EMA herhaalt: voordelen AstraZeneca voor alle leeftijden groter dan risico
De voordelen van het coronavaccin van AstraZeneca wegen voor alle volwassenen zwaarder dan het risico op bijwerkingen. Het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA blijft na nieuw onderzoek bij die conclusie. In veel landen is het gebruik van AstraZeneca gedeeltelijk opgeschort, vanwege de kleine kans op ernstige bijwerkingen.
De balans tussen de voordelen en nadelen en pakt steeds gunstiger uit naarmate iemand ouder is, maar onderaan de streep doet het vaccin in alle leeftijdsgroepen vanaf 20 jaar meer goed dan kwaad. De leeftijdscategorie onder de 20 is niet onderzocht.
Er is een aantal gevallen bekend waarin mensen na toediening van het AstraZeneca-vaccin zeldzame vorm van ernstige trombose kregen.
Meer risico voor vrouwen blijft onduidelijk
Tot nu toe werd deze gevaarlijke bijwerking vooral gevonden bij vrouwen onder de zestig, maar het blijft onduidelijk of vrouwen echt een groter risico lopen dan mannen. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat er meer vrouwen zijn gevaccineerd, omdat zij in de zorg oververtegenwoordigd zijn.
Maar artsen en onderzoekers wijzen erop dat het vaak zo is dat vrouwen veel meer bijwerkingen krijgen dan mannen:
De EMA zegt nu nog over te weinig gegevens te beschikken om daar uitspraken over te doen.
De kans op ernstige, zeldzame trombose na een coronavaccinatie is in alle gevallen klein. Bij mensen onder de 50 werd 1 op de 50.000 gevallen bloedpropjes in combinatie met een verminderd aantal bloedplaatjes aangetroffen. Bij mensen ouder dan 50 gaat het om ruwweg 1 op de 100.000.
Vooral onder de 50
Opvallend detail in de nieuwe gegevens is dat het risico op ernstige bijwerkingen zich dus vooral voordoet bij mensen onder de 50, en in mindere mate tussen 50 en 60. In Nederland is vorige maand besloten te stoppen met vaccineren van mensen onder de 60 met dit vaccin vanwege het risico op bijwerkingen.
Wat het nieuwe advies van de EMA betekent voor het Nederlandse vaccinatieprogramma, is nog niet bekend. De regering moet nu gaan bepalen wat er met deze nieuwe informatie moet gebeuren.
