Gemeente Utrecht mag niet op eigen houtje beslissen over belastingen kwijtschelden
In Nederland is er maar een overheidslaag die belastingen mag kwijtschelden. En dat is niet de gemeenteraad van de stad Utrecht, maar de rijksoverheid. Dus zet de hoogste rechter van het land een streep door het plan om arme inwoners van de stad te ontzien.
Als je kwijtschelding van belasting wil, is er een maximum hoeveelheid spaargeld die je mag hebben. De gemeenteraad van Utrecht wilde dat plafond opschroeven bij gemeentelijke belastingen: de afvalstoffen- en rioolheffingen, de hondenbelasting en de onroerende zaakbelasting (ozb). Maar dat mag dus niet.
Gemeenteraad neemt voortouw
Daar zijn landelijke regels voor, omdat beleid dat de portemonnee van mensen raakt 'geen gemeentelijke aangelegenheid is', schrijft de Raad van State.
De gemeenteraad van Utrecht besloot op 7 december van vorig jaar om de grens te verhogen tot de grens uit de Participatiewet. Dat is de wet voor mensen die op zich kunnen werken, maar daar wel wat hulp bij nodig hebben.
De mate van hulp hangt onder meer af van de hoeveelheid spaargeld die zij hebben. De bedragen liggen een stuk hoger dan de vermogensgrens uit de wet die gaat over het kwijtschelden van belastingen.
Hieronder de bedragen voor dit jaar. Eerst de maximale bedragen voor kwijtschelding van belastingen.
- ongeveer € 4.350 voor echtparen
- ongeveer € 3.950 voor alleenstaande ouders
- ongeveer € 3.275 voor alleenstaanden
En de bedragen uit de Participatiewet:
- voor een alleenstaande ouder: € 15.150
- voor de gehuwden tezamen: € 15.150
- voor een alleenstaande: € 7.575
Die laatste bedragen wilde de gemeente Utrecht ook gaan hanteren als grens, met ingang van 1 januari van dit jaar. Dit plan werd op 20 december 2023 bij koninklijk besluit vernietigd. Gemeenteraden hebben niet de ruimte om zelf financiële grenzen te bepalen bij maatregelen, zoals het kwijtschelden van belastingen.
Politieke discussie
Dat er op dit moment een politieke discussie gevoerd wordt of de vermogensgrens uit de Participatiewet niet ook zou moeten gelden voor die over belastingen (of het kwijtschelden ervan) doet daar niets aan af, aldus de Raad van State.
Als er in de ene gemeente andere bedragen gehanteerd worden dan in de andere, komt de rechtszekerheid in het geding. Burgers (en andere overheden) weten dan niet meer waar ze aan toe zijn. En dat moet voorkomen worden.
Er is alsnog begrip bij de Raad van State voor het plan van de Utrechtse gemeenteraad om mensen met weinig inkomen toch de kans te geven wat vermogen op te bouwen. Maar de discussie hierover moet landelijk worden gevoerd worden, vindt de hoogste rechter van het land.
Mensen komen onnodig in de problemen
"Heel spijtig", reageert de Utrechtse wethouder Susanne Schilderman (Financien). "Door de landelijke vermogensgrens die nu overeind blijft, zien we mensen onnodig in de financiële problemen komen."
Er zijn dit jaar tot nu toe 150 aanvragen voor kwijtschelding van belastingen afgekeurd vanwege de vermogensgrens. Het kan overigens wel zo zijn dat deze aanvragers ook boven de vermogensgrens uit de Participatiewet waren uitgekomen.
Persoonlijk leed door landelijke regels
Hoe dan ook is het belangrijk dat het onderwerp 'hoog op de agenda' is gezet, aldus Schilderman. "We moeten als gemeente, gedwongen door landelijke regels, inwoners een aanslag opleggen waarvan we eigenlijk weten dat ze die niet kunnen betalen", legt ze uit.
Dat leidt uiteindelijk alleen maar tot meer maatschappelijke kosten, stelt Schilderman, omdat deze huishoudens uiteindelijk op de afdeling schuldhulpverlening terechtkomen. "De maatschappelijke kosten en het persoonlijk leed hiervan zijn groot."