Kabinet overweegt eigen bijdrage jeugdzorg: 'Onacceptabel, kinderen de dupe'
Het kabinet overweegt een eigen bijdrage in te voeren voor behandelingen in de jeugdzorg. De eigen bijdrage zou in de plaats moeten komen van de omstreden bezuiniging van 511 miljoen euro op het gemeentefonds, waaruit de jeugdzorg wordt betaald. Maar critici zien zo'n bijdrage niet zitten. "Onacceptabel", klinkt het. "Kwetsbare kinderen worden hierdoor geraakt."
Het kabinet vindt de miljoenenbezuiniging nodig omdat de kosten voor jeugdzorg de pan uit rijzen. De bezuiniging werd eerst bij de gemeenten neergelegd - zij zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg- maar veel gemeenten bezwijken al onder de kosten.
Het kabinet besluit daarom gemeenten te ontzien en neemt zelf de bezuiniging op zich, zo schrijft staatssecretaris Maarten van Ooijen vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
'Beloften onvoldoende waargemaakt'
Het kabinet erkent dat er flinke problemen zijn in de jeugdzorg. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Die decentralisatie ging ook toen al gepaard met flinke bezuinigingen, omdat het idee was dat de jeugdzorg goedkoper kon door die dichterbij mensen aan te bieden.
Dat is mislukt. "Al met al is de belofte van de decentralisatie – passende hulp, dichtbij huis, gezinsbreed, efficiënter en met minder kosten – onvoldoende waargemaakt", schrijft het kabinet.
Invoeren eigen bijdrage
Dat betekent overigens niet dat de bezuiniging van 500 miljoen nu helemaal van de baan is. Het kabinet schrijft te gaan zoeken naar alternatieve manieren om toch kosten te besparen. Eén van de opties die onderzocht wordt: een eigen bijdrage voor behandelingen in de jeugdzorg.
Tot woede van jeugdzorgorganisaties. "Onverteerbaar wat ons betreft", zegt Hans Spigt, namens de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ). "Dit betekent dat mensen die dus straks jeugdzorg nodig hebben, zelf moeten meebetalen. Dat kan lang niet iedereen en dat betekent dus dat straks niet alle kinderen jeugdzorg kunnen krijgen. Dit raakt vooral kwetsbare kinderen."
Spigt is helder: "Die 500 miljoen moet echt van de baan." Ook linkse partijen willen een streep door de bezuiniging.
Normen voor behandelduur
Een ander alternatief waar het kabinet aan denkt, is het invoeren van normen voor de behandelduur, oftewel het verkorten van behandelingen. Ook wil het kabinet dat kinderen minder snel professionele hulp aangeboden krijgt en komt er een onderzoek naar welke behandelingen wel en niet onder de jeugdzorg moeten vallen.
"Er is momenteel te weinig zicht op wat werkt in de jeugdhulp", schrijft staatssecretaris Maarten van Ooijen. Het kabinet gaat een expert in dienst nemen die gaat onderzoeken welke hulp uitgesloten kan worden omdat de hulp niet effectief (genoeg) is.
Zo zijn behandelingen zoals paardentherapie of therapieën voor hondenangst omstreden. Sommige aanbieders van die lichtere vormen van zorg maken bovendien enorme winsten. Ook dat wil het kabinet tegengaan, bijvoorbeeld door winsten die jeugdzorgaanbieders kunnen maken te maximeren.
Flink toegenomen
De vraag naar jeugdzorg is de afgelopen jaren flink gestegen. Volgens het CBS maakt 1 op de 7,5 jongeren tot 18 jaar er gebruik van. In sommige gemeenten is dat zelfs 1 op 5. Ter vergelijking: in 1997 was dat nog 1 op de 27 jongeren.
Voor al de lichtere vormen van zorg zijn enorm toegenomen. Daardoor zijn de de uitgaven geëxplodeerd van 3,6 miljard euro in 2015 naar 5,5 miljard euro in 2019.