Geweld politie bij coronademonstratie Den Haag was in sommige gevallen 'niet professioneel'
Bij de demonstratie op 14 maart tegen de coronamaatregelen in Den Haag heeft de politie in twee gevallen geweld tegen betogers gebruikt dat 'niet professioneel' was. Tegen de betrokken agenten worden 'passende maatregelen' genomen, zegt een politiewoordvoerder.
De actie op het Malieveld, georganiseerd door Nederland in Verzet, mocht vanwege de coronamaatregelen met maximaal tweehonderd mensen doorgaan. Maar vele duizenden actievoerders begaven zich naar het terrein om te demonstreren tegen het kabinetsbeleid.
Heftige confrontaties
Nadat burgemeester Jan van Zanen het protest had ontbonden, voerde de politie charges uit. Dat leidde tot heftige confrontaties tussen politie en betogers. Op sociale media gingen veel beelden rond. Er is onder meer te zien dat een man met fiets wordt geslagen met een wapenstok, en dat een demonstrant wordt gebeten door een politiehond. Ook is te zien hoe een agent in burger een vrouw duwt, waardoor ze tegen een ME-busje valt.
Naar aanleiding van het optreden maakte de politie zestien zogeheten geweldsrapportages op. De commissie die erover gaat, concludeert nu in een voorlopig verslag dat in twee gevallen 'het gebruikte geweld niet professioneel was'. De uitkomst wordt met de betrokken politiemedewerkers besproken.
Zwaar vuurwerk
De betogers namen ook politieagenten op de korrel: ze gooiden onder meer met zwaar vuurwerk. Zestien politiemensen hebben aangifte gedaan van het geweld dat tegen hen werd gebruikt. Verdachten worden opgespoord door middel van beeldmateriaal.
In totaal zijn 38 verdachten aangehouden. Ze worden onder meer verdacht van openlijke geweldpleging, het niet-tonen van een identiteitsbewijs en belediging.
