Chipbedrijven honderden miljarden minder waard door dreigende exportbeperkingen
250 miljard euro. Dat is het bedrag dat alleen al de chipfondsen ASML, Nvidia en AMD gisteren verloren aan beurswaarde. Niet omdat de bedrijven het niet goed doen, maar omdat beleggers bang zijn dat Amerika zijn plannen voor strengere exportregels naar China doorzet. Dat kan zorgen voor een financiële strop voor de chipindustrie.
Een behoorlijk aantal grote chipfonsen dook flink in het rood als reactie op het nieuws dat de VS een stokje wil steken voor de export van geavanceerde chipstechnologie naar China.
ASML verloor zo'n 11 procent van zijn beurswaarde en bij andere bedrijven zoals Nvidia (6,6 procent) en AMD (7 procent) was het niet veel beter. Gezamenlijk verloren zij zo'n 250 miljard euro aan beurswaarde.
'Daling is de gekte van de markt'
Beleggers lijken onzeker over de vraag of chipmakers en chipmachinemakers nog wel zo'n goede investering zijn als belegging. Want wat betekent het als zij hun spullen niet meer in China mogen verkopen?
Maar de sterk dalende koersen zijn overdreven, vindt beursanalist Jos Versteeg van InsingerGilissen.
"Het is de gekte van de markt. Als je naar de cijfers kijkt, is er weinig slecht nieuws. De VS wil de export van geavanceerde chips stopzetten. Maar de Chinese markt voor eenvoudige chips is verreweg de grootste markt."
Exportmaatregelen: vooral voor geavanceerde chips
De Verenigde Staten overwegen strengere handelsbeperkingen, bovenop de al geldende maatregelen. De meest geavanceerde machines van ASML, de zogeheten EUV-machines en een deel van de DUV-machines, mogen van de Nederlandse overheid al niet meer worden geëxporteerd naar China. Daartoe besloot de overheid op aandringen van de VS.
Maar dat neemt niet weg dat ASML nog steeds technologie en onderhoud levert voor eerder verkochte machines. Met nieuwe maatregelen willen de VS de duimschroeven verder aandraaien op dat vlak.
Concurrentie voor de VS
De Verenigde Staten willen met alle exportregels voorkomen dat China de meest geavanceerde chiptechnologie in handen krijgt. Want met die technologie kunnen zij een militair-technologische concurrent worden van de VS.
De opgelegde beperkingen werden door China al gezien als een bedreiging van de eigen technologische vooruitgang. Dus investeert China flink in zijn eigen industrie, om niet langer afhankelijk te zijn van westerse technologie.
Het land zou echter ongeveer tien jaar nodig hebben om het niveau te kunnen benaderen van de meest geavanceerde ASML-machines, schatte hoogleraar chipontwerp Bram Nauta al eens.
Als de meest geavanceerde chipmarkt wegvalt voor westerse bedrijven, is dat jammer maar een ramp is het niet, zegt Versteeg.
"Je kunt de markt verdelen in twee delen: die voor eenvoudige chips en die voor geavanceerde chips. Alles wat gebruikt wordt voor kunstmatige intelligentie is minder dan 15 procent."
Eenvoudige chips buiten schot
En die minder geavanceerde markt blijft buiten schot van de exportregels. Precies waar nog heel veel Chinese fabrieken op inzetten.
"Denk aan chips, sensoren en schakelaars die in windmolens en de autoindustrie worden gebruikt. Of de processoren voor wasmachines en tv’s. Dat is verreweg de grootste markt. Dus er blijft genoeg over voor ASML en de andere bedrijven."
Chinese afhankelijkheid valt mee
Bovendien, zegt Versteeg, moeten we ons niet blind staren op de berichten dat de helft van de omzet van ASML nu uit China komt. "Dat is tijdelijk, omdat er niet zo heel veel van die dure EUV-machines zijn verkocht. Als je kijkt naar de orderportefeuille voor de komende tijd, dan wordt dat aandeel als een stuk kleiner. Zo'n 20 procent", schat Versteeg.