Jongere eerder uit ouderlijk huis: 'Geen tussenjaar door corona'
Jongeren verlieten in 2020 op iets jongere leeftijd het ouderlijk huis dan een jaar eerder. Dat melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De gemiddelde leeftijd waarop jongeren uit huis gaan, daalde met twee maanden naar 23,7 jaar.
In de jaren voor 2019 verlieten jongeren gemiddeld steeds juist iets later hun ouderlijk huis. Vanaf het jaar 2012 was er een sprake van een stijging in leeftijd, blijkt uit de nieuwe cijfers van het CBS en het PBL.
Vrouwen eerder
De meeste jongeren gaan tussen hun achttiende en dertigste levensjaar het huis uit. Vrouwen doen dat over het algemeen eerder dan mannen, ongeveer anderhalf jaar. Dat bleef ook vorig jaar zo: bij zowel mannen als vrouwen daalde de gemiddelde leeftijd waarop ze op eigen benen gaan staan.
Studenten verlaten het ouderlijk huis eerder dan werkenden. Gemiddeld zijn werkende nestverlaters vijf jaar ouder. Ook gaan studenten relatief vaker alleen wonen, zonder partner. Dat geldt overigens voor 40 procent van alle jongeren die uit huis gaan.
Waarom jongeren vorig jaar eerder uit huis gingen, is niet onderzocht, maar volgens Suzanne de Roos van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) kan corona een rol hebben gespeeld. "Vorig jaar gingen jongeren direct na school studeren, in plaats van dat ze een tussenjaar namen om te reizen", zegt ze op basis van ervaringen met de doelgroep.
Eenzaamheid
"Een tussenjaar in coronatijd is niet populair, dus iedereen ging studeren", vervolgt ze. "En daarom waren er ook meer mensen die op kamers gingen. Jongeren die een tussenjaar nemen wonen namelijk meestal thuis."
Ook kan eenzaamheid hebben meegewogen bij het besluit van jongeren om op kamers te gaan, zegt De Roos. "Ze hebben veel online les gehad en hebben thuis moeten zitten. Dat is best eenzaam. Dan kiezen jongeren er eerder voor om in een studentenhuis te gaan wonen, om toch contacten te hebben. Zo lang thuis met je ouders is ook best intensief."
