Consumentenwaakhond ACM onderzoekt lage spaarrente

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) gaat onderzoek doen naar de Nederlandse spaarmarkt. Aanleiding is de kritiek op de lage spaarrente. De ACM gaat onderzoeken of er wel genoeg te kiezen valt voor spaarders.
Toen de Europese Centrale Bank de rente verhoogde, stegen de hypotheekrentes razendsnel, maar dat gold niet voor de spaarrentes.
Demissionair minister van Financiën Sigrid Kaag zei eerder al dat ze de spaarrentes goed in de gaten zou houden.
Drie maanden geleden vroeg Kaag aan de ACM om te bekijken of onderzoek nodig zou zijn. Dat onderzoek komt er nu.
Hogere rente in het buitenland
Buitenlandse banken bieden vaak een hogere rente op je spaargeld dan Nederlandse banken.
Bij de grote Nederlandse banken, ABN Amro, ING en Rabobank, krijg je nu maar zo'n 1,5 procent spaarrente.
Maar bij een aantal buitenlandse banken krijg je al 3 procent of meer. Zeker als je wat meer spaargeld hebt scheelt dat enorm.
Concurrentie
"Consumenten die geld opzij zetten, hebben baat bij zo hoog mogelijke spaarrentes. Voldoende concurrentie tussen banken draagt daar aan bij", aldus de ACM.
De toezichthouder verwacht voor de zomer van 2024 de uitkomst van het onderzoek bekend te maken.
"Er zijn aanwijzingen dat Nederlandse consumenten slechts in beperkte mate profiteren van de gestegen rente op de Europese markt. De ACM ziet dat er (buitenlandse) aanbieders zijn die op het eerste gezicht hogere rentes aanbieden aan Nederlandse spaarders dan de grootbanken", aldus de consumentenwaakhond.
'Kijken waarom spaarders niet overstappen'
"We kijken hoe de markt precies werkt, hoeveel spelers er zijn, hoe het komt dat consumenten niet overstappen naar banken die wel een hogere spaarrente aanbieden", aldus Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM, in gesprek met RTL Z.
Hij verwacht overigens niet dat Nederlandse spaarders straks met het onderzoek in de hand naar hun bank kunnen gaan en zeggen dat ze recht hebben op meer rente. "Dat kan alleen als er een overtreding wordt geconstateerd, maar er is nu geen enkel vermoeden dat daar sprake van is."