Zeven doden later: gevaarlijke spoorovergangen nog steeds niet dicht

Bewaakte en onbewaakte overwegen blijven slachtoffers eisen, ondanks het streven van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat doden te voorkomen. Sinds die ambitie eind 2018 werd uitgesproken, zijn zeven mensen om het leven gekomen doordat ze op een overweg werden gegrepen door een langsrazende trein.
Alleen dit jaar al staat de teller op twee. Op 12 januari kwam een 57-jarige vrouw om het leven bij Wijster (Drenthe). Ze werd aangereden door een stoptrein terwijl ze bij haar boerderij de vuilnis langs de weg aan het zetten was.
Op 7 maart verongelukte in Zenderen (Overijssel) de 21-jarige maaltijdbezorger Leon onder het toeziend oog van twee mensen die daar in opdracht van NS door beveiligingsbedrijf G4S waren neergezet om 'passanten te waarschuwen voor de risico's van niet-bewaakte spoorwegovergangen'. Bekijk hier beelden van die spoorwegovergang:
Zowel de overweg bij Wijster als die bij Zenderen stond al langer op de nominatie om te verdwijnen. In 2018 kreeg de aanpak van overwegen een nieuwe impuls na de publicatie van een rapport van de Onderzoeksraad voor veiligheid (OVV). Het kabinet trok extra geld uit en beloofde dat in 2023 alle onbewaakte overgangen opgeheven zouden zijn.
Veel eerder al, in 2003, had de voorganger van de OVV, de Raad voor de transportveiligheid, aangedrongen op maatregelen die spoorwegovergangen veiliger maken. De raad had het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geadviseerd alle onbeveiligde en automatisch beveiligde overwegen te vervangen door ongelijkvloerse kruisingen, of te beveiligen met een systeem dat kan nagaan of de overweg vrij is.
230 doden
Veel overwegen bevinden zich op privéterrein of maken deel uit van wandel- of fietsroutes. Dat leidt tot problemen bij het beveiligen of opheffen ervan, omdat niet iedereen het altijd eens is en niemand een besluit kan doordrukken. Achttien jaar geleden adviseerde de raad één partij aan te wijzen met genoeg macht en geld om door te drukken, maar dat is niet gebeurd. Sindsdien zijn 230 mensen op een overweg om het leven gekomen.
Oud-topman ProRail: vreselijk voor nabestaanden en treinpersoneel
Frustrerend, zegt Pier Eringa, voormalig topman van spoorbeheerder ProRail, over de snelheid waarmee gevaarlijke overwegen worden aangepakt. Eringa zette het gevaar van overwegen hoog op de politieke agenda en kwam er zelfs door in botsing met het kabinet.
"Nog steeds is het lastig," zegt hij, "om iemand aan te wijzen als een soort hoofdeigenaar van het probleem die ook het doorzettingsvermogen heeft om te zeggen: jongens, iedereen is gehoord, alles is meegewogen, en nu is het afgelopen, de overweg gaat dicht of weg." Wel werkt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan een wetsvoorstel waarmee gemeentes of gebruikers gedwongen kunnen worden er werk van te maken. Het voorstel zou dit jaar naar de Kamer kunnen.
Eringa: "Er zijn nu overwegen die allang de status hebben van opruimen, of beveiligen, en waarover nog steeds heel veel heen en weer gepraat wordt. Dat dan tijdens dat heen en weer praten nog steeds slachtoffers vallen, dat is vreselijk voor de familie en nabestaanden, maar ook voor het treinpersoneel dat over die overwegen rijdt."