Minder kansen voor slim kind met laagopgeleide ouders
Een kind van hoogopgeleide ouders krijgt meer kansen op school dan een kind van laagopgeleide ouders, ook als de kinderen zelf even intelligent zijn. Er is steeds meer kansenongelijkheid, schrijft de Inspectie van het Onderwijs in haar jaarverslag.
Er wordt volgens de inspectie niet genoeg gedaan met talent van kinderen.
Thijs en Tim
De Inspectie gebruikt de fictieve 'Thijs' en 'Tim' als voorbeeld. Ze wonen in dezelfde buurt en zijn even intelligent, maar de ouders van Thijs zijn hoogopgeleid en de ouders van Tim laagopgeleid.
Thijs krijgt in groep acht waarschijnlijk een hoger advies voor de middelbare school dan Tim. Thijs groeit door naar het hoger onderwijs, Tim blijft zitten of komt op een lager niveau terecht. 'Zelfde talenten, verschillende uitkomsten', concludeert de inspectie.
Het verschil komt vermoedelijk doordat hoogopgeleide ouders meer bezig zijn met de opleiding van hun kind. Ze kiezen bewust voor een bepaalde basisschool en daarna voor een specifieke middelbare school. Bovendien hebben leraren en schoolleiders misschien vooroordelen: onbewust gaan ze ervan uit dat kinderen van hoogopgeleide ouders beter presteren.
Tweedeling keren
"Bij iedere overgang en ieder selectiemoment kan dat het verschil uitmaken tussen de kans krijgen of een kans missen.'' De inspectie roept onderwijs en overheid op om samen te werken 'om toenemende tweedeling te keren'.
Het rapport ziet niet alleen verschillen tussen leerlingen, maar ook verschillen tussen scholen. "Scholen met grote groepen leerlingen van lager opgeleide ouders hebben vaak een zwakkere kwaliteit, minder bevoegde leraren, een hoger ziekteverzuim en een hoger verloop van personeel'', schrijft de inspectie.