", jubelt verantwoordelijk Eurocommissaris Janusz Wojciechowski.
Harde onderhandelingen
Over de verduurzamingsubsidies werd lang onderhandeld. Veel Europese landbouwministers wilden niet verder gaan dan 20 procent. Het Europees Parlement wilde juist graag dat de subsidie van boeren voor 30 procent afhankelijk was van de duurzame werkwijze.
Het parlement vond dat de landbouw met een kleiner percentage niet genoeg bijdraagt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en het beperken van de klimaatverandering, maar kreeg de EU-landen niet mee. Ook wordt de komende jaren een kleiner deel van de landbouwgrond braak gelaten dan de Europese Commissie en het parlement graag hadden gezien.
Ook van Nederland had er een strenger akkoord mogen komen, zegt demissionair landbouwminister Carola Schouten. Nederland had er in de onderhandelingen op ingezet dat een derde van het budget naar duurzame vormen van landbouw zou gaan. Dat werd dus een kwart. "Dat is in ieder geval al wel een verbetering ten opzichte van de huidige situatie", zegt Schouten. "Maar wat Nederland betreft had dat hoger mogen zijn."
Voor wat hoort wat
Boeren in Nederland zijn volgens Schouten best bereid iets goeds te doen voor natuur, milieu en klimaat. Maar daar moet dan wel een vergoeding tegenover staan. Een goed gevulde Europese subsidiepot specifiek voor verduurzaming kan daarbij helpen, denkt zij.
Tegelijkertijd zal het nieuwe subsidiebeleid ook voor sommige Nederlandse boeren gevolgen hebben, erkent Schouten. "Er zullen boeren zijn die echt zaken moeten aanpassen", zegt zij. "Er zullen dingen veranderen, dat ontken ik niet." Maar daar zullen de boeren die het betreft hulp en begeleiding bij krijgen, verzekert de bewindsvrouw.
Groen ondernemerschap
Jan Huitema (VVD, Renew Europe), Europarlementariër en lid van de landbouw- en milieucommissies in het Europees Parlement, is tevreden: "Dit akkoord is een belangrijke stap naar een modern landbouwbeleid. Het huidige beleid dat boeren van bovenaf voorschrijft hoe ze moeten vergroenen, is niet effectief gebleken. Veel beter is het om geld voor vergroening direct te linken aan de vergroeningsprestaties van de boer en tuinder, en minder te sturen op maatregelen."
Hoe groter die prestatie, hoe hoger de vergoeding. "Dit stimuleert groen ondernemerschap, draagt bij aan een groen verdienmodel voor boeren en geeft de belastingbetaler de garantie dat Europees geld daadwerkelijk bijdraagt aan vergroening.”
Bas Eickhout, die voor GroenLinks in het parlement zit, is juist zwaar teleurgesteld. "Het akkoord dat vandaag werd gesloten over het Europees landbouwbeleid is slecht nieuws voor het klimaat en de natuur. Er gaat te weinig geld naar vergroening, de voorwaarden voor groene subsidies zijn te zacht en schaalvergroting wordt aangemoedigd", zegt hij op Twitter.
Compromis
De onderhandelingen over het gemeenschappelijk EU-landbouwbeleid liepen in mei nog vast. Het CDA is blij dat de partijen het toch eens zijn geworden. "Dit resultaat blijft natuurlijk een compromis. De uitvoering van de duurzaamheidseisen voor de inkomenssteun zal een hele uitdaging worden voor Nederlandse boeren en tuinders”, zegt Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA).
“Desondanks biedt dit akkoord noodzakelijke financiële zekerheid en het toekomstperspectief dat de landbouwsubsidies, met aandacht voor verduurzaming en innovatie, behouden blijven. Bijna de helft van onze melkveehouders en een groot deel van de akkerbouwers zouden zonder subsidies een negatief inkomen hebben.”
Werkbaar
Het akkoord over het nieuwe EU-landbouwbeleid 2023-2027 is 'ambitieus maar werkbaar voor de boer', zegt Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP), onderhandelaar namens de ECR Fractie in het Europees Parlement.
Het nieuwe EU-landbouwbeleid blijft bijdragen aan het boereninkomen. Met 25 procent van het budget voor ecoregelingen blijft ruim 70 procent beschikbaar voor directe inkomenssteun. "Aandacht voor een juiste balans tussen economische en ecologische belangen blijft belangrijk, want het boereninkomen staat nog steeds onder druk."
Over het akkoord wordt na de zomer gestemd door het Europees Parlement.