Een op de vijf vrouwen had gedwongen seks: cultuuromslag nodig

Een op de vijf vrouwen en 6 procent van de mannen heeft ooit seksueel geweld meegemaakt. Zij werden gedwongen tot seks of hadden seks tegen hun wil. Als ongewenste seksuele aanrakingen en zoenen worden meegerekend heeft 50 procent van de vrouwen en 20 procent van de mannen dat meegemaakt.
Het kabinet schrijft dit in het vandaag gepresenteerde nationale actieprogramma tegen grensoverschrijdend seksueel gedrag en seksueel geweld. Met dat programma willen de verantwoordelijke ministers Karien van Gennip (Sociale Zaken) en Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) een aanzet geven voor een cultuuromslag.
De cijfers in het rapport geven volgens de ministers aan dat dit hard nodig is, want de problemen nemen toe. Zo heeft bijvoorbeeld ongeveer 28 procent van de jonge vrouwen en 9 procent van de jonge mannen de afgelopen twaalf maanden online seksuele intimidatie meegemaakt. Dat is een stijging van respectievelijk 5 en 1 procent ten opzichte van 2020.
Herkennen
'Elkaars wensen en grenzen herkennen, erkennen en respecteren', is de titel van het programma waarmee het kabinet de cultuuromslag in gang wil zetten. ''Het gaat over een dominante cultuur, waarin dagelijks seksisme, seksualisering, objectivering en ongelijkheid worden getolereerd'', schrijft het kabinet.
Om daar een einde aan te maken heeft het een aantal actielijnen benoemd. Er moeten onder meer maatschappelijke normen en waarden komen over hoe we met elkaar willen omgaan in de samenleving.
De bedoeling is dat daarover een open en inclusief maatschappelijk gesprek wordt gevoerd in de samenleving. Medewerkers van onderwijs-, zorg- en welzijnsorganisaties moeten weten hoe ze seksualiteit bespreekbaar kunnen maken zodat iedereen elkaars wensen en grenzen herkent en erkent.
Wet- en regelgeving moeten worden aangepast aan de veranderende maatschappelijke normen. Organisaties moeten procedures hebben voor preventie, signalering en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Flinke weg te gaan
Het kabinet realiseert zich dat er een flinke weg te gaan is en dat er de komende tijd nog steeds mensen slachtoffer zullen worden. Daarom zet het ook in op beperking van de schade. Het is volgens het kabinet de bedoeling dat iedereen het ongewenste gedrag herkent en hierop gaat reageren. Mensen die het zien gebeuren moeten zich veilig gaan voelen om in te grijpen. Ook is het de bedoeling dat er goede hulpverlening komt.
De concrete invulling van de aanpak moet nog komen. Het is de bedoeling dat het programma steeds verder wordt uitgewerkt. Een spilfunctie is hierbij weggelegd voor Mariette Hamer, de regeringscommissaris die in april van het vorig jaar is aangesteld.