Grootste loonstijgingen in 40 jaar, ook dit jaar nog verhogingen
De cao-lonen stegen vorig jaar gemiddeld met 6,1 procent. Dat is de grootste stijging in ruim 40 jaar tijd. De loonstijging werd mede mogelijk gemaakt door de hoge inflatie, maar die zorgde er tegelijkertijd voor dat we niet de volle 6,1 procent meer te besteden hadden.
Sterker nog: de lonen stegen vorig jaar hard, maar de prijzen stegen nóg harder, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gemiddeld stegen de prijzen 8,4 procent. De reële loonontwikkeling, dat is de loonstijging gecorrigeerd voor inflatie, is in 2023 dan ook negatief: -2,1 procent.
Hogere lonen
Alleen in het laatste kwartaal stegen de lonen gemiddeld harder dan de prijzen, maar niet genoeg om te compenseren voor de 9 maanden ervoor. De cijfers zijn voorlopig, omdat de inflatie over december nog niet bekend is.
Een aantal sectoren en bedrijfstakken boksten hogere loonstijgingen voor elkaar. Zo kregen overheidsmedewerkers er gemiddeld 7 procent bij en medewerkers in de transport en logistiek 7,5 procent.
Gemeenteambtenaren kregen er 240 euro bruto per maand bij en daarbovenop 2 procent. Werknemers bij waterschappen kregen er twee keer 2,5 procent bij en aan het begin van het jaar ook nog 125 euro bruto.
Medewerkers van Havenbedrijf Rotterdam kregen er per 1 juli 120 euro bruto bij per maand, en een verhoging van 6 procent. Maar ook zij lopen er tegenaan dat de inflatie hoger is dan hun loonstijging.
De cao-loonstijging afgezet tegen de reële loonstijging:
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
De relatief grote loonstijging heeft een aantal oorzaken, zegt econoom Frank Notten van het CBS. Allereerst de inflatie. Doordat die vorig jaar erg hoog was, was het voor werknemers makkelijker om aan de onderhandelingstafel een hoger loon te krijgen,
Inflatie nog niet bijgebeend
Ook de huidige krapte op de arbeidsmarkt speelt een rol, aldus Notten. Mede door de vele openstaande vacatures zijn werkgevers bereid om de hogere looneisen van werknemers in te willigen.
"En, niet onbelangrijk: ze willen het niet alleen, ze kunnen het over het algemeen ook", voegt hij toe. "De huidige recessie wordt nog niet heel diep gevoeld, de operationele winsten waren het afgelopen jaar weer hoger dan ooit."
De lonen hebben de inflatie nog niet bijgebeend, zegt Notten. Hij verwacht wel dat dit ergens dit jaar gaat gebeuren. "De inflatie is inmiddels onder de 2 procent. En de verwachting is dat de loonstijging ook dit jaar gaat doorzetten."
Het Centraal Planbureau verwacht dat de lonen dit jaar met 5,6 procent gaan stijgen. Dat klinkt als goed nieuws voor werknemers, maar als de lonen veel harder gaan stijgen dan de inflatie brengt dat ook een risico met zich mee, zegt Notten. "Dan kan je in een loon-prijsspiraal terechtkomen, dat is ook waar de baas van de Nederlandsche Bank Klaas Knot voor waarschuwt."
Looneis risico voor loon-prijsspiraal
Bij een loon-prijsspiraal leiden hogere prijzen tot hogere looneisen. Als daardoor de lonen stijgen is dat duurder voor werkgevers die de hogere loonkosten vervolgens weer doorrekenen in de prijzen, waarna er weer hogere looneisen komen en het hele spel opnieuw begint. Vandaar het woord spiraal. Mocht dat gebeuren dan schiet de werknemer niet zoveel op met een hoger loon omdat onderaan de streep de koopkracht niet of nauwelijks toeneemt.
"Het ziet er nu nog niet naar uit dat dit gaat gebeuren", zegt Notten. Volgens hem is een loonstijging van zo'n 5 procent zoals het CPB voorspelt waarschijnlijk niet genoeg om in zo'n spiraal terecht te komen. Dat risico wordt wel groter als de looneis van vakbond FNV van 10 procent wordt ingewilligd.