EU dreigt Nederland met juridische stappen om voucherbeleid
De Europese Commissie dreigt met juridische stappen tegen Nederland vanwege het beleid rond vouchers voor geannuleerde vliegreizen. Consumenten hebben het recht om hun geld terug te krijgen en landen zoals Nederland die dat recht negeren krijgen een boze brief uit Brussel.
Margrethe Vestager, vicepresident van de Europese Commissie, maakte dat vandaag duidelijk in een persconferentie. Het terugkrijgen van je geld is een recht: "Punt uit."
In een brief gaat de Europese Commissie landen wijzen op hun verplichtingen en worden suggesties gegeven hoe het voucherbeleid aantrekkelijker gemaakt kan worden.
Dreigement
Aanvankelijk zei Vestager dat de brief een eerste stap is in een inbreukprocedure, zoals officiële juridische stappen tegen een lidstaat worden genoemd. Maar daar bood ze later haar excuses voor aan. Volgens Vestager had ze de status van de brief 'verkeerd begrepen'.
Toch is het dreigement niet van tafel. Een woordvoerder van de Commissie bevestigt dat als mocht blijken dat lidstaten hun verplichtingen niet nakomen 'er een inbreukprocedure gestart kan worden'.
Zo'n procedure kan ook tegen Nederland gestart worden. Minister Cora van Nieuwenhuizen staat vliegmaatschappijen namelijk toe hun klanten géén keuze te geven tussen een voucher of geld hun terug. Dat is in strijd met Europese consumentregels.
Uitzondering op regels
Met nog elf andere EU-lidstaten had Nederland gevraagd of dit beleid genegeerd mocht worden. Het antwoord van de Commissie is dus 'nee'.
Het betoog van de landen is dat bedrijven zoals KLM anders in grote financiële problemen komen. Als moederbedrijf Air France-KLM alle reizen die na 1 maart zijn geschrapt zou moeten terugstorten, is dat een aderlating van 3 miljard euro. KLM krijgt al miljarden aan staatssteun om overeind te blijven.
Garantie staat bij faillissement
De Commissie adviseert verder dat vouchers klantvriendelijker moeten, bijvoorbeeld door ze een geldigheidsduur van minimaal een jaar te geven. Als reizigers daarna hun geld terug willen, zou dat binnen twee weken geregeld moeten zijn en de staat zou garant kunnen staan voor de vouchers als een bedrijf toch failliet gaat, oppert de Commissie.
Dat laatste is voor de Europese Consumentenorganisatie BEUC een voorwaarde om überhaupt nog vouchers te mogen uitdelen, meldt de overkoepelende organisatie in een persbericht.
