250 meldingen van seksueel misbruik tijdens eerste jaar coronapandemie
Tijdens de coronapandemie zijn 250 meldingen gedaan door kinderen van seksuele uitbuiting. Ouders zijn daar steeds vaker direct bij betrokken. In 2019 ging dat om 16 gevallen, in 2020 om 28.
Dat heeft het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) bekendgemaakt. In 2020 meldden zich 283 kinderen op het digitale hulpplatform, 250 van hen gaven aan zelf slachtoffer van seksuele uitbuiting te zijn. Ze werden bijvoorbeeld ingezet bij webcamseks of aan derden uitgeleend om seksuele handelingen te verrichten.
Vorig jaar was in bijna 15 procent van de gevallen één of beide ouders de pleger van het misbruik. Een jaar eerder was dat bijna 7 procent. Zaken waarin ouders betrokken zijn als plegers zijn zo mogelijk nog moeilijker te detecteren dan zaken met andere plegers, zegt het centrum.
Het rapport toont volgens een woordvoerder aan dat de seksuele uitbuiting van soms heel jonge kinderen ook tijdens de coronapandemie is doorgegaan. "Het is duidelijk dat mensenhandelaren zich hierdoor niet hebben laten weerhouden." De uitbuitingssituatie duurde in meer dan de helft van de gevallen langer dan twee jaar.
"Dat het misbruik ook in eigen huis kan plaatsvinden maakt signalering extra lastig", zegt de woordvoerder van het CKM. Het centrum roept demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn) en staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) op 'om te verkennen in hoeverre de zorg en de opsporing op de hoogte zijn van dit soort zaken en of aanvullende maatregelen nodig zijn'.