Leegstand in de binnenstad: minder mode- en sportwinkels, meer fastfood
Er staan meer en meer winkelpanden leeg. Geplaagd door hoge loon-, huur- en energiekosten sluit een groeiend aantal winkels de deuren. Vooral mode- en sportwinkels verdwijnen in rap tempo. Als er iets voor terugkomt, is het vaak fastfood, een tattoo-, nagel- of piercingstudio of een koffiebarretje.
Van die laatste kwamen er 28 bij in de eerste drie maanden van dit jaar, blijkt uit cijfers van databedrijf Locatus die door vastgoedadviseur Colliers op een rij zijn gezet. In dezelfde periode kwamen er 52 fastfoodrestaurants bij, verspreid over de 40 grootste binnensteden.
Bij elkaar opgeteld kwamen er 95 plekken bij waar het verfraaien van het lichaam de core business is. Het gaat om tattoo- en piercingshops (39 stuks), nagelstudio's (32) en schoonheidssalons (24).
Tweedehands populair
Ook in opmars: tweedehands kledingwinkels (30) en repairshops (21). Of het uit luxe is of uit pure noodzaak is niet duidelijk. De groei valt in het niet bij de 106 kledingwinkels die verdwenen. En de 24 sportwinkels en 48 schoenenwinkels.
Ook in de traditionele middenstand vallen gaten. Er verdwenen meer bakkers, slijters, slagers en groente- en fruitwinkels dan erbij kwamen. Het probleem: als de ondernemers met pensioen gaan, staan er maar weinig te trappelen om het bedrijf over te nemen. Niet in de laatste plaats vanwege de concurrentie van supermarkten.
40 grootste steden
Na de coronacrisis daalde de leegstand vanwege de inhaalslag dankzij het verdwijnen van de maatregelen en het opgepotte vermogen bij de consument. In de 40 grootste steden van het land stond vorig jaar gemiddeld nog slechts een op de twaalf winkels leeg.
In de eerste drie maanden van 2024 is de leegstand in de stadscentra licht opgelopen tot 8,3 procent. Dat zijn 2.500 winkelpanden, op een totaal van 31.000. En deze zijn goed voor een oppervlakte van ongeveer 60 voetbalvelden aan lege kale meters troosteloze betonnen winkelvloeren.
Kleinere steden in last
Vooral kleinere steden (met minder dan 100.000 inwoners) kampen met hoge leegstand. Inwoners van deze steden gaan vaak naar grotere steden om te 'funshoppen'. En voor de boodschappen gaan zij naar winkels in de wijk.
Dat is bijvoorbeeld goed te zien in Helmond, waar zo'n 17 procent van de winkels in de binnenstad te huur staat. Terwijl de leegstand in het nabijgelegen Eindhoven lager is dan het landelijke gemiddelde.
In Helmond is de langdurige leegstand ook hoog. Hier is sprake van als er langer dan een jaar geen winkel in een pand zit. Hoe langer dit duurt, hoe slechter voor de hele winkelstraat.
Neerwaartse spiraal
Meer lege winkels betekent minder bezoekers en daarmee minder inkomsten voor de nog wel aanwezige winkeliers. Hun zaak komt vervolgens ook in de knel. Met meer leegstand tot gevolg. Dit fenomeen is vooral te zien in de zogeheten aanloopstraten.
Daar staat bijna 5 procent van de winkels langdurig leeg. Dat komt omdat de grote ketens - als ze nog bestaan - tegenwoordig vaak nog maar één hoofdwinkel hebben. Die fungeert als uithangbord voor de site, en is daarom prominent in de belangrijkste winkelstraat gevestigd. Daar is de langdurige leegstand dan ook nog een stuk minder hoog.