ABN iets meer baas in eigen huis: staat verkleint belang in de bank
De Nederlandse staat gaat haar belang in ABN Amro verder verkleinen. De overheid wil alle certificaten van aandelen van de bank verkopen. Als de verkoop slaagt, heeft de staat definitief geen meerderheidsbelang meer. En daarmee is de bank een stap dichterbij zelfstandigheid.
De overheid heeft nu een belang van ruim 56,3 procent in de bank. Daarvan is 49,9 een belang in gewone aandelen en iets meer dan 6 procent zijn certificaten van aandeel, waarbij de aandeelhouders geen stemrecht hebben.
Die laatste categorie gaat nu in de verkoop, meldt NLFI. Dat is de stichting die namens de Staat de overheidsbelangen in financiële instellingen beheert.
Ondergrens verkoopprijs
Als de verkoop slaagt, komt het door de staat gecontroleerde belang in de bank op 49,9 procent. Daarmee krijgt de bank iets meer beweegruimte om te kunnen doen waar het zelf zin in heeft, zonder dat daarvoor overlegd moet worden met het NLFI.
Zolang het aandelenbelang groter is dan de helft van de aandelen, moet er toestemming gevraagd worden voor alle deals die de bank wil maken die om meer geld gaan dan 5 procent van wat de bank in z'n totaal in de boeken heeft staan. Die grens gaat naar beneden.
Staat blijft meekijken
Maar de bank is niet helemaal van de overheidsbemoeienis af. Integendeel. Zolang het belang 33,3 procent is, moet de bank toestemming blijven vragen voor het uitgeven van aandelen of het opkopen ervan. En bij deals van meer dan 10 procent van het eigen vermogen van de bank.
De verkoop uitgevoerd door Citigroup Global Markets Europe, dat de aanbesteding won. Er is een minimumprijs voor de aandelen ingesteld, meldt het NLFI. Onder die prijs, die niet wordt genoemd, mogen er geen aandelen worden verkocht. Het verkoopproces duurt zo lang als nodig is om de certificaten te verkopen, maar dat kan ook nog verlengd worden.
Kredietcrisis
ABN Amro werd in 2008 genationaliseerd tijdens de kredietcrisis. De overheid wilde zo het bedrijf redden en legde 16,8 miljard euro neer. Een jaar eerder was het bedrijf van de beurs gehaald.
In 2015 werd ABN Amro weer naar de beurs gebracht. De overheid zou het aandelenbelang toen stapsgewijs afbouwen maar sinds 2017 zijn er geen overheidsaandelen meer verkocht.
Minister van financiën Sigrid Kaag liet in een commissiedebat over staatsdeelnemingen eind januari 2022 al weten dat ze van plan was om aandelen in de bank te gaan verkopen. Opvallend, want hoewel in het regeerakkoord van Rutte III nog was opgenomen dat het aandelen van de hand zou doen, was die belofte bij het akkoord van Rutte IV verdwenen.
"Ik heb aan het NLFI gevraagd om opnieuw te kijken naar de afbouwstrategie en de voorwaarden te beoordelen waaronder een afbouw kan plaatsvinden," zo zei Kaag.
Afbouwstrategie
En twee dagen geleden schreef ze in een brief aan de Tweede Kamer: "Op 29 juni 2022 heb ik door middel van een vertrouwelijke brief de vaste commissie van Financiën geïnformeerd over de afbouwstrategie van NLFI en dat ik hiermee heb ingestemd."
Hoe die afbouwstrategie er verder uit ziet, is niet bekend.
Flink in de min
In alle jaren sinds de nationalisatie is ABN geen beste investering gebleken voor de staat. Uit berekeningen van RTL Z blijkt dat de staat nog altijd een virtueel verlies lijdt op ABN Amro van 4,9 miljard euro, op basis van de huidige beurskoers. Daarbij gaan we uit van een aankoopprijs van 21,6 miljard euro.
De opbrengsten van de aandelenverkopen door de jaren heen zijn daar vanaf getrokken, net als de inkomsten voor de staat dankzij het inkopen van eigen aandelen door de bank. Dividenduitkeringen en rentelasten op de schuld die de staat moest aangaan om ABN te kopen zijn niet meegeteld.