De Nederlandsche Bank gaat eigen rol bij slavernij onderzoeken
De Nederlandse Bank (DNB) gaat onderzoek doen naar de eigen betrokkenheid bij het Nederlandse slavernijverleden. Dat heeft de centrale bank bevestigd na berichtgeving door Vrij Nederland.
Uit onderzoek van Vrij Nederland kwam naar voren dat de handelshuizen van twee oud-presidenten van DNB betrokken waren bij de handel in slavernij. Daarnaast waren verscheidene directeuren betrokken bij de compensatieregeling van de Nederlandse overheid, tijdens de afschaffing van de slavernij in 1863.
OneWorld deed in 2018 al onderzoek naar op wat manier verschillende Nederlandse banken betrokken waren bij slavenhandel. Vorig maand kwam de Bank of England al naar buiten met excuses vanwege betrokkenheid bij de slavernij. Of DNB daar ook toe overgaat, is nog niet duidelijk.
Onafhankelijk onderzoek
"We zijn ons bewust van de huidige discussie over het Nederlandse slavernijverleden en daarom is mede naar aanleiding van het onderzoek bij de Bank of England besloten tot een historisch onderzoek naar de relatie tussen DNB en slavernij", heeft de Nederlandse toezichthouder laten weten.
DNB gaat een onafhankelijke partij vragen om het historische onderzoek uit te voeren. "Daarbij zal worden gekeken naar de rol van DNB als instelling in de beginjaren van haar bestaan en naar toenmalige presidenten en directieleden."
Een paar weken geleden gaven enkele banken en verzekeraars al aan hun slavernijverleden te gaan onderzoeken of dit verleden meer onder de aandacht te brengen
Het gaat onder meer om ASR, InsingerGilissen en ABN Amro. Zij reageerden eind juni tegen RTL Z op de excuses die een aantal Britse bedrijven recent hebben gemaakt voor hun slavernijverleden.
'Groot deel handelaars hadden ermee te maken'
Een groot deel van de bankiers en handelaars in steden als Amsterdam en Rotterdam hadden in de achttiende eeuw linksom of rechtsom te maken met de slavernij, zei Tamira Combrink van het IISG tegen RTL Z.
Een deel van hen was hier direct bij betrokken, bijvoorbeeld doordat ze leningen verstrekten aan slaventransporten, of aandelen hierin hadden. Andere financiers verzekerden 'de lading' van de schepen.
Een ander deel handelde in koffie, rietsuiker, tabak of katoen afkomstig van de plantages en was daardoor indirect betrokken. Een op de vijf producten die Nederland in 1770 verhandelde was afkomstig van slavenplantages.
Negotiatie
Binnen Europa waren Nederlandse financiers opvallend actief in het verstrekken van leningen aan plantagehouders in de achttiende eeuw.
Zij hadden hier een destijds unieke methode voor bedacht genaamd 'negotiatie'. De lening, een hypotheek met de plantage als onderpand, werd opgeknipt in stukjes die vervolgens werden verkocht aan geïnteresseerden.
Op die manier konden niet alleen handelaren investeren, maar ook veel families die een beetje geld hadden gespaard. Zo raakten ook 'gewone' burgers direct betrokken bij de plantageslavernij.