Shell werkt nog steeds samen met de Russische staat en Rosneft
Olie- en gasreus Shell heeft, ondanks eerdere beloftes om 'betrokkenheid bij alle Russische olie en gas' te stoppen, nog altijd een nauwe band met het Russische staatsoliebedrijf Rosneft. Bovendien zit het, samen met Rosneft, ook nog in een bedrijf dat voor een bijna een derde in handen is van de Russische staat. Het belang levert Shell dit jaar naar verwachting zo'n 90 miljoen euro op.
Dat blijkt uit onderzoek van RTL Z.
Belang in Kazachs-Russische pijplijn
Het draait allemaal om een pijpleiding die via Kazachstan door Rusland naar een haven in de Zwarte Zee loopt. Die pijpleiding wordt beheerd door het Caspian Pipeline Consortium (CPC). De infrastructuur is van groot belang voor de Kazachse en de Russische oliesector, omdat er zowel in Kazachstan als in Rusland olie de leidingen in gaat.
Shell is voor 7,4 procent eigenaar van het consortium, waarvan de Russische staat via twee vennootschappen de grootste aandeelhouder is met een belang van 31 procent.
Gezamenlijk bedrijf met Rosneft
Dat belang houdt Shell via drie bedrijven. Twee daarvan zijn volledig in handen van Shell: BG Overseas holdings en Oryx Caspian Pipeline LLC.
Het derde bedrijf is een samenwerking van Shell met het Russische staatsoliebedrijf Rosneft. Shell houdt 49 procent van de aandelen, de Russen de overige 51 procent.
Verdienen aan Russische olie
De samenwerking van Shell met de Russen levert ook daadwerkelijk geld op voor de oliereus met nog altijd een sterke Nederlandse band. Het Caspian Pipeline Consortium verwacht dit jaar 1,3 miljard dollar aan dividend uit te keren aan zijn aandeelhouders. Dat levert Shell dan zo'n 96 miljoen dollar (90 miljoen euro) op.
Een deel daarvan is toe te rekenen aan de transport van Russische olie door de leiding. Volgens het CPC is er sinds de ingebruikname in 2001 98 miljoen ton olie uit Rusland via de pijpleiding vervoerd. Ongeveer een achtste van het totaal. De rest is olie uit Kazachstan.
Betrokken
Zo is Shell dus wel degelijk nog altijd betrokken bij Russische olie. Het is mede-eigenaar van de infrastructuur waarmee het wordt vervoerd.
Shell wijst erop dat het heeft beloofd om zich terug te trekken uit alle Russische olie en gas 'in lijn met overheidsregels'. Volgens Shell moet dat zo gelezen worden dat het dus niet heeft beloofd te stoppen met zaken die niet expliciet verboden zijn.
Het is niet verboden om een samenwerking aan te gaan met Russische bedrijven, en CPC is uitgezonderd van sancties.
Die lezing is opmerkelijk, want op het moment van de belofte kondigde het bedrijf ook aan per direct te stoppen met olie-inkopen op de kortetermijnmarkt, terwijl dat op dat moment nog niet verboden was. Ook zei Shell de import van vloeibaar gemaakt gas (LNG) uit te faseren, maar import daarvan is tot de dag van vandaag niet verboden.
Oorlogskas gespekt
Naast Shell profiteert ook de Russische oorlogskas van de resultaten van het CPC, waarin ook andere Westerse bedrijven als Eni en Chevron een belang hebben. Op basis van het aandelenbelang gaat 31 procent van de winstuitkering naar de Russische staatskas, wat neer zou komen op 403 miljoen dollar dit jaar.
Daar komen de belastinginkomsten nog eens bovenop. Vorig jaar maakte CPC 23,5 miljard roebel aan belastingafdrachten over aan Russische overheden, wat neerkomt op zo'n 238 miljoen euro tegen de huidige wisselkoers.
Shells zakenpartner Rosneft meldt zelfs trots op zijn website dat het de grootste belastingbetaler in Rusland is. Het bedrijf zelf is niet gesanctioneerd door de EU, maar CEO Igor Setsjin is dat wel. Volgens de EU is Setsjin een van Vladimir Poetins belangrijkste adviseurs.
KGB-vriend Poetin
Sechin is niet de enige gesanctioneerde met wie Shell zich inlaat via het CPC. Een van de twee bedrijven die het Russische staatsbelang in CPC houden, is Transneft. Aan het hoofd van deze organisatie staat Nikolay Tokarev. Ook hij staat op de sanctielijst van de EU.
Hij zou samen met Poetin in de gevreesde Russische geheime dienst KGB hebben gediend en sindsdien warme banden hebben onderhouden met de Russische president.