Compensatie voor 60.000 spaarders: 2,8 miljard euro teruggestort
De ongeveer 60.000 mensen die bezwaar aantekenden tegen het betalen van spaartaks, krijgen hun te veel betaalde geld terug. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Van Rij in een brief aan de Tweede Kamer. Het is een eerste stap in het compenseren van gedupeerden. Het pakket kost het kabinet 2,8 miljard euro.
Honderdduizenden andere mensen die de afgelopen jaren ook spaarbelasting betaalden, maar daar geen bezwaar tegen aantekenden bij de fiscus, krijgen voorlopig niets vergoed.
Gelijk
De 60.000 mensen die nu wel een vergoeding krijgen, tekenden bezwaar aan bij de belastingdienst tegen de spaartaks, of vermogensrendementsheffing. Een aantal zaken is voorgelegd aan de rechter, om voor eens en altijd uit te maken wie er gelijk heeft. Zij kregen uiteindelijk gelijk bij de Hoge Raad en moeten daarom gecompenseerd worden.
Om te kijken of ook andere spaarders en beleggers gecompenseerd moeten worden, wil het kabinet eerst een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad afwachten. Daaruit moet duidelijk worden wie er nog meer recht heeft op compensatie, en of het kabinet daarin nog iets te kiezen heeft.
De spaartaks, wat ging er mis?
De vermogensrendementsheffing is bedoeld om, zoals de naam al zegt, belasting te heffen over het rendement op vermogen. Dat kan spaargeld zijn, maar bijvoorbeeld ook beleggingen op de beurs of vastgoed.
Omdat de fiscus het te ingewikkeld vond om het daadwerkelijke gemaakte rendement te belasten, werd met een zogenoemd fictief rendement gewerkt. Daarbij gaat de Belastingdienst ervan uit dat je, naarmate je een hoger vermogen hebt, steeds meer daarvan in beleggingen stopt waarop je een hoog rendement kunt halen. Dit in tegenstelling tot spaargeld, waar je amper tot geen rente over krijgt.
Als je alleen maar spaargeld hebt, of maar een klein deel hebt belegd, is dat fictieve rendement dus al snel hoger dan het rendement dat je echt maakt. Daardoor betaal je dus belasting over inkomsten die je niet hebt, en dat is oneerlijk.
Echt rendement
Voor de 60.000 bezwaarmakers geldt dat er een nieuwe berekening wordt losgelaten op de spaartaks die ze verschuldigd zijn. Die berekening kijkt naar de werkelijke verdeling tussen spaargeld en beleggingen van mensen.
Omdat de spaarrente de laatste jaren veel lager lag (om en nabij de 0 procent of nog minder) dan het fictieve rendement waarmee de Belastingdienst rekende, krijgen spaarders waarschijnlijk flink wat geld terug. Beleggers behaalden de laatste jaren meer rendement dan spaarders en krijgen waarschijnlijk minder terug. Hoe veel precies, verschilt per bezwaarmaker.
Enorme kosten
Voor het compenseren van deze eerste groep mensen trekt het kabinet nu 2,8 miljard euro uit. Maar dat zou wel eens een fractie van de totale kosten kunnen zijn. Hoe duur het precies wordt, is nog onbekend, maar op het ministerie van Financiën liggen verschillende scenario's op tafel.
Als de spaarvariant die nu is gekozen ook gaat gelden voor mensen die geen bezwaar hebben gemaakt, kost de compensatie naar schatting zo'n 6,8 miljard euro. Er lag ook een nog duurdere variant op tafel, die bijna 12 miljard zou gaan kosten, waarbij ook grote beleggers in aanmerking komen voor compensatie.
Uiterlijk 4 augustus teruggave
Wie nu recht heeft op compensatie, hoeft geen actie te ondernemen, schrijft het kabinet. De teruggave zal uiterlijk 4 augustus worden overgemaakt.
De uitspraak van de Hoge Raad waar het kabinet op wacht, volgt pas over ongeveer een half jaar. Het kabinet werkt ondertussen aan de invoer van een nieuwe spaartaks. In 2025 moet het zo ver zijn.