Dianne (31) wil kind eerder laten vaccineren tegen mazelen, kan dat?

Momenteel houdt Dianne Chloé thuis van de kinderopvang. "Op dit moment durf ik het niet aan om haar naar de opvang te brengen", zegt Dianne tegen Editie NL. "Ik snap niet waarom ik mijn dochtertje niet eerder kan vaccineren. De mazelen zijn heel erg besmettelijk."

Ook bij andere ouders merkt Dianne onrust op. Zelf heeft de moeder nog geprobeerd om een afspraak te maken bij de GGD. "In eerste instantie konden we op 2 april terecht voor een prik, maar helaas is deze afspraak alsnog afgezegd door de GGD. Ze houden zich aan het landelijk beleid."

Beleid RIVM 

Dat beleid houdt in dat vervroegd vaccineren met een extra prik pas gebeurt als er een grote uitbraak is en dus een flinke stijging van het aantal mensen met mazelen. Voor nu is dat nog niet het geval, maar het RIVM laat weten de situatie nauwlettend in de gaten te houden. 

Op dit moment houdt het instituut zich aan het gebruikelijke schema: kinderen worden met 14 maanden ingeënt tegen de bof, de mazelen en rodehond. Dat gebeurt nog eens wanneer het kind negen is. 

Gefrustreerd

Dat Dianne haar kind op eigen verzoek niet vervroegd kan laten vaccineren, vindt ze frustrerend. Ze maakt zich extra zorgen omdat Chloé onlangs nog in het ziekenhuis lag met het Rotavirus. "Ik wil niet dat mijn kind risico loopt. Pasen is bijna, mensen komen terug van vakantie. De vraag is niet óf er een grote mazelenuitbraak komt, maar wanneer."

De vraag of een vaccinatie niet eerder kan is begrijpelijk, vindt Lilly Verhagen, kinderarts-infectioloog/immunoloog bij het Radboudumc. "Wij krijgen in het ziekenhuis ook veel vragen hierover", vertelt ze. 

Bescherming niet optimaal

En hoewel het in principe mogelijk is om een kind vanaf zes maanden te vaccineren, is dat niet optimaal voor de bescherming. "Als je de vaccinatie te vroeg geeft, dan is er minder bescherming op de lange termijn", legt Verhagen uit. "Je wil uiteindelijk de hele bevolking langdurig beschermen en daarom is ervoor gekozen om kinderen vanaf veertien maanden te vaccineren."

Waar het precies door komt dat je bij een vroege vaccinatie minder lang beschermd bent, is niet helemaal duidelijk. Wel zijn er een paar ideeën over, zegt Verhagen. "Een baby krijgt antistoffen van de moeder tijdens de zwangerschap en die antistoffen kunnen het effect van de vaccinatie minder goed maken." 

Ze vervolgt: "Een andere reden is dat de eigen afweer van het kind nog minder ontwikkeld is. Het gevolg is dat het effect van het vaccin mogelijk minder goed is en dat kinderen minder lang beschermd kunnen zijn." 

Uitzondering

Maar als de nood echt hoog is, dan kan er een uitzondering worden gemaakt. "In het verleden hebben we gezien dat kinderen bij een grote uitbraak eerder werden gevaccineerd", vertelt de kinderarts-infectioloog. "Rond 2013, 2014 zijn er 2700 gevallen van de mazelen gemeld. Toen hebben sommige kinderen vanaf zes maanden al een vaccin gekregen." 

Het is een kwestie van de balans opmaken. Als gevaar dreigt door een groot aantal besmettingen, kan dus besloten worden om eerder te beginnen met vaccineren. Dan krijgen kinderen trouwens drie vaccinaties, in plaats van twee: de vervroegde prik vóór de leeftijd van 12 maanden, eentje als ze 14 maanden zijn en tot slot de vaccinatie op hun negende. 

En mocht er acuut een risico zijn op besmetting, bijvoorbeeld doordat een ongevaccineerd kind in contact is geweest met een besmet persoon, dan kan er binnen drie dagen nog een vaccinatie toegediend worden, of antistoffen. 

'Hoop op vervroegde prik'

Moeder Dianne gaat het binnenkort wagen om Chloé weer naar de opvang te brengen. "Ik heb contact met de opvang en de vaccinatiegraad is daar hoog", zegt ze. "Over twee weken gaat ze er daarom eens per week weer naartoe. Maar hopelijk kan ze alsnog eerder gevaccineerd worden."