ING moet ontslagen bankier half miljoen euro betalen

ING moet een ontslagen topbankier in totaal ruim een half miljoen euro aan ontslagvergoedingen betalen, onder meer omdat de bank ernstig verwijtbaar handelde bij zijn ontslag. Omdat de man ook nog een jaar betaald thuis zat, lopen de kosten voor ING op tot ruim 9 ton.
Dat blijkt uit uitspraken van het gerechtshof Amsterdam en de rechtbank Noord-Holland.
Topbankier
De inmiddels 53-jarige bankier werkte zijn hele leven bij de tak van ING die zich richt op grote ondernemingen, de zogenoemde wholesale divisie. Hij ging daar in 1999 aan de slag, en maakte glansrijk carrière. In 2023 werd hij wereldwijd hoofd van het bedrijfsonderdeel Capital Structuring & Advisory.
In die functie behoorde de man tot de top-150 van de 15.000 werknemers van de bank in Nederland. Hij verdiende een bruto jaarsalaris, inclusief bonus, van 440.000 euro.
Reorganisatie
In 2023 begon ING echter aan een reorganisatie van de grootzakelijk divisie, waarbij verschillende bedrijfsonderdelen in elkaar werden geschoven. Als gevolg daarvan verviel de functie van de man in september van dat jaar.
De topbankier solliciteerde vervolgens op enkele andere functies, maar werd daarvoor afgewezen. Daartegen maakte de man bezwaar. Zo stelde hij onder meer dat hij in zijn oude functie verschillende rollen vervulde, waardoor hij in aanmerking had moeten komen voor een van de nieuwe functies.
ING liet steken vallen
ING stapte in mei 2024 uiteindelijk naar de rechter om de arbeidsovereenkomst met de bankier te kunnen ontbinden. In juli gaf de rechtbank Noord-Holland daarvoor toestemming; in oktober kwam de man op straat te staan.
De rechtbank kende de bankier daarbij een transitievergoeding van ruim 289.000 euro toe. Een extra vergoeding voor fouten die ING in de ontslagprocedure maakte, werd echter afgewezen. De kantonrechter vond wel dat de bank 'steken had laten vallen', onder meer door te weinig te doen om de man binnen de organisatie te herplaatsen. Maar die fouten zouden niet zo ernstig zijn, dat ze een extra vergoeding rechtvaardigden.
Hoger beroep
Daarmee nam de bankier geen genoegen; hij ging in hoger beroep. En met succes, want uit een recente uitspraak blijkt dat het gerechtshof Amsterdam onlangs oordeelde dat de man wel degelijk ook recht heeft op een extra vergoeding. Door te weinig te doen aan de herplaatsing van de bankier, die beschikte over een vlekkeloos dienstverband van bijna 25 jaar, heeft ING volgens het hof namelijk 'ernstig verwijtbaar' gehandeld.
Het gerechtshof leidt 'op basis van het gebrek aan handelen van ING uit de hele gang van zaken af dat de bank - althans de leidinggevenden van de werknemer - niet daadwerkelijk de intentie hebben gehad om hem te herplaatsen, en in feite van hem af wilden'.
Vertrekpremie half miljoen
Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen moet ING de bankier naast zijn transitievergoeding van bijna drie ton nu ook een billijke vergoeding van 220.000 euro betalen. Ook vindt het hof dat zijn transitievergoeding ruim 4000 euro hoger had moeten zijn. Daarmee komt de totale vertrekpremie op ruim 513.000 euro.
Daarbij komt dat de bankier tussen september 2023 en oktober 2024 met doorbetaling van salaris en gedeeltelijke bonus over 2023 thuiszat. Dat kostte ING nog eens zo’n vier ton. Daarmee komen de totale kosten van het ontslag op ruim 900.000 euro.
Nieuwe reorganisatie
Eind juni kondigde ING een nieuwe reorganisatie aan van het bedrijfsonderdeel waar de man werkte. Daarbij verdwijnen 230 banen, hoofdzakelijk senior managementfuncties. Een woordvoerder van ING kon vandaag nog niet zeggen hoeveel geld de bank heeft gereserveerd voor afkoopsommen.
Ook op de ontslagzaak kon ING nog niet ingaan. "Wij geven over het algemeen nooit commentaar op conflicten met individuele medewerkers." De advocaat van de bankier was onbereikbaar voor commentaar. Daardoor is onbekend of hij nog juridische vervolgstappen overweegt. De man eiste een billijke vergoeding van 1,7 miljoen euro, aanzienlijk méér dan het uiteindelijk toegekende bedrag.