Banken gaan schade spoofing vergoeden
Banken gaan slachtoffers van spoofing met terugwerkende kracht compenseren voor hun schade. Wie na 1 januari van dit jaar door deze vorm van oplichting geld is kwijtgeraakt, kan dat onder voorwaarden terugkrijgen.
Een van die voorwaarden is dat er geen sprake mag zijn van 'grove nalatigheid' bij het slachtoffer. Ook moet er aangifte zijn gedaan bij de politie.
Spoofing
Spoofing is vorm van oplichting waarbij mensen denken dat ze contact hebben met de bank, maar in werkelijkheid met oplichters te maken hebben. Dat gebeurt op allerlei manieren: van valse sms-jes met een betaallink tot zogenaamde medewerkers van de bank die mensen thuis opbellen met de mededeling dat hun rekening dreigt te worden leeggeplunderd, en dat ze dat kunnen voorkomen door het geld snel over te maken naar een quarantainerekening.
De oplichters gaan daarbij soms zeer uitgekookt te werk. Het lijkt bijvoorbeeld alsof ze echt bellen vanuit het telefoonnummer van de bank. Voor het slachtoffer bestaat er geen manier om dat uit te sluiten.
Wettelijk niet verplicht
Maar omdat bij deze vorm van fraude 'de betaling wettelijk gezien door de klant zelf is geïnitieerd' zijn banken niet verplicht tot compensatie van de schade. Nadat de Tweede Kamer onlangs aandrong om desnoods de wet aan te passen, zodat banken wel hun klanten moeten beschermen, komen die zelf met dit nieuw beleid.
Stichting Gibo, die opkomt voor de gedupeerden, noemt het nieuws 'fantastisch'. 800 slachtoffers hebben zich bij hen aangesloten. Die zijn gemiddeld voor zo'n 15.000 euro opgelicht.