De Tweede Kamer is een burn-outfabriek: 'Het roer moet om'
Opvallend veel Kamerleden zijn dit jaar uitgevallen omdat de stress en werkdruk te hoog zijn. Steeds luider klinkt dan ook de roep dat het roer in de Tweede Kamer om moet. Want de rij van Kamerleden die de eindstreep niet halen, groeit.
Op de trap in het Kamergebouw ging het begin dit jaar mis. "Ik kreeg telefoon, maar mijn woorden kwamen niet. Wat gebeurt hier, dacht ik. Ik kon gewoon niet meer praten", zegt Ockje Tellegen (48) op de bank in haar woning.
Daarna weet het oud-Kamerlid het niet meer goed. "Uiteindelijk werd het zwart. Ik ben in elkaar gezakt op de trap van het gebouw."
Noodrem van je lijf
Ockje Tellegen, ruim tien jaar Kamerlid voor de VVD en plaatsvervangend Kamervoorzitter, viel begin dit jaar uit met een burn-out. Een enge periode was het, vindt ze (zie ook de video boven dit artikel). "Ik wist eerst niet wat er in mijn lijf aan de gang was. Maar dan gaat het langzaam dagen. Dat het een soort noodrem van je lijf is dat de knop totaal om moet. Een laatste waarschuwing."
Hoe het zover heeft kunnen komen? Het lag allereerst aan haarzelf, vindt ze. "Zelfzorg moet op nummer 1 staan. Maar bij mij stond dat altijd op nummer 10. Het zit niet in mijn aard om 'nee' te zeggen of grenzen aan te geven. Echt niet ieder Kamerlid krijgt een burn-out."
Cultuur in Kamer
Maar het ligt ook aan iets anders. Er is ook iets mis met de cultuur in de Tweede Kamer, vindt ze. Soms is het een 'idiote werkomgeving om in te werken'. "Ik vind de werkwijze van de Tweede Kamer in toenemende mate moeilijk geworden."
En daarnaast is er die waan van de dag. "Je hebt geen rust om over alle vraagstukken die spelen, eens goed na te denken. Er worden hapsnapreacties verwacht en dat brengt zoveel druk met zich mee." En dan is er ook nog die sociale media. "Een enorme onruststoker en stressgever."
Veel uitvallers
Tellegen is geen uitzondering. De afgelopen tijd vielen opvallend veel Kamerleden uit. Vlak voor kerst nam CDA-Kamerlid Harry van der Molen nog afscheid. Hij viel eerder al maandenlang uit vanwege een te hoge werkdruk. Ook Esther Ouwehand zit al sinds oktober thuis. De leider van de Partij voor de Dieren is overspannen, ze hoopt in februari weer terug te keren.
D66-Kamerlid Rens Raemakers viel al twee keer langere tijd uit. En Pieter Omtzigt keerde dit jaar terug, maar de werkdruk speelt hem nog regelmatig parten. In een marathondebat, vlak voor Kerstmis, zei hij nog geëmotioneerd: "Ik maak werkdagen van soms wel 14, 15 uur. Ik loop tegen het randje."
Omdat hij zich heeft afgesplitst, heeft hij veel minder ondersteuning. En omdat hij alleen is, moet hij als eenmansfractie alle debatten zelf doen.
Vergaderen tot diep in de nacht
De werkdruk is al langer onderwerp van gesprek. Kamervoorzitter Vera Bergkamp heeft zelfs een speciale commissie in het leven geroepen om de werkwijze van de Tweede Kamer onder de loep te nemen. Maar tot op heden blijven echt grote veranderingen uit.
Vergaderdagen tot diep in de avond en zelfs nacht zijn geen uitzondering. En ook dit jaar is er weer een recordaantal moties ingediend.
Het roer moet echt om, vindt ook Corinne Ellemeet van GroenLinks. Zij maakt zich als Kamerlid al langere tijd zorgen en ze pleit dan ook voor meer actie. Want: "Ook dit jaar heb ik te veel collega's zien gaan, omdat ze ziek zijn geworden."
Ze spreekt veel Kamerleden over dit onderwerp, dat volgens haar steeds meer uit de taboesfeer komt. "Veel Kamerleden slapen slecht en slikken slaappillen. Of pijnstillers vanwege allerlei fysieke klachten."
Nederland heeft volgens haar een relatief klein parlement vergeleken met andere landen. "Zouden we niet meer Kamerleden moeten hebben om het werk beter te verdelen?" Ze pleit ook voor meer ondersteuning voor Kamerleden.
Hard werken en agressie
Ellemeet uit daarnaast haar zorgen over het politieke klimaat in het algemeen. "Wat er naast de extreem lange werkdagen ook echt inhakt, zijn de haat, beledigingen, agressie en minachting." Ze doelt op de sociale media. "We zijn geen watjes, maar we zijn ook mensen."
Niet alleen in de Tweede Kamer zijn opvallend veel mensen opgebrand. Ockje Tellegen noemt het een maatschappelijk probleem.
In oktober moest de VVD'er besluiten definitief te stoppen. Hoe dat was? "Ik heb enorm tegen dat moment aangehikt. Maar voor het eerst in mijn leven heb ik een keuze gemaakt die goed is voor mij. Het is goed zo, je mag voor jezelf kiezen. Dat is geen falen."
Nooit boos
Tellegen kreeg goede hulp en vond veel warmte bij vrienden, kennissen en oud-collega's. "Ik ben er nog niet, maar het gaat nu stukken beter."
Of ze ooit boos is geweest of mensen dingen kwalijk heeft genomen? "Nee", zegt ze stellig. "Ik ben niet boos, gefrustreerd of zuur. Want dan had ik zelf andere keuzes moeten maken. Maar ik vind wel dat als we zien dat zoveel collega's opbranden, we onszelf mogen afvragen: wat gaat er mis? Dat het roer om moet. Het is mij overkomen en ik had het iedereen - en ook mezelf - graag willen besparen."