Duitse paddenstoelen weer eetbaar, veertig jaar na kernramp Tsjernobyl

Bijna veertig jaar na de kernramp van Tsjernobyl in Oekraïne zijn wilde paddenstoelen in heel Duitsland weer nagenoeg probleemloos te eten, meldt het Duitse federaal bureau voor stralingsbescherming (BfS). Wel moeten de paddenstoelen dan in normale hoeveelheden gegeten worden.
Volgens het BfS is het nog steeds mogelijk om in delen van Zuid-Duitsland paddenstoelen te vinden met verhoogde concentraties van de radioactieve cesium-137-isotopen, die vrijkwamen bij de kernramp in april 1986.
Destijds explodeerde een van de reactoren van de kerncentrale, waarna radioactieve stoffen via regen in de omgeving terecht kwamen.
Lichte verhoging
Het BfS laat weten dat het eten van de paddenstoelen iemands stralingsdosis nog steeds licht zal verhogen, maar dat het gaat om een kleine hoeveelheid. Wanneer dus geen abnormale hoeveelheid wordt gegeten, zullen er geen problemen ontstaan.
De paddenstoelen die tussen 2022 en 2024 het vaakst besmet waren zijn de gele stekelzwam, de rossige stekelzwam en de ivoorzwam.
Twee jaar geleden schreef het wetenschapstijdschrift Science nog dat wilde zwijnen in de Beierse Alpen in het zuiden van Duitsland radioactief bleken te zijn. Zodoende dat ze niet veilig gegeten konden worden. Na onderzoek werden bij 88 procent van de dieren zoveel deeltjes aangetroffen dat het vlees niet veilig gegeten kon worden.
Explosie bij voormalige kerncentrale
In februari werd de sarcofaag van Tsjernobyl nog geraakt door een Russische drone. Deze kap zorgt ervoor dat er geen radioactieve straling uit de voormalige kerncentrale kan ontsnappen.
In onderstaande video is de inslag te zien: