Al decennia minderheidskabinetten in Denemarken, debatten verlopen er opvallend rustig

Denemarken kan de komende tijd op warme belangstelling rekenen uit politiek Den Haag. In het land wordt al decennia geregeerd met minderheidskabinetten. Een optie die hier in Nederland sinds de verkiezingen ook nadrukkelijk op tafel ligt. Een bezoek aan het Deense parlement laat zien wat daar voor nodig is.
In het hart van Kopenhagen staat het Folketing, het Deense parlement. In het voormalige paleis op het eiland Slotsholmen midden in de stad hebben de 179 Deense parlementsleden hun zetel. Via ouderwetse paternosterliften verplaatsen ze zich van verdieping naar verdieping.
In de plenaire zaal is een debat bezig over de begroting, in het bijzijn van de minister van Financiën. Wat opvalt, vrijwel niemand wordt geïnterrumpeerd, de voorzitter heeft een makkelijke middag.
Op de publieke tribune zucht een politiek verslaggever van de Deense krant Politiken gelaten. Ja, het gaat er hier eigenlijk altijd zo kalm aan toe. "Dit is exemplarisch."

De Denen zijn met die ingetogen vorm van politiek wel recordhouder. Geen enkel land ter wereld had zo vaak een minderheidskabinet als Denemarken. Sinds de Tweede Wereldoorlog is er slechts vier keer een regering geweest die wél kon leunen op een Kamermeerderheid.
Optie ligt op formatietafel
Daarmee verschilt Denemarken met ons land, waar minderheidskabinetten juist een grote zeldzaamheid zijn in de politieke geschiedenis. Toch wordt de optie nu, in de formatiegesprekken tussen D66, CDA en VVD, nadrukkelijk opengehouden. Hoe stabiel zo'n regering is, hangt vooral af van de politieke cultuur, klinkt het in Denemarken.
"Je luistert naar elkaars zorgen en neemt ze serieus", zegt Louise Elholm, over de samenwerking tussen de minderheidsregering en oppositiepartijen. Want die samenwerking is noodzakelijk om een meerderheid achter wetgeving te krijgen. Elholm zit voor de liberale partij inmiddels 18 jaar in het Deense parlement. "Het is belangrijk dat je een relatie opbouwt op basis van vertrouwen. Dat lukt meestal goed in Denemarken."
Verdeeld in blokken
Dat partijen nadrukkelijk samenwerken blijkt ook uit de traditie van blokvorming. In aanloop naar de verkiezingen vormen partijen van gelijke politieke kleur een links, of rechts blok. Het blok dat de meeste zetels haalt, levert de premier en vormt de basis van de nieuwe regering. Maar niet alle partijen uit het blok stappen standaard in het kabinet.
Voor bijna elk wetsvoorstel moeten regeringspartijen zo alsnog zoeken naar en meerderheid. Dat kan zowel over links, als over rechts.

Politieke wetenschappers benadrukken dat dit een fundamenteel onderdeel is van het systeem. De Deense politiek is gebouwd op overleg, licht Karina Kosiara-Pedersen toe, hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Kopenhagen. "De regering nodigt de partijen uit om te praten over belangrijke thema's zoals onderwijs, defensie of migratie. En dan gaan ze onderhandelen."
Hoewel de partijen op de uiterste flanken niet staan te juichen om mee te praten, is er verder een breed verantwoordelijkheidsgevoel, zegt de politicoloog.
'Veiligheidssituatie vereist brede consensus'
Het is een cultuur van het compromis, waarbij de regering niet bij ieder besluit dreigt te worden weggestuurd: "Minderheidsregeringen geven het parlement een grote stem, en voor de democratie is dat goed", vertelt Kosiara-Pedersen. "Natuurlijk moeten de parlementsleden dan wel laten zien dat ze volwassen zijn, en kunnen samenwerken om goede wetgeving te maken voor het Deense volk."
Dat beaamt ook Martin Lidegaard, de huidige partijleider van de Deense variant van D66. "We kunnen geen polarisatie gebruiken. We moeten stabiel regeren", zegt de oud-minister van Buitenlandse Zaken. "We zitten met een veiligheidssituatie waarin brede consensus nodig is", daarmee doelend op de Russische dreiging. "Ironisch genoeg is dat soms makkelijker met een minderheidsregering."

Ook parlementariër Elholm wijst erop dat een minderheidsregering 'normaal gezien' akkoorden sluit met meer partijen dan nodig is.
Experiment voor Denemarken
Toch breken ook de Denen af en toe met hun tradities. Waar een minderheidsregering voor ons land een experiment zou zijn, geldt dat voor Denemarken andersom.
Sinds 2023 heeft het land een meerderheidsregering, dat regeert vanuit het midden. "Dit is de eerste keer dat ik dat in 18 jaar heb meegemaakt", zegt parlementariër Elholm. "Het is anders, maar we moeten nog altijd luisteren naar de andere partijen. We proberen hun zorgen nog altijd mee te nemen."
Haar liberale partij zit op dit moment in die regering van premier Mette Frederiksen, de partij van Lidegaard zit dit keer in de oppositie. "Het is vreemd", zegt hij. "Mijn voorkeur heeft nog altijd een minderheidskabinet, omdat het álle partijen dwingt om meer verantwoordelijkheid te nemen en compromissen te sluiten. Ik leid een middenpartij, dus ik vind het prettig om dat te doen."
Lidegaard heeft dan ook een advies voor D66-leider Rob Jetten, die hij 'zijn collega' en 'vriend' noemt: "Hij moet gaan voor een minderheidskabinet. En dan moet hij erop gebrand zijn om akkoorden te sluiten met zowel linkse als rechtse partijen."
Dat zo'n minderheidskabinet stabiel kan zijn, benadrukken de Denen keer op keer, maar om het te laten slagen is dus wel een andere politieke cultuur nodig. Een van het compromis en constructief debat, en juist dat lijkt in Den Haag vaak ver weg.
Weinig enthousiasme Nederlandse kiezers voor minderheidskabinet
Nederlanders zijn weinig enthousiast over een minderheidskabinet. Dat blijkt uit een onderzoek van het RTL Nieuwspanel. Zo'n kabinet is volgens de panelleden weinig stabiel, zorgt niet voor grote doorbraken op belangrijke thema's en kan niet snel handelen in tijden van crisis.
Onder VVD- en D66-kiezers is nog het meeste vertrouwen te bespeuren in de werking van zo'n minderheidskabinet. 49 procent van de VVD-kiezers denkt dat zo'n kabinet stabiel is. Bij D66-kiezers is dat 42 procent. Ook denk 49 procent van de VVD'ers dat zo'n kabinet voor doorbraken kan zorgen op belangrijke thema's. Bij D66-kiezers is dat iets lager, 39 procent.
