Linda dacht door Google dat ze MS had: 'Het maakt je kapot'

Ze weet nog goed hoe het ging. Ze had een verdoofd gevoel in haar been en zocht al na een paar uur op internet wat het kon zijn. Haar eigen diagnose was bepaald niet mild: ze dacht aan een hernia of zelfs de neurologische aandoening MS. Na een week ging ze naar de dokter. Maar in plaats van gerustgesteld te worden, vatte ze zijn woorden helemaal verkeerd op.

Beheersen

De dokter zei dat Linda zich geen zorgen hoefde te maken. "Maar hij zei ook: 'Ik dacht aan MS", zegt Linda. En hoewel hij daarbij meteen zei dat MS juist niet aan de orde was, kon ze sindsdien nergens anders meer aan denken. Het ging haar leven zo beheersen, dat ze elk uur van de dag haar lijf aan het controleren was. "Mensen werden er gek van en zeiden dat het allemaal wel mee zou vallen. Ik geloofde ze niet, het werkte juist averechts." 

Ze werd angstiger en zocht meer informatie op Google op. "Ik dacht op een gegeven moment dat Google de waarheid sprak, nog meer dan mijn eigen arts.” En hoewel ze volgens de dokter niks mankeerde, ging ze toch naar het ziekenhuis. De eerste MRI-scan gaf geen uitsluitsel, een tweede wel: er bleek niks aan de hand. "Ik heb gehuild van geluk."

Dokter Google

Linda lijdt aan cyberchondria, een vorm die lijkt op hyperchondrie. Mensen die denken dat ze iets mankeren, gaan op internet op zoek naar wat het kan zijn. Maar in plaats van verlichting, worden ze juist banger omdat ze vaak een compleet verkeerde inschatting maken. En dat gaat van kwaad tot erger: als je eenmaal denkt dat je een vreselijke ziekte hebt, ga je er juist meer over zoeken.

Dat concludeert Fam te Poel die vandaag op het onderwerp promoveert aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Bij een bultje denk je dan meteen aan huidkanker. Terwijl de kans groter is dat het een onschuldig prikje van een insect is." Ze ondervroeg ruim 5000 mensen, van wie 36 procent aangaf in de laatste twee maanden op internet naar ziektes te hebben gezocht.  

Toegankelijk

Of het aantal cyberchonders stijgt, kan ze niet zeggen. "Niet alle huisartsen zijn altijd beschikbaar en informatie op internet wordt steeds toegankelijker. Hoe angstiger mensen zijn, hoe sneller ze bevestiging zoeken dat ze ernstig ziek zijn.  De informatie waaruit blijkt dat het allemaal wel mee kan vallen, negeren ze dan."

Deze veilige websites schrijven huisartsen voor

• Thuisarts.nl: volgens huisartsen een begrijpelijke website met actuele informatie. De site is ontwikkeld door het Nederlands Huisartsen Genootschap
• Huidziekten.org: begrijpelijke website over huidziekten en -klachten
• Huidinfo.nl: informatie over huidziekten
• Rivm.nl: website van de overheid over volksgezondheid, met nieuws en informatie over bijvoorbeeld de griepprik, hoofdluis en tekenbeten 
• App 'Moet ik naar de dokter?' beantwoordt de vraag of en wanneer je naar de dokter moet. De app is goedgekeurd door het Nederlands Huisartsen Genootschap
• Pubmed: startpagina om te zoeken naar medisch-wetenschappelijke artikelen. Wel ingewikkeld, dus alleen handig als je wetenschappelijk onderlegd bent
• Huidarts.com. Geschreven door huidartsen uit Nederland. 

Het hoeft niet per definitie erg te zijn om eenvoudige vragen te googelen, stelt Te Poel. "Als je maar weet wat je zoekt. Je kunt best googelen op 'hoofdpijn', als je maar niet zoekt op 'mogelijke oorzaken van hoofdpijn'. Dan is de kans groter dat je bij vreselijke ziektes uitkomt.” Het beste is volgens haar zoeken op betrouwbare sites, zoals Thuisarts.nl waar huisartsen vaak zelf naar verwijzen.

Vertrouwen

Voor Jorna had het raadplegen van internet grote gevolgen. Ze was altijd al gevoelig voor hypochondrische gedachten, en internet maakte die gedachten sterker. Therapie heeft uiteindelijk geholpen waardoor ze nu het vertrouwen in haar lichaam heeft hervonden. Zij weet intussen zeker: "Internet kan je op deze manier slopen. Daar ben ik wel achter gekomen."