Doorstart van 'revolutionaire' verwerker ziekenhuisafval mislukt
Het failliete afval- en waterzuiveringsbedrijf voor ziekenhuizen Pharmafilter maakt geen doorstart. De vijf ziekenhuizen die het 'revolutionaire systeem' gebruiken, stoppen daarmee. In de drie jaar voor het bankroet maakte het bedrijf 9 miljoen euro verlies.
Dat bevestigt curator Nils Reerink tegen RTL Z in een toelichting op het tweede faillissementsverslag van het innovatieve technologiebedrijf.
Ziekenhuisafval
Pharmafilter werd opgericht in 2008, en ontwikkelde een revolutionaire manier voor afvalverwerking en waterzuivering voor ziekenhuizen. Daarbij werd afval vermalen op de afdelingen en werden medicijnresten uit ontlasting van patiënten, bacteriën en virussen uit de afvalstromen gefilterd, plastics gescheiden en afbreekbare stoffen vergist.
Het bedrijf was aanvankelijk veelbelovend en wist zijn installaties aan vijf Nederlandse ziekenhuizen te verkopen (zie kader onderaan). Maar eind oktober ging Pharmafilter failliet.
Verlieslatend
Het bankroet wordt in het faillissementsverslag toegeschreven aan te hoge bedrijfskosten en storingsgevoeligheid van de afvalvermalers, die Pharmafilter zelf bouwde en in de ziekenhuizen plaatste.
Daardoor zouden de leverings- en onderhoudscontracten met de Nederlandse klanten verlieslatend zijn geweest. Bovendien kwamen 'twee lucratieve, internationale opdrachten' niet rond. De curator doet nog verder onderzoek naar de oorzaken.
Megaprobleem ziekenhuizen
Uit de verslagen blijkt dat het bankroet van Pharmafilter de vijf deelnemende ziekenhuizen opzadelde met een megaprobleem.
Na het faillissement eind oktober bleek bij de ziekenhuizen 'een zeer grote urgentie' te bestaan om het beheer en onderhoud van de installaties door te zetten. "De gevolgen van het stilzetten van de Pharmafilter installaties waren vanuit (onder meer) milieutechnisch oogpunt dermate groot dat daartoe reeds om die reden niet kon worden besloten", aldus het verslag.
Doordraaien
Daarom zette de curator de werkzaamheden na het faillissement door, met een kernteam van tien van de oorspronkelijke 36 medewerkers van Pharmafilter. Zij stonden volgens het verslag 'dag en nacht' klaar om storingen te verhelpen. Ook de huur van de bedrijfspanden in Rijsenhout en Heerenveen werd doorgezet. De ziekenhuizen draaiden op voor de kosten daarvan.
De afgelopen vijf maanden werd naarstig gewerkt aan een doorstart van Pharmafilter, zodat het bedrijf het beheer en het onderhoud van de installaties in de ziekenhuizen ook in de toekomst zou kunnen blijven uitvoeren.
Patenten
De doorstart werd echter bemoeilijkt doordat de intellectuele eigendommen zoals de patenten van Pharmafilter niet in de failliete boedel bleken te zitten. "Die zogenoemde IE-rechten zitten in een aparte stichting", licht curator Reerink toe. "Normaal gezien zou ik een veiling uitschrijven, waarbij iedereen kan bieden. Maar dat was in dit geval niet mogelijk. Ik had wel de auto, maar niet de sleutels."
Daarom vonden de onderhandelingen over een doorstart vooral plaats tussen de ziekenhuizen als klant, en de bezitter van de IE-rechten en een beoogde doorstart-kandidaat. Uiteindelijk kwamen die partijen dus niet tot een akkoord.
Teleurstellend
"Na zeer intensieve onderhandelingen (…) hebben de ziekenhuizen uiteindelijk besloten niet met de beoogde doorstarter in zee te gaan en de filterinstallaties per 1 april stil te laten leggen", schrijft de curator in het verslag. "Het is duidelijk dat deze uitkomst voor alle betrokken partijen - niet in de laatste plaats de medewerkers van Pharmafilter - zonder meer teleurstellend is."
Hoe de ziekenhuizen de stopzetting van de installaties van Pharmafilter zullen opvangen, zegt Reerink niet te weten. "Ik ben geen ziekenhuis. De ziekenhuizen zullen hun afval nu op een andere manier moeten verwerken."
Topman René Smit van ziekenhuis ZorgSaam in Terneuzen zei onlangs in het AD niet anders te kunnen dan het ziekenhuisafval weer op de traditionele manier te verwerken, waarbij het wel zal blijven voldoen aan alle veiligheids- en milieueisen.
Hoe veelbelovend Pharmafilter toch flopte
Pharmafilter werd in 2008 opgericht door onder meer bedenker Ed van den Berg en ingenieursbureau Grontmij. Met Nederlandse en Europese subsidies ontwikkelden zij een systeem dat afval en afvalwater van ziekenhuizen op een efficiënte en milieuverantwoorde wijze kon verwerken.
Vanwege de hygiëne maken ziekenhuizen veel gebruik van wegwerpmaterialen, voor bijvoorbeeld beddenpannen, urinalen en bloedzakken. Die worden door de speciale installaties van Pharmafilter in het ziekenhuis tot kleine stukjes vermalen. Deze pulp wordt met toilet- en keukenafval afgevoerd naar een eigen waterzuiveringsinstallatie.
Snelle groei
Pharmafilter ging veelbelovend van start. Het bedrijf sleepte de ene na de andere milieu- en innovatieprijs binnen. In 2012 opende (toen nog) prins Willem-Alexander de eerste testinstallatie in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft.
Daarna ging het snel. Pharmafilter wist zijn installaties bij vijf ziekenhuizen geplaatst te krijgen, ook in Zaanstad, Terneuzen en Rotterdam (2). Ook het Amphia Ziekenhuis in Breda liet weten het systeem te zullen aankopen.
Doorbraak
Hoogtepunt was een miljoenencontract uit 2015 met het grootste ziekenhuis van Nederland. "Met een order van 10 miljoen euro bij het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum lijkt start-up Pharmafilter klaar voor de internationale doorbraak van hun recyclingsysteem", schreef het FD destijds enthousiast.
Begin 2019 werd het systeem officieel in gebruik genomen door de toenmalige Erasmus-topman en latere minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers. De toekomst lachte Pharmafilter toe.
Tegenvaller
Maar later dat jaar kreeg Pharmafilter een grote tegenvaller te verwerken. Het Zaans Medisch Centrum staakte de samenwerking, omdat het systeem slecht zou werken. Volgens het ziekenhuis zorgde de afvoer van pulp via het riool tot verstoppingen.
Volgens de zorginstelling zou daardoor in de toiletten rioolwater omhoog komen dat vol bacteriën zat. De uitbraak van een antibioticaresistente darmbacterie in het ziekenhuis zou daarvan het gevolg zijn. Pharmafilter ontkende het verband.
Sindsdien bestoken het ziekenhuis en het technologiebedrijf elkaar in de rechtszaal met schadeclaims. Begin 2020 oordeelde een rechter dat de zorginstelling het bedrijf ten onrechte in een slecht daglicht had gesteld. Maar inmiddels was het Amphia Ziekenhuis als potentiële klant al afgehaakt.
Grote verliezen
In zijn faillissementsverslag schrijft curator Nils Reerink dat er 'forse investeringen' in Pharmafilter zijn gedaan, maar dat het bedrijf vanaf de oprichting met verlies draaide.
Dat veranderde na de flop in Zaanstad uiteraard niet. In 2020 boekte het bedrijf een verlies van 5 miljoen euro op een omzet van 3,3 miljoen. In 2021 leek het de goede kant op te gaan, met een verlies van 667.000 euro. Maar de omzet zakte tot 1,3 miljoen. In 2022 bleef de omzet op dat niveau steken, maar vervijfvoudigde het verlies tot 3,2 miljoen euro.
Schuldeisers
Opgeteld bedroegen de verliezen in die jaren dus bijna 9 miljoen euro. De resultaten over 2023, het jaar van het faillissement, zijn nog niet bekend. Ook is nog onduidelijk hoe hoog de schade van het bankroet is.
Schuldeisers dienden tot dusverre ruim 2,1 miljoen euro aan vorderingen in, maar daarbij is de schuld aan het UWV bijvoorbeeld nog niet meegerekend. "Wij hebben ons sinds het faillissement vooral geconcentreerd op een mogelijke doorstart, en nog niet op een inventarisatie van de uitstaande schulden", legt curator Reerink uit.