Rechters matsen mestfraudeurs: geen boete
Rechters hebben in zes recente strafzaken mestfraudeurs gematst door ze geen boete op te leggen, schrijft het Financieele Dagblad. De rechters oordeelden dat de boeren in de knel waren gekomen door 'wispelturig overheidsbeleid' rondom de mestproblematiek.
De zes boeren hadden te veel mest geproduceerd (meer dan waar ze recht op hadden) en zich daarmee volgens de rechters schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Maar de rechters verwijzen in de opvallende uitspraken naar onvoorspelbaar overheidsbeleid, zocht het FD uit. 'Omstandigheden waarop de veroordeelde niet altijd invloed had of kon hebben', zei de strafrechter in Zwolle bijvoorbeeld afgelopen zomer.
In een van de andere zaken vond de rechter dat de boer haar bedrijfsvoering lastig aan kon passen aan de nieuwe mestregelgeving. Bij een andere boer speelde 'enerzijds de financieringsvoorwaarden van de bank en anderzijds weinig rechtlijnig overheidsbeleid' een rol bij de uitspraak van de rechter.
Daarom kregen de boeren geen straf opgelegd. De illegale winst, het 'wederrechtelijk behaalde voordeel', mochten ze ook houden. De bedragen lopen uiteen van 50.000 tot 360.000 euro.
Mestbeleid op de schop
In deze rechtzaken gaat het om het zogenoemde fosfaatstelsel, dat sinds 1 januari 2018 geldt voor de melkveehouderij. Boeren moeten beschikken over fosfaatrechten. Ze mogen met hun melkvee niet meer mest produceren dan het aantal fosfaatrechten dat ze hebben.
Op die manier moet de hoeveelheid meststoffen verminderen, zoals fosfaat, die op deze manier in het milieu terechtkomen. De meststoffen hebben invloed op de waterkwaliteit en veel planten- en diersoorten in het water kunnen niet tegen deze stoffen.
Voor veel boeren kwam dit overheidsbeleid als een verrassing, vertelt Arjan Tolkamp, voorzitter van de stichting Fosfaatknelgevallen, aan de krant. 'Zeker tientallen' boeren zijn volgens hem beboet doordat ze in de problemen kwamen na de invoering van de nieuwe regels.
Nieuw beleid
Het oplossen van de mestproblematiek is een van de grootste opgaven waar BBB-minister Femke Wiersma voor staat. Nederland moet van Brussel flink minder mest produceren, met alle gevolgen van dien. In 2026 loopt de uitzonderingspositie af die Nederland jarenlang heeft gehad in Europa, waardoor boeren meer mest mochten uitrijden dan andere Europese landen.
Afgelopen september presenteerde zij haar plannen. Daarin maakte zij onder andere bekend dat boeren meer mest mogen uitrijden over hun land. De minister onderbouwt dat besluit met een andere berekening, waaruit blijkt dat er minder stikstof in mest overblijft na een periode van opslag.