'Speciaal onderwijs kampt met overvolle klassen en wachtlijsten'
De enorme toestroom van leerlingen in het speciale onderwijs stijgt steeds meer scholen boven de pet. Er worden wachtlijsten ingevoerd en klassen zitten overvol. "Dit leidt tot gevaarlijke situaties voor zowel kinderen als docenten."
Dat blijkt uit een onderzoek van Reporter Radio en De Telegraaf.
De toestroom is zo groot, dat bijna een vijfde (18 procent) van de scholen in het speciaal onderwijs (SO) inmiddels een wachtlijst heeft. Binnen het speciaal basisonderwijs (SBO) heeft 14 procent van alle scholen een wachtlijst. Bijna 30 procent van de scholen verwacht binnenkort een wachtlijst in te voeren.
Wachtlijsten
Door deze wachtlijsten komen leerlingen vaak noodgedwongen op een reguliere school terecht. In sommige gevallen komen kinderen zelfs thuis te zitten.
Het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LECSO) maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling. "We zien vooral doorschuifgedrag vanuit het reguliere onderwijs. Als daar een leerling extra aandacht nodig heeft, dan sturen ze die al gauw naar het speciaal onderwijs." In totaal volgen zo'n 50.000 leerlingen in Nederland speciaal onderwijs.
Artikel gaat verder onder kader.
Speciaal onderwijs in Nederland
Er wordt in Nederland onderscheid gemaakt tussen speciaal onderwijs (SO) en speciaal basisonderwijs (SBO).
Speciaal onderwijs (SO) is er voor kinderen die speciale begeleiding nodig hebben vanwege lichamelijke of geestelijke beperkingen. Er zijn vier verschillende categorieën. Zo zijn er scholen voor blinden en slechtzienden, scholen voor doven en slechthorenden, scholen voor kinderen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen en scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblematiek.
Daarnaast is er het speciaal basisonderwijs (SBO), waar kinderen met lichtere problemen terecht kunnen. Het gaat om leer- of gedragsproblemen waardoor kinderen het op een reguliere school niet redden. Zo zijn er binnen het SBO kleinere klassen en een rustiger klaslokaal.
Wet passend onderwijs
In het afgelopen schooljaar kwamen er 1400 extra leerlingen naar het speciale onderwijs. Die stijging is opvallend, omdat een in 2014 ingevoerde wet juist zou moeten voorkomen dat er steeds meer leerlingen naar speciaal onderwijs gaan.
De Wet passend onderwijs geeft reguliere scholen namelijk extra geld om kinderen met gedragsproblemen toch goed op te kunnen vangen. Volgens het LECSO heeft 'de invoering van die wet juist een tegenovergesteld effect.'
Als gevolg daarvan, doen scholen er alles aan om leerlingen toch op te kunnen vangen. Zo kiezen sommige scholen er voor om klassen uit te breiden. Dat brengt ook risico's en volgens het LECSO zelfs gevaren voor docenten en leerlingen met zich mee.
Weinig gekwalificeerde docenten
Een schooldirecteur uit Groningen vertelt in De Telegraaf hoe de dynamiek totaal veranderde toen de klas met één leerling werd uitgebreid. "De kinderen werden er heel onrustig van. De een beukt er dan op los en de ander gaat stilletjes in een hoekje zitten huilen. Achteraf hadden we dit niet moeten doen, maar anders was deze leerling thuis komen te zitten."
Een oplossing voor het probleem lijkt ver weg. Want hoewel geld de scholen kan helpen, zijn er vooral gekwalificeerde docenten nodig. En die zijn volgens het LECSO maar moeilijk te vinden.
Kamerleden: 'onacceptabel'
PvdA-Kamerlid Kirsten van den Hul noemt het 'volstrekt onacceptabel'. "Het kabinet moet nu investeren in oplossingen voor lerarentekort, ook in het speciaal onderwijs. "De PvdA heeft Kamervragen aangekondigd.
Tweede Kamerlid van GroenLinks Lisa Westerveld vindt dat het aantoont dat het lerarentekort dubbel negatief uitpakt voor passend onderwijs. "Het wordt tijd dat leraren in het speciaal onderwijs beter worden beloond. Nu valt bijvoorbeeld het voortgezet speciaal onderwijs, dus de middelbare scholen in het speciaal onderwijs, onder de cao van de basisscholen."
Paul van Meenen van D66 zegt dat passend onderwijs niet werkt en niet gaat werken. "D66 is hier altijd tegen geweest." Van Meenen wil onderwijs dat zich aanpast aan het kind en niet het kind dat zich aan moet passen aan het systeem.