Wet tegen landbouwgif dreigt na jaren van politiek gesteggel te sneuvelen
Een wetsvoorstel dat het gebruik van een groot aantal gewasbeschermingsmiddelen fors moet beperken, dreigt na jaren van politiek debat alsnog te sneuvelen. Terwijl er in eerste instantie wél politieke steun voor was. Het is het resultaat van politiek getouwtrek waar uiteindelijk geen van de partijen blij mee is.
Het gaat om het wetsvoorstel Terugdringen (particulier) gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, dat nog stamt uit de kabinetsperiode Rutte III. Toenmalig D66-staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat stond in 2021 aan de wieg van de wet, die een streep moet zetten door het gebruik ervan, tenzij gebruik noodzakelijk wordt geacht.
Verstrekkende gevolgen
De linkerflank in de Kamer vond dit oorspronkelijke wetsvoorstel niet ver genoeg gaan en deed er daarom nog een schepje bovenop. Zowel GroenLinks-PvdA als Partij voor de Dieren dienden amendementen in, met als resultaat dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen nog veel verder aan banden wordt gelegd, met ook verstrekkende gevolgen voor de landbouwsector. Zo dwingt het plan van de PvdD om het gebruik in 2030 met 95 procent terug te dringen. Toch stemde een meerderheid in de Tweede Kamer destijds in met die extra wensen.
Wat volgde is politiek gesteggel dat absoluut niet de schoonheidsprijs verdient, beamen zowel voor- als tegenstanders van de wet. Als gevolg van de amendementen werd door de regeringspartijen van het kabinet Rutte IV de stemming over de wet uitgesteld, en vervolgens geprobeerd om de wensen van de Kamer af te zwakken.
Kabinet teruggefloten
Een Kamercommissie oordeelde deze maand dat dit onjuist was. Zulke aanpassingen kunnen alleen 'van technische aard worden voorgesteld, waarover bovendien door de Kamer moet worden gestemd', zo luidt het oordeel. De commissieleden stellen dat de beoogde wijzigingen niet technisch, maar inhoudelijk van aard zijn. Daarom verzoeken zij de Tweede Kamer alsnog te laten stemmen over het wetsvoorstel, inclusief de ongewijzigde amendementen. Na jaren van politiek gesteggel zou dat op 3 december moeten gebeuren.
Maar de wet komt, ondanks dat hij al door vele hoepels is geloodst, nu terecht in een nieuwe Haagse werkelijkheid. De Tweede Kamer heeft inmiddels een heel andere samenstelling gekregen en een rechtste meerderheid. Daarmee is hoogst onzeker wat er nog over is van de oorspronkelijke steun voor de wet.
Daarbij wordt vooral gekeken naar de PVV, die met de huidige staatssecretaris, Chris Jansen, medeverantwoordelijk zal worden voor de uitvoering van de wet. Jansen zit duidelijk met het oordeel van de Eerste Kamer in zijn maag en vraagt inmiddels om de stemming opnieuw uit te stellen.
Alle ogen op PVV
In Den Haag houdt men intussen rekening met een draai van de PVV. Eerder genoot het beperken van bestrijdingsmiddelen nog de steun van de PVV, dankzij de inzet van Dion Graus, de grote natuurliefhebber in de fractie. Maar nu laat de PVV het debat erover voeren door het nieuwe Kamerlid Jeanet Nijhof-Leeuw. Wat haar positie is, is nog onduidelijk en in de PVV-fractie moet er nog een definitief besluit over worden genomen.
Want de keuze is straks: of de Kamer stemt voor - inclusief de verregaande, eerder aangenomen amendementen - of tegen. Alles, of niets, dus. Dit tot ongemak van óók de linkse partijen, die stellen dat hun plannen nu het kind van de rekening worden. En dat heeft grote gevolgen, zegt Partij voor de Dieren-Kamerlid Ines Kostić. "De vrijheid van mensen om hun kinderen in hun eigen tuin veilig te kunnen laten spelen of zonder landbouwgif in de slaapkamer te kunnen laten slapen, wordt aangetast."
Er moet nu haast worden gemaakt, vindt de partij. "Breng de wet in stemming. Als iedereen stemt zoals in 2022 is er een meerderheid."
Uitweg
Als uitweg uit het politieke doolhof opperen partijen de inzet van een zogenoemde novelle. De Tweede Kamer moet dan eerst voor het huidige wetsvoorstel stemmen, waarna er alsnog een opdracht tot een wijziging - zoals het aanpassen van de ingrijpende amendementen - kan worden meegegeven aan de Eerste Kamer. Resultaat: nóg meer vertraging en een lelijk affiche voor de Haagse besluitvorming, zo luidt het oordeel in de Kamer.
Ook het intrekken van het wetsvoorstel is voor het kabinet nog een optie, aldus een ingewijde. Voorlopig vraagt de staatssecretaris opnieuw om uitstel om zich te beraden op wat te doen.