Zedendelinquenten werkten mogelijk in kinderopvang en taxibranche door blunder justitie
De Justitiële Informatiedienst (Justid) heeft grote steken laten vallen. In de taxibranche en de kinderopvang hebben de afgelopen twaalf jaar mogelijk mensen gewerkt die zedendelicten hebben gepleegd.
Zij hadden een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) die had moeten worden ingetrokken. Dat is niet gebeurd doordat er een fout zat in het computersysteem van Justid. Daardoor is informatie over mogelijke criminele activiteiten niet doorgegeven. Met als gevolg dat deze mensen met kinderen konden blijven werken.
Dat schrijft demissionair staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming, NSC) in een brief die hij vandaag nog aan de Tweede Kamer wil sturen. Volgens de bewindsman zijn tussen 2018 en nu 705 personen mogelijk ten onrechte aan het werk gebleven.
Zedenmisdrijf
477 personen van deze groep werken mogelijk nog steeds in de kinderopvang of taxibranche. Van deze 477 mensen hebben er 142 een misdrijf begaan. Zes van hen hebben zelfs een zedenmisdrijf begaan. Drie daarvan werken mogelijk nog steeds in de kinderopvang, drie mogelijk in de taxibranche.
Inmiddels werkt het systeem weer. De verantwoordelijke instanties hebben de gegevens bekeken en vastgesteld dat drie personen die in de kinderopvang werken geen gevaar vormen. Maar in de taxibranche werkt nog één persoon die een 'direct risico' vormt. De gegevens van deze persoon zijn doorgegeven aan de Inspectie zodat die kan ingrijpen.
Tijdrovend
Maar dit gaat om gegevens die zijn opgespoord tussen 2018 en nu. Over de jaren tussen 2013 en 2018 zijn geen gegevens bekend. Alle bijzonderheden van personen tussen 2013 en 2016 zijn, volgens Struycken, verwijderd omdat de bewaartermijn was overschreden.
De gegevens van mensen die mogelijk tussen 2016 en 2018 ten onrechte in de kinderopvang of taxibranche werkten zijn wel te achterhalen, maar 'dat is zeer complex en tijdrovend', schrijft de bewindsman. Binnen een maand zal hij de Kamer de resultaten hiervan melden.
Hij noemt de hele zaak 'zeer ernstig, omdat mensen in kwetsbare posities waaronder kinderen hierdoor mogelijk risico's lopen'. Het kan namelijk zo zijn dat personen die ontslagen hadden moeten worden nog werkzaam zijn als taxichauffeur voor kinderen of in de kinderopvang.
Struycken schrijft verder dat hij het enorm betreurt dat dit incident heeft plaatsgevonden en dat hij heel goed begrijpt dat 'dit nieuws tot onzekerheid kan leiden bij ouders en houders in de kinderopvang en bij mensen die gebruik maken van taxidiensten.'
