Drie jaar cel voor Russische ASML-spion: 'Delen bedrijfsgeheimen is buitengewoon ernstig'

Een Russische man die bedrijfsgeheimen van ASML en andere bedrijven doorspeelde naar zijn thuisland is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Het OM eiste een straf van vier jaar, maar de rechtbank Rotterdam achtte niet bewezen dat hij de informatie ook daadwerkelijk verkocht.
De 43-jarige German A. werkte jarenlang in de Nederlandse technologiesector en was ook verbonden aan de TU Delft.
Uit de rechtszaak blijkt dat A. anderhalf jaar lang technologische kennis heeft gedeeld met een persoon in Rusland. Toen hij bij ASML en NXP werkte, kopieerde hij informatie van de servers van zijn werkgever.
Bij deze werkgevers heeft A. zich ook schuldig gemaakt aan computervredebreuk. Ook heeft hij zich ruim vier jaar lang 'met enige regelmaat toegang verschaft' tot het netwerk van ASML, terwijl hij die informatie niet nodig had voor zijn werk. Toen zijn dienstverband erop zat, was hij nog in bezit van bestanden van ASML.
'Eigen gebruik'
"Ik had bestanden van ASML bewaard voor eigen gebruik. Of die bestanden wel naar Rusland mochten? Dat heb ik mij niet afgevraagd", zei de verdachte er tijdens de zitting zelf over. Wel gaf hij toe 'advies' te hebben gegeven.
Door het delen van de bestanden zou A. technische bijstand hebben verleend aan iemand in Rusland, zodat er daar microchips geproduceerd konden worden.
Volgens het OM heeft A. met het doorspelen van technische kennis zowel internationale als nationale regelgeving 'welbewust en op brutale wijze genegeerd'.
Zo heeft A. volgens het OM geheimen verkocht aan de Russische inlichtingendienst SVR. Dit soort geavanceerde chiptechnologie mag niet naar Rusland worden geëxporteerd, omdat het kan bijdragen aan de wapenindustrie van de Russen. De man zou voor zijn diensten minstens 43.900 euro hebben ontvangen. Dit laatste werd door de rechtbank niet bewezen.
'Buitengewoon ernstig'
Toch is een gevangenisstraf van een 'geruime duur' gerechtvaardigd volgens de rechter. "Dat de bestanden verouderde informatie zouden bevatten is daarbij niet van belang, omdat deze informatie voor een land met een (veel) lager kennisniveau juist van grote waarde kan zijn."
Het is volgens de rechter ook niet de bedoeling dat een land in oorlog kan profiteren van vooruitstrevende technologische kennis. Er wordt daarbij verwezen naar een pakket aan sancties dat in 2014 is ingesteld na de inval van Rusland in de Krim. Dat sanctiepakket is groter geworden na de Russische inval in Oekraïne drie jaar geleden.
Het verlenen van advies en het delen van informatie aan Rusland noemt de rechter 'buitengewoon ernstig'.
Spionage komt vaker voor. Inlichtingendiensten waarschuwen al er al jaren voor. Die zien dat Rusland en China steeds vaker gevoelige gegevens van overheden en bedrijven proberen te stelen.
Zo werd een paar jaar geleden voorkomen dat een Russische inlichtingenofficier kon spioneren bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. In 2022 werden ook zeventien zogenaamde Russische diplomaten het land uitgezet vanwege spionage. Zij deden zich voor als diplomaat, maar waren eigenlijk spionnen.
Steeds brutaler
De Russen worden ook steeds brutaler bij hun acties, meldde de Militaire Inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD)eerder dit jaar. In 2024 was er een toename van Russische hybride aanvallen.
De MIVD sprak daarbij van 'een kantelpunt'. Nederland is voor Rusland extra interessant vanwege de steun aan Oekraïne, de aanwezigheid van internationale organisaties zoals het OPCW en omdat Nederland een logistiek knooppunt is.
Zo escorteerde de Koninklijke marine zes Russische schepen: