Forse prijsverschillen bij elektrisch laden: 'Het is een jungle'

Dat blijkt uit een analyse van Independer. Van de grote steden ben je voor laden aan een openbare laadpaal het goedkoopst uit in Den Haag. Daar kost een kilowattuur (kWh) gemiddeld 0,27 euro.

Rotterdam zit daar met een tarief van gemiddeld 0,29 euro niet ver vanaf. Maar in Amsterdam betaal je 0,40 euro per killowatt uur.

Ten tijde van de analyse van Independer betaalde je in Utrecht nog 0,59 euro, daarmee was die gemeente, op Terschelling na (daar betaalde je nog één eurocent meer), de duurste gemeente van ons land om te laden. Maar inmiddels heeft Utrecht de tarieven verlaagd naar 0,37 euro per kilowattuur.

Scheelt 600 euro per jaar

Nog beter ben je af als je een elektrische auto hebt en woont in de gemeente Losser, Staphorst of West Maas en Waal. Daar leg je maar 0,25 euro per kilowattuur neer.

Als je twee keer per maand je elektrische auto oplaadt aan een openbare laadpaal, dan ben je in de goedkoopste gemeenten per maand zo'n 50 euro minder kwijt dan in de duurste gemeenten.

Op jaarbasis is dat maar liefst 600 euro en dat zijn heel wat ijsjes.

Omrijden? Waar heen?

Als je een auto op benzine of diesel hebt en de prijs is ergens een paar cent hoger, dan rijden automobilisten al snel een stukje om. Maar als je een elektrische auto hebt, dan is dat een stuk lastiger. In tegenstelling tot bij een gewoon benzinestation, is bij een openbare laadpaal namelijk niet altijd meteen duidelijk hoeveel je betaalt.

Je weet dus ook niet zo snel waar precies je naartoe moet omrijden om goedkoper uit te zijn.

In deze video wat de ruim 4000 benzinestations in Nederland kunnen gaan doen als we straks allemaal elektrisch rijden:

Verschil per wijk of straat

Daarbij stuit je soms op praktische problemen, vertelt Sjors ten Tije, woordvoerder van de Vereniging Elektrische Rijders. Zo betaalde je volgens hem in Utrecht op het moment dat de analyse van Independer werd gepubliceerd, in een straat bij de ene laadpaal 0,75 euro per kilowattuur en bij de andere 0,40 euro."

Verder zou je soms naar een andere wijk kunnen rijden, om daar goedkoper te laden, maar dan heb je vaak een parkeervergunning nodig. Als je die niet hebt, omdat je daar niet woont, dan moet je betalen om te parkeren en dan ben je een deel van de kosten die je bespaart al weer kwijt, aldus Ten Tije. 

Vrije markt

"Het is een vrije markt, je mag zelf je tarief bepalen, zegt hij. De prijs aan een laadpaal is afhankelijk van een heleboel factoren, zegt Ten Tijde. "De aanbieder van de laadpaal en van de laadpas moeten er wat aan verdienen, er zijn verschillende onderhoudskosten.

"Ook hangt het af welk energiecontract er voor een laadpaal is afgesproken. Als dat langer geleden is, dan zal de stroomprijs uit dat contract lager zijn dan als de prijs vorig jaar is bepaald. Er staat op de laadpaal zelf wel een prijs, maar bij sommige aanbieders van een laadpas kan de prijs daar weer van af wijken, aldus Ten Tije. "Het is een jungle."

"Je moet er wel moeite voor doen om te weten te komen welke prijs je gaat betalen", vult Roderick van den Berg, ceo en oprichter van Eco-Movement, dat gegevens levert over elektrische laadstations, aan.

'Twee oplossingen'

Ten Tije ziet twee mogelijkheden om het probleem van de flink uiteenlopende prijzen op te lossen. Zo zou er een universele app moeten komen, waarbij je een laadpaal scant en dan het tarief ziet waarvoor je kunt laden. "Dat leidt er waarschijnlijk toe dat excessieve tarieven verdwijnen en de prijzen dus naar elkaar toe groeien."

Een tweede mogelijkheid is volgens Ten Tije dat de overheid de prijzen reguleert en stelt dat prijzen maar met een bepaald percentage mogen afwijken.

"Maar je moet wel zelf blijven opletten, aldus Van den Berg. "Het is nog een jonge markt, uiteindelijk gaan de tarieven wel meer gelijk lopen, maar dat heeft een beetje tijd nodig", besluit hij.

In deze video zie je of je je zorgen moet maken over de stijgende energieprijzen: