Meer werken lost lerarentekort op, maar docenten willen juist minder uren
Docenten moeten meer uren maken om het lerarentekort op te lossen, adviseerde de Sociaal-Economische Raad (SER) vorige maand. In de praktijk blijkt dat makkelijker gezegd dan gedaan: een groot gedeelte van de docenten heeft namelijk aangegeven na de zomer juist mínder te willen gaan werken.
Dat blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) onder haar leden. Op meer dan de helft van de scholen hebben leerkrachten aangegeven dat ze minder willen gaan werken in het volgende schooljaar.
Werkdruk
Een veelgenoemde reden voor docenten om minder te willen werken is de werkdruk (38 procent), maar bijvoorbeeld ook omdat ze ouderschapsverlof willen opnemen (16 procent).
Volgens de AVS heeft ruim 60 procent van de scholen niet genoeg docenten om de uren van het schooljaar 2022-2023 te vullen. Er staan vooral vacatures open voor leerkrachten (64 procent) maar bijvoorbeeld ook voor ondersteunend personeel.
De cijfers op een rij
De Algemene Vereniging Schoolleiders deed een peiling onder haar leden. Daaruit bleek dat:
- Ongeveer 60 procent van de schoolleiders de formatie voor schooljaar 2022-2023 nog niet rond heeft;
- Er met name vacatures voor docenten open staan (64 procent) en onderwijs ondersteunend personeel met lesgevende of behandeltaken (11 procent);
- Op 54 procent van de scholen leerkrachten hebben aangegeven minder te willen gaan werken in het nieuwe schooljaar.
Docenten willen vooral minder werken omdat:
- De werkdruk te hoog is (38 procent);
- Ze ouderschapsverlof willen opnemen (16 procent);
- De gezinssituatie verandert (10 procent);
- Het salaris hoger is geworden (1,15 procent);
- Ze richting hun pensioen gaan (1 procent);
- Er andere persoonlijke omstandigheden zijn waarom minder werken nodig is (13 procent).
Bron: AVS
Veel handen maken licht werk, en dus proberen schoolleiders toch op allerlei manieren om contracten van hun personeel te vergroten in plaats van te verkleinen.
'Gewoon vragen werkt niet'
Petra Glandorff is directeur van twee basisscholen in Zaandam en Assendelft. Door het personeelstekort was ze dit jaar genoodzaakt om zes klassen van 32 kinderen te vormen. Daar zaten ook nog eens groepen bij, waarin leerlingen uit verschillende leerjaren zitten. "De klassen puilen uit. Totaal niet wenselijk", vertelt Glandorff.
De directeur móest haar personeel dus wel vragen om meer uren te maken, maar dat was niet makkelijk. "Gewoon vragen: 'Wie wil er meer werken?', werkt niet in het onderwijs", legt Glandorff uit.
Leraren vrezen volgens de schoolleider meer werkdruk of denken dat het moeilijk is te combineren met hun privé-leven. Dus heeft Glandorff gemerkt dat je het gesprek aan moet gaan om te ontdekken waar de zorgen zitten en hoe je als directeur kunt meedenken. "Dan blijkt er heel veel mogelijk te zijn."
Maatwerk
Marjan Ligtenberg is een van de docenten die dankzij wat flexibiliteit toch meer uren gaat maken. "Ik werk nu drie dagen en daar komt een vierde dag bij, alleen is dat niet een volle werkdag", vertelt ze.
Ligtenberg zat er namelijk mee dat een extra dag werken ook een extra dag kinderopvang betekende voor haar zoon. De oplossing: ze krijgt op haar extra werkdag de ruimte om haar kind van- en naar school te brengen.
De docente moest ondanks de flexibiliteit wel even over het besluit nadenken. "Ik was bang voor extra werkdruk. Je leest thuis je e-mail, je moet toetsen invoeren. Dat zal toch allemaal aankomen op mijn vrije dag."
Om die reden krijgt Ligtenberg hulp van een onderwijsassistent, die drie dagen op haar groep zit. "Dat haalt wel wat druk bij mij weg."
Aandacht gewaardeerd
Voor directeur Glandorff betekent het wat rust. Ze heeft op deze manier twee collega's gevonden die meer uren wilden maken, daarnaast heeft ze twee nieuwe docenten kunnen aannemen.
"Leraren moeten voldoende aandacht krijgen en worden gewaardeerd. Flexibiliteit zorgt ervoor dat mensen in hun energie blijven."